Kwalitatieve Onderzoeksmethoden
Qualitative Research Methods in Human Geography, Iain Hay (2016)
Hoofdstuk 1: Qualitatieve Research and Its Place in Human Geography
Chapter Overview
Doelen van dit hoofdstuk:
- Overzicht van de vastgestelde en ontwikkelende kwalitatieve onderzoeksmethoden in sociale
geografie
- Onderzoeken van de veranderende theoretische context waarbinnen kwalitatief onderzoek
zich heeft ontwikkeld binnen sociale geografie plus debatten over de methode binnen bredere
perspectieven in geografie
1.1 Introduction
Hedendaagse sociaal geografen bestuderen niet alleen tastbare mensen en plekken, maar ook
ontastbare en fluïde. Deze laatste objecten van kwalitatieve studies zijn o.a. discoursen en
identiteiten. Steeds meer worden kwalitatieve onderzoeksmethoden gebruikt met het doel individuele
ervaringen, sociale processen en menselijke omgevingen te verhelderen. Kwalitatieve
onderzoeksmethoden hebben een fase van volwassenheid in sociale geografie bereikt na een lange
periode van ontwikkeling vanaf de jaren ’80. Er is hier sprake van een reeks technieken die verschillen
van conventioneel tot meer nieuwe, ontdekkende.
Een aantal problemen waar je mee te maken krijgt:
- Ethische praktijken
- Positionering van de auteur ten opzichte van het publiek
- Bredere problemen van rigour, objectivity, trustworthiness, credibility, dependability en
confirmability
Ook dit hoofdstuk:
- De verschillen tussen kwalitatieve en kwantitatieve methoden en de manieren waarop sociaal
geografen de bestaande dichotomie tussen kwalitatief en kwantitatief probeert te doen
verdwijnen (o.a. triangulation en mixed methods)
- Het volwassen worden van de kwalitatieve methoden heeft geleid tot een toegenomen
aanvaarding van hun validiteit en dus een minder grote nadruk op de behoefte aan de
ogenschijnlijke objectiviteit van kwantitatieve methoden. Er is sprake van een valse
dichotomie tussen kwalitatief en kwantitatief en methodologische verschillen moeten gezien
worden als een teken van een gezond debat en intellectuele kracht binnen de discipline
- De verbanden tussen theorie en methode en de vragen die ontstaan over ethiek, auteurschap
en macht. De keuze die de onderzoeker maakt bijvoorbeeld voor een methode, weerspiegelt
de houding van de onderzoeker. Dit wordt de positie van de onderzoeker genoemd, ofwel
positionality. Verder zijn ontologie (geloofsovertuigingen over de wereld) en epistemologie
(manieren om de wereld te kennen) op complexe manieren verbonden aan de methoden die
gekozen worden voor het onderzoek
Ontologie: het filosofische perspectief achter de methodologie. Bij kwalitatief onderzoek is dit sociaal-
constructivisme en bij kwantitatief onderzoek is het positivisme.
Epistemologie: de manier waarop je ontologie vertaalt naar concrete methoden, bijvoorbeeld
interviewen om de ervaringen van mensen te achterhalen of enquêtes om patronen te ontdekken.
,1.2 What is Qualitative Research?
1.2.1 What Questions Does Qualitative Research Answer?
Algemeen gezegd houdt kwalitatief onderzoek zich bezig met het verhelderen van menselijke
omgevingen en menselijke ervaringen binnen een reeks conceptuele raamwerken. ‘Onderzoek’ slaat
hier op het gehele proces van het definiëren van een vraag naar analyse en interpretatie.
Onderzoeksmethoden omvatten een aantal aspecten of stappen (net als kwantitatief), inclusief de
definiëring van het onderzoeksprobleem, de ontwikkeling van hypotheses, onderzoeksontwerp,
verzameling van data en analyse om betekenis te onttrekken. Verschillend van kwantitatief onderzoek
zijn de technieken van dataverzameling en -analyse (kwantitatief bijv. enquête, kwalitatief bijv. in-
depth interview). De twee fundamentele vragen die kwalitatieve onderzoekers willen beantwoorden
gaan óf over de sociale structuren óf over individuele ervaringen.
