Examenmatrijs – staats en bestuursrecht
Info:
Het staatsrecht beschrijft de bevoegdheden van de verschillende
overheidsorganen
Het bestuursrecht geeft regels voor de uitoefening van deze
bevoegdheden
Nederland heeft drie bestuurslagen. Per bestuurslaag is er een gekozen
volksvertegenwoordiging en zijn er bestuurders.
De organisatie van de overheid is vastgelegd in de Grondwet, de
Provinciewet en in de Gemeentewet
Volksvertegenwoordiging Dagelijks bestuur
Rijk Tweede en Eerste Kamer Regering (Koning + ministers)
Provincie Provinciale Staten Gedeputeerde Staten en de
Commissaris van de Koning
Gemeente Gemeenteraad College van Burgemeester &
Wethouders en de
Burgemeester
Bestuursorgaan – artikel 1:1 AWB:
a. Een orgaan van een rechtspersoon dat krachtens publiekrecht is
ingesteld of Publiekrechtelijke rechtspersonen (‘openbare lichamen’)
worden door de wet in het leven geroepen. Zoals het rijk, de provincies,
de gemeenten maar ook de zelfstandige bestuursorganen zoals UWV,
SVB, CBR, KvK, Nederlandse Bank etc.
- Let op: de organen van deze rechtspersonen zijn bestuursorganen
b. Een ander persoon of college met enig openbaar gezag bekleed Hier
gaat het om privaatrechtelijke rechtspersonen die een overheidstaak
verrichten en daarvoor ook wettelijke bevoegdheden hebben. Bij
voorbeeld de vele autogarages voor Apk-keuringen, Stichting
Leenrecht, de Stichting Autoriteit Financiële Markten
- De organen van publiekrechtelijke rechtspersonen: Rijk, provincie,
gemeente (onder gezag centrale overheid) Zo zijn de minister en de
regering bestuursorganen van het Rijk. De provinciale staten,
gedeputeerde staten en commissaris van de koning zijn de
bestuursorganen van de provincie en de gemeenteraad, het college
, van b&w en de burgemeester zijn de bestuursorganen van de
gemeente.
- Zelfstandige bestuursorganen: zoals UWV, SVB, CBR, KvK, Nederlandse
Bank etc.
• De organen van privaatrechtelijke rechtspersonen die met openbaar
gezag zijn bekleed. Bij voorbeeld de vele autogarages voor Apk-
keuringen, Stichting Leenrecht, de Stichting Autoriteit Financiële
Markten.
Rangorde regelgeving:
- Internationaal verdrag
- Grondwet
- Wet in formele zin
- Algemene maatregel van bestuur
- Ministeriële regeling
- Provinciale verordening
- Gemeentelijke verordening
Code 1.1 De kandidaat onderbouwt of het betreffende orgaan
(op centraal of decentraal niveau) belast is met wetgeving,
uitvoering (bestuur) of rechtspraak.
Wetgevende macht Uitvoerende macht
(Bestuur)
Rijk Regering Regering
(Koning + Ministers) (Koning + Ministers)
Gezamenlijk met de
Tweede en Eerste Kamer
(Staten-Generaal) Art. 81
GW
Provincie Provinciale Staten Gedeputeerde Staten en de
Art. 127 GW Commissaris van de Koning
Gemeente Gemeenteraad College van Burgemeester &
Art. 127 GW Wethouders en
De Burgemeester
, Code 1.2 De kandidaat beoordeelt of een bestuursorgaan onder
de bestuurslaag rijk, provincie of gemeente valt, dan wel een
zelfstandig bestuursorgaan is.
Bestuursorganen die zelfstandig een bepaald deel van de bestuurstaak
uitvoeren en die losstaan van de centrale overheid (niet onder het gezag
van een minister)
Voorbeelden:
UWV, DUO, SVB, CBR, KvK, De Nederlandse Bank
Code 1.3 De kandidaat onderbouwt of er in een situatie sprake
is van autonomie of medebewind.
Autonomie (art. 124 lid1 GW):
• Bij autonomie beschikken provincies en gemeenten over taken en
bevoegdheden om hun eigen huishouding te regelen, onafhankelijk van
de landelijke overheid.