100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting | Corporate Finance for Minor Finance | Corporate Finance (Berk & Demarzo) €7,39
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting | Corporate Finance for Minor Finance | Corporate Finance (Berk & Demarzo)

 6 keer verkocht

Nederlandse Samenvatting van de vereiste hoofdstukken van Corporate Finance (for Minor Finance) aan de Rijksuniversiteit Groningen, RUG. Daarnaast bevat de samenvatting hoofdstukken van elk hoorcollege.

Laatste update van het document: 3 jaar geleden

Voorbeeld 4 van de 103  pagina's

  • Nee
  • Diversen
  • 11 januari 2022
  • 11 januari 2022
  • 103
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
businessstar
HOOFDSTUK 7: INVESTERINGSBESLISSINGSREGELS

7.1 NPV EN STAND-ALONE PROJECTEN
NPV-investeringsregel= als je een investeringsbeslissing maakt, kies je het alternatief met
de hoogste NPV (deze moet positief zijn).

Het NPV-profiel en IRR
De NPV van een project hangt af van de kapitaalkosten. Hierover kan onzekerheid bestaan,
dus kan het helpen een NPV-profiel te maken: een grafiek van de NPV tegen diverse
verdisconteringspercentages. De internal rate of return (IRR) van de investering is het
verdisconteringspercentage dat de NPV van de kasstromen van het project gelijk aan nul
stelt. In het algemeen is het verschil tussen kapitaalkosten en IRR de maximum schattings-
error in de kapitaalkosten die kan bestaan zonder de originele beslissing te wijzigen.

Alternatieve regels versus de NPV regel
Hoewel de NPV regel het meest accuraat en betrouwbaar is, zijn er in praktijk ook andere
tools, die vaak als complement worden gebruikt. Soms geven deze dezelfde uitkomst als de
NPV regel, soms ook andere. Bij conflicterende uitkomsten is de NPV altijd leidend.

7.2 INTERNAL RATE OF RETURN REGEL
IRR-investeringsregel= investeer als IRR > kapitaalkosten. Dus, als het gemiddelde
rendement op de investeringskans (IRR) groter is dan het rendement op andere
investeringen in de markt met gelijkend risico en maturity (kapitaalkosten), investeren!

De IRR-regel toepassen
Vaak geeft het dezelfde uitkomst als de NPV-regel, maar niet in alle situaties. Het werkt
alleen gegarandeerd voor een stand-alone project als alle negatieve kasstromen van het
project voorafgaan aan de positieve. In de volgende situaties faalt de IRR:
• Vertraagde investeringen: als negatieve kasstromen na de positieve komen, zullen
hogere kapitaalkosten de waarde van de negatieve kasstromen alleen doen
afnemen. Dus, als de volgorde van de kasstromen wordt omgedraaid, zal de IRR een
tegenovergesteld advies van de NPV-regel geven.
• Meerdere IRR’s: bij meerdere wisselingen tussen positieve en negatieve kasstromen.
• Niet-bestaande IRR

Dus, hoewel de IRR beperkingen heeft voor het maken van investeringsbeslissingen, blijft de
IRR zelf wel nuttig, omdat het het gemiddelde rendement van de investering meet en de
gevoeligheid van de NPV voor enige schattingserror in de kapitaalkosten.

7.3 PAYBACK RULE
Terugbetaal-investeringsregel= accepteer het project als de kasstromen de initiële
investering binnen een vastgestelde periode terugbetalen. Nadelen zijn echter:
• Houdt geen rekening met kapitaalkosten van het project en tijdswaarde van geld
• Negeert kasstromen na de terugbetaalperiode
• Hangt op een ad hoc beslissingscriterium: wat is de vereiste terugbetaaltermijn?

,Een voordeel is de simpelheid. Bij kleine investeringsbeslissingen kunnen kosten van een
incorrecte beslissing niet opwegen tegen tijd die het kost de NPV te berekenen. De payback
regel biedt ook budgetinfo over de tijd waarin kapitaal aan een project gecommitteerd zal
zijn. Sommige bedrijven willen kapitaal niet aan lange-termijn investeringen committeren
zonder nauwkeurig onderzoek. En, als de vereiste terugbetaaltermijn kort is, zullen de
meeste projecten die aan de payback regel voldoen een positieve NPV hebben.