Structuren:
- Structuren kunnen sociaal, cultureel, economisch, politiek of milieugericht
- Structuren zijn intern gerelateerde objecten of praktijken
- Sayer over structuren: de rollen en identiteiten van mensen zijn vaak intern verbonden, op
zo’n manier dat hetgeen wat één persoon of institutie kan doen, afhankelijk is van de relatie
met andere(n)
- Kwalitatieve onderzoekers zoeken naar de balans tussen aan de ene kant structuren en
processen en aan de andere kant individuen en hun ervaringen
- Structuren beperken individuen en maken bepaald gedrag mogelijk, maar in bepaalde
omstandigheden kan een individu het vermogen hebben om met de structuren te breken en
niet te reproduceren. Toch is het ook zo dat individuen niet over een almachtige vrije wil en
het vermogen beschikken om de machtige structuren uit te dagen. Je moet ook waakzaam zijn
dat te veel nadruk op structuren kan leiden tot een ‘dehumanized human geography’
- Sociaal geografen hebben structuren op een aantal manieren bestudeerd. Een belangrijke
focus ligt op de manieren waarop structuren zijn opgebouwd, gereproduceerd worden
concreter gemaakt kunnen worden. Het meeste kwalitatieve werk over structuren richt zich
op de processen en relaties die de structuren steunen, veranderen of tegengesteld zijn aan, in
plaats van specifiek op de vorm en aard van structuren
- Enkele auteurs hebben het onderscheid materiële of symbolische representaties van
structuren gemaakt
Individuen en ervaringen:
- Individuen ervaren en begrijpen dezelfde gebeurtenissen en plaatsen op verschillende
manieren. Het bestuderen van meerdere individuen biedt ruimte aan bepaalde perspectieven
om gehoord te worden die anders het zwijgen worden opgelegd of worden uitgesloten
- De opkomst van academisch onderzoek naar inheemse kennis en politiek is een wereldwijd
fenomeen dat volgens Johnson heeft geleid tot het ontstaan van anti-colonial geographies.
Hieraan ten grondslag ligt het openstellen van geografie naar de voorheen ongehoorde
stemmen die op z’n best als eigenaardig werden bevonden
- Andersdenkende of gemarginaliseerde groepen kunnen hun verhaal kwijt door dagboeken,
orale geschiedenis, opnames of interviews en gesprekken of juist door het gebruik van
alternatieve en niet mainstream media
- De ervaring kan niet analytisch gescheiden worden van de structuren die de context voor de
ervaring vormen
- De ervaringen van individuen en de betekenis van gebeurtenissen en plaatsen kunnen niet per
se gegeneraliseerd worden, maar ze kunnen wel deel zijn van een veelzijdig en fluïde realiteit.
Kwalitatief onderzoek benadrukt vaak de meerdere betekenissen en interpretaties en niet dat
er een dominante of juiste interpretatie zou bestaan
,1.2.2 Types of Qualitative Research
Sinds de jaren van volwassenheid van kwalitatief onderzoek:
- Verdere ontwikkeling en groeiende acceptatie van de legitimiteit en macht ervan
- Bredere erkenning van de beperkingen van de positionality van de onderzoeker, de
gatekeepers naar kennis en de selectie van participanten
- Laatste jaren: een reeks nieuwe technieken is ontstaan die vooral gericht zijn op
performativity, populaire en alledaagse cultuur en de bemiddeling en weergave van ervaring
via internet en sociale media
- Hoewel er ook ontwikkeling van nieuws is (discontinuous writing, photo-elicitation, go-along
interviews), is er ook een bepaalde conventionaliteit aan benaderingen (oral techniques,
textual analysis, observationally based ethnographies)
- Kritieken van Thrift en Silverman (zie p. 9)
- Drie conventionele typen benaderingen: oral (vooral interview), textual en observational
1.2.2.1 Oral Methods
De gesproken bekentenissen van individuen worden gebruikt op manieren die verschillen van sterk
individualistisch (oral histories, autobiographies) tot sterk gegeneraliseerd (random sample). Logisch is
dat deze manieren overeenkomen met aan de ene kant het kwalitatieve uiteinde en aan de andere
kant het meer kwantitatieve. Een middenweg wordt vaak gevonden door de populaire techniek van
focus groups toe te passen.
Een andere vorm is storytelling, waarmee je je goed kan verbinden met je onderzoeksgroep. Het
gebruik van deze techniek maakt het voor de onderzoeker mogelijk om in contact te komen met hun
lokale, academische en omringende gemeenschappen in een proces van kennisuitwisseling die zowel
de onderzochten als de onderzoekende kracht en een stem kunnen geven.
Orale benaderingen kunnen gebruikt worden voor een reeks aan onderzoeksvragen, van het
beantwoorden van vragen over individuele ervaringen en betekenissen (ene eind, biografisch) tot die
over maatschappelijke structuren (andere eind, enquête). Een interview wordt uitgevoerd met een
individu, een enquête vereist een meer gegeneraliseerde, gestandaardiseerde interactie met een
aantal individuen. Orale enquêtes over persoonlijke informatie, houdingen en gedrag maken meestal
gebruik van vragenlijsten. Deze zijn vaak meer gestructureerd en gerangschikt dan interviews en elke
respondent krijgt dezelfde vragen voorgeschoteld. Tot slot zullen orale methoden vaak overgaan tot
tekstuele.
