Bsm paragraaf 1.5 voeding
Gezonde voeding: de hoeveelheid voeding waarop het menselijk lichaam kan functioneren en het fit
en energiek is zonder ziektes of kwaaltjes.
Schijf van 5:
1. Groente en fruit
2. Brood, granen, aardappelen, rijst, pasta, couscous en
peulvruchten
3. Zuivel, vlees, vis, ei en vleesvervangers
4. Vetten en olie
5. Dranken
Elke maaltijd moet bestaan uit een element uit elk vak.
Vijf regels:
1. Eet gevarieerd
2. Eet niet te veel
3. Eet zo min mogelijk verzadigde vetten (kans op hart- en vaatziekten kleiner)
4. Eet veel groente, fruit en brood (zijn vezelrijk)
5. Eet veilig
Energieleverende stoffen: (benzine) koolhydraten, eiwitten, vetten en alcohol.
Overige voedingsstoffen: (gereedschap) vocht, voedingsvezels, vitamines, mineralen,
sporenelementen en bioactieve stoffen.
Voedingsstof Kilocalorieën Kilojoules
1 gram koolhydraat 4 kcal 16,8 kJ
1 gram vet 9 kcal 37,8 kJ
1 gram eiwit 4 kcal 16,8 kJ
1 gram alcohol 7 kcal 28,0 kJ
Koolhydraten: hieruit kan het lichaam het makkelijkst en snelst energie halen.
- Enkelvoudige koolhydraten: worden snel opgenomen, hoeven niet te worden afgebroken
dextro, fruit, honing en sportdranken (fructose en glucose)
- Tweevoudige koolhydraten: gemiddelde opnamesnelheid melkproducten, suiker, fruit,
sportdrank, sappen, frisdrank, zout beleg, snoep, koek, gebak en ijs (maltose, sucrose en
lactose)
- Meervoudige koolhydraten: langzaam opgenomen brood, aardappelen, peulvruchten,
groenten, graanproducten, alle pastasoorten en rijst. (zetmeel, glycogeen en voedingsvezels)
- Mix van alles evergreen, sultana, ontbijtkoek, eierkoek, mueslireep en ontbijtgranen.
Vetten: belangrijkste energiebron voor het lichaam in rust en tijdens lichte tot matig intensive
inspanning. Nadeel, veel zuurstof nodig voor de verbranding, dus langzame energiebron.
- Onverzadigde vetten (oké): plantaardige vetten, cholesterol verlagen, voorkomen van hart-
en vaatziekten en nodig bij opbouw cellen olie, noten, vis en margarine.