7.4 TUSSEN PROJECTEN KIEZEN
Soms moeten bedrijven kiezen tussen meerdere projecten, die wederzijds uitsluitend zijn. In
geval van de NPV moet worden gekozen voor de hoogste uitkomst. Bij de IRR -een maatstaf
voor het verwachte rendement van het investeren in een project- zou je verwachten dat je
het project met de hoogste IRR moet kiezen, maar als projecten verschillen in investerings-
schaal, timing van hun kasstromen, of risico, kunnen hun IRR’s niet worden vergeleken!

De incrementele IRR
Als je wilt kiezen tussen twee projecten is een alternatief voor het vergelijken van de IRR’s
om de incrementele IRR te berekenen: de IRR van de incrementele kasstromen die
resulteren uit het vervangen van het ene project met het andere. Deze toont het
verdisconteringspercentage waartegen het winstgevend wordt te switchen van project.

Echter zijn er dezelfde problemen als bij de IRR:
• Zelfs als negatieve kasstromen vooraf gaan aan positieve voor de individuele
projecten, hoeft dit niet waar te zijn voor de incrementele kasstromen. Als het niet
zo is, is de incrementele IRR moeilijk te interpreteren, non-existent, of niet uniek.
• De incrementele IRR kan indiceren of het winstgevend is van het ene naar het
andere project te switchen, maar niet of een van de projecten individueel een
positieve NPV heeft.
• Als individuele projecten verschillende kapitaalkosten hebben, is het onduidelijk met
welke kapitaalkosten de incrementele IRR moet worden vergeleken. Alleen de NPV
geeft hier een betrouwbaar antwoord.

7.5 PROJECTSELECTIE MET RESOURCEBEPERKINGEN
In principe moet het bedrijf alle NPV-positieve investeringen doen, maar vaak zijn er
beperkte middelen. Soms vragen verschillende projecten verschillende hoeveelheden van
een bepaalde schaarse resource. Het bedrijf moet dan de beste set investeringen kiezen die
mogelijk is. Het identificeren van de optimale projectencombinatie kan moeilijk zijn. Dan
kan de profitability index worden gebruikt: de NPV/geconsumeerde resource. De projecten
met de hoogste PI worden dan als eerste gekozen, totdat de resources op zijn.

Er moet echter wel aan twee condities worden voldaan:
• De set gekozen projecten volgens de PI put de beschikbare resource volledig uit.
• Er is slechts één relevante resourcebeperking. Wanneer het er meer zijn heb je
geavanceerdere technieken nodig!

,HOOFDSTUK 8: FUNDAMENTEN VAN CAPITAL BUDGETING

8.1 EARNINGS VOORSPELLEN
Kapitaalbudget= bevat projecten en investeringen die het bedrijf wil gaan ondernemen
komend jaar. Om de lijst vast te stellen analyseren bedrijven alternatieve projecten en
beslissen ze welke ze accepteren via het proces van kapitaalbudgettering: hierbij worden
voorspellingen gemaakt van de toekomstige consequenties van het project voor het bedrijf,
voornamelijk qua opbrengsten en kosten. Doel is om het effect op kasstromen te bepalen
en de NPV van deze kasstromen te evalueren om de consequenties van de beslissing voor
de bedrijfswaarde te bepalen. Earnings zijn geen echte kasstromen, maar toch worden vaak
de incrementele earnings voorspeld om uiteindelijk de impact op kasstromen te bepalen.

Incrementele earnings voorspelling
Na het maken van een opbrengsten- en kostenschatting, kun je incrementele earnings
voorspellen (let op, hoewel opbrengsten en kosten door het hele jaar plaatsvinden, geldt
hier de standaard conventie dat ze aan het eind van het jaar gebeuren).
• CAPEX en afschrijving: hoewel investeringen in kapitaal een cash expense zijn,
worden ze niet direct als kosten gezien bij berekening van earnings. In plaats ervan
schrijft men een deel van de kosten af per jaar (vaak straight-line). Aftrek van deze
afschrijvingskosten leidt tot de voorspelling van de EBIT. Deze behandeling van
CAPEX is een van de redenen waarom earnings niet hetzelfde als cash flows zijn.
• Interestkosten: bij het berekenen van netto-inkomen trekt je eerst interestkosten
van de EBIT af. Als je echter een project evalueert, neem je de interestkosten niet
mee! Incrementele interestkosten zullen gerelateerd zijn aan de beslissing van het
bedrijf over hoe het het project zal financieren. Je wilt echter het project op zichzelf
evalueren, apart