Box 1.1 Oral Qualitative Methods in Human Geography
Methode algemeen Methode specifiek Onderzoeksvraag
Biografie Autobiografie, biografie, oral Individueel
history, unstructured
Interview Semi-structured, structured,
focus groups – open ended
Enquête Enquête – structured
Vragenlijst – structured Algemeen/structureel
, 1.2.2.2 Textual Methods
De tekstuele methoden zijn de tweede meest gebruikte methoden in kwalitatief onderzoek. Teksten
zijn sterk variërend, maar meer diffuus dan de orale methoden. Tekstuele analyses zijn meestal
opgesteld op basis van een constructionistische epistemologie (dus dat de wereld sociaal
geconstrueerd en bemiddeld is). Meinig et al. hebben een begrip van deze socially contructed aard van
de menselijke wereld en een manier om deze te begrijpen en te interpreteren in kaart gebracht. In
feite is deze deconstructionistisch van aard. Tekstuele analyse is sterk geworteld in deconstructie.
Door middel van deconstructie gaat tekstuele analyse actief om met de gesproken en onuitgesproken
betekenissen of discoursen die binnen een tekst gecodeerd zijn.
Belangrijke methoden van tekstuele analyse maken gebruik van creatieve bronnen (gedichten, films,
fictie), documentaire bronnen (kaarten, kranten) en landschappen (tuinen, militarisatie van
landschap), maar ook van de teksten die ontstaan zijn door de orale methoden. Deze bronnen zijn ook
gebruikt als bron voor onderliggende discoursen die sociale structuren ondersteunen en legitimeren.
Analyse van representaties in de media demonstreert de myth-making power ervan.
Een belangrijke bron van tekstuele analyse is het landschap zelf; de kijk op landschap als tekst op zich
is veranderd van controversieel naar conventioneel. Landschap wordt hier gezien als de verstrengeling
van sociale betekenis met, en de uitdrukking door middel van, het fysieke landschap. Deze
verstrengeling is cruciaal voor de creatie van place als een definieerbare een kenbare geografische
locatie. Als een sociaal construct dus, kunnen fysieke landschappen als het ware ‘gelezen’ worden om
sociale betekenissen en intenties te onthullen. Het gebruik van landschap als een tekst om te helpen
bij het definiëren van een identiteit van een plaats kan een krachtige manier zijn voor onderzoekers
om met hun regio’s en gemeenschappen om te gaan. Tekstuele analyses van bepaalde landschappen
maken gebruik van technieken die afgeleid zijn van semiotics (taal van tekens) om de letterlijk de
ingebouwde naturalisatie van sociale rollen van gender en familiestatus te tonen. Onderzoek hiernaar
door: Massey, Rofe, Schein, Waitt & McGuirk, Bishop.
Hoewel landschap een belangrijk platform is voor tekstuele analyse, heeft meer recente aandacht zich
gericht tot andere plekken van inscriptie, in het bijzonder dat van het menselijk lichaam, waar sociale
constructen en processen zich uiten op zichtbare en persoonlijke wijze.
1.2.2.3 Participatory Research Methods
Meest voorkomende vorm van dit soort methoden is participant observation, waarbij je ook
onderscheid kunt maken in de rol van de onderzoeker tussen aan de ene kant proactief en aan de
andere kant passief. Alle vormen hebben echter te maken met problemen die te maken hebben met
de manier waarop de onderzoeker zich moet positioneren ten opzichte van de onderzochte(n).
Problemen als bias, positionality, ethiek en reflexivity spelen bij participant observation. Ondanks deze
problemen of spanningen, maakt de methode van participant observation het mogelijk voor de
onderzoeker om zowel ‘outsider’ als ‘insider’ te zijn.
1.2.2.4 New Foci
De nieuwe methoden zijn aanpassingen van reeds bestaande, zoals discontinuous writing, photo-
elicitation, go-along/walking interviews en dairy interviews. Een voorbeeld van Latham wordt gegeven
die gebruik maakt van diary photographs. Meer ‘vluchtige’ aspecten van het menselijk bestaan
worden onderzocht door middel van andere nieuw ontstane methoden. Davies en Dwyer plaatsen de
ontwikkeling van deze technieken als afstammend van de toegenomen interesse in de geografieën van
performance and emotion binnen sociale geografie. In pogingen deze te onderzoeken, hebben recente
technieken nieuwe inzichten geboden aan de beleefde realiteit van de sociale wereld, wat Wood,
Duffy & Smith de ‘unspeakable geographies’ noemen. De onuitgesproken aard van deze geografieën
staan in verband met de inherente problemen bij het vangen van emotie en de problemen die spelen
bij het omzetten in data en representatie als onderzoeksresultaten.