Memo Geschiedenis Context 2 Verlichting
1650-1900
§1 De Verlichting (1650-1789)
Kenmerkende aspecten:
23. Het streven van vorsten naar absolute macht.
26. De wetenschappelijke revolutie.
27. Rationeel optimisme en ‘verlicht denken’ dat werd toegepast op alle terreinen van de
samenleving: godsdienst, politiek, economie en sociale verhoudingen.
28. Voortbestaan van het ancien régime met pogingen om het vorstelijk bestuur op
eigentijdse, verlichte wijze vorm te geven.
Een nieuwe kijk op wetenschap
16e en 17e eeuw → geleerden keken op een nieuwe manier naar de wereld. NIET door de
Bijbel, de Kerk of naar auteurs uit de oudheid te luisteren maar door zelfstandig denken,
observeren en redeneren. Ze kwamen tot nieuwe ontdekkingen wat zo snel gebeurde dat
we spreken van een wetenschappelijke revolutie.
Deze wetenschappelijke revolutie hing samen met 4 historische ontwikkelingen:
1. Het Europees wereldbeeld veranderde door de ontdekkingsreizen.
Door deze ontdekkingen werd duidelijk dat niet alles wat door de kerk werd verteld klopte
en begonnen mensen zich te twijfelen.
2. Een vernieuwde interesse voor de literatuur en geschiedenis van de Griekse en
Romeinse oudheid (humanisme)
Humanisten analyseerde deze teksten op een scherpe en kritische manier.
3. Een belangrijk debat over het vergaren van informatie (Rationalisme v. Empirisme).
Rationalisme hoorde bij Descartes en het Empirisme bij Freddy Bacon en John Locke.
4. Kruisbestuiving van ambacht en wetenschap.
Ambachtslieden gingen met nieuwe ontdekkingen hun specialisatie verbeteren en
wetenschappers gingen gereedschappen gebruiken voor hun onderzoeken.
De Verlichting: kritisch maar optimistisch
Sommige denkers waren van mening wetenschappelijke methodes ook toegepast moesten
worden op de samenleving → begin Verlichting (rond 1650)
Een van de eerste discussies tijdens de Verlichting ging over de positie van godsdienst in de
samenleving. Door de natuurwetten van Isaac Newton kwamen de oude ideeën over de
invloed van God op de natuur onder druk te staan. Verlichte denkers kwamen in die tijd met
de conclusie dat geloof een persoonlijke zaak was en dus niet opgelegd mag worden door
een vorst.
Deze denkers waren ook van mening dat het verwerpelijk is dat de adel meer rechten
hebben; in principe is iedereen gelijk.
De verlichte denkers waren optimistisch en gingen er van uit dat door middel van redelijk
denken veel vooruitgang mogelijk was → Vooruitgangsgedachte:
Hierdoor waren veel ook van mening dat kinderen vanaf jongs af aan veel geleerd
moeten worden en dat ze daar konden worden opgeleid tot kritische burgers.
Belangrijke verlichte denkers en hun ideeën
, Verlichte denkers dachten ook na over hoe dingen anders konden. John Locke en Jean-
Jacques Rousseau filosofeerden over de beste manier om burgers te beschermen tegen
machtsmisbruik door de staat → ze gingen uit van natuurrecht
Beiden waren van mening dat het volk uiteindelijk de macht had, maar hoe ze dat mochten
uitoefenen was ooit lang geleden vastgelegd in een denkbeeldig sociaal contract. Beiden
denkers hadden een andere opinie over de aard ervan.
Denker Aard van het sociaal contract
De gemeenschap had een overeenkomst
John Locke afgesloten met de koning. Burgers zweerde
trouw te zijn, zich houden aan de wetten
die de regering zelf maakte. In ruil daarvoor
moest de vorst bescherming aanbieden aan
zijn onderdanen en geen misbruik maken
van zijn macht. Als de vorst zich niet aan de
afspraken hield mocht hij afgezet worden
Jean-Jacques Rousseau Algemene wil → de wetten in een land
moesten direct overeenkomen met wat alle
burgers samen wilden. De overheid moest
doen wat het volk wilde en zou het dus
resulteren in een directe democratie.
Montesquieu dacht zelf ook na hoe het beter kan en
kwam op zijn beurt met de scheiding der machten. Deze
bestond uit een rechterlijke macht,
wetgevende macht en een uitvoerende macht.
Adam Smith ging ook nadenken over de rol van de
overheid
maar dan hoe het zou moeten zijn in de economie. Hij
was
tegen het idee dat de overheid zich ermee zou
bemoeien en dacht dat de economie het meest welvarend
zou zijn als de overheid zich er niet mee ging bemoeien.
De publieke opinie en de vorst
Gevolg van Verlichting → nieuwe politieke cultuur in de 18e eeuw. Een groeiende groep
burgers lazen tijdschriften en deden mee aan publieke debatten. De publieke opinie leidde
tot spanningen met de autoriteiten. Publicaties van verlichtingsideeën werden angstvallig in
de gaten gehouden en soms verboden. De periode van de Verlichting viel samen met die van
het absolutisme. Vorsten probeerde absolute macht te krijgen door middel van centralisatie
en rechtvaardigden hun machtswens met droit divin. In sommige landen omarmde vosten
zelf verlichte ideeën zonder hun absolute macht los te laten → verlicht absolutisme.
De vorsten legitimeerde macht met de gedachte dat het volk het best geregeerd kan worden
door een vorst die vanuit verlichte idealen het algemeen diende.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper DaniSV. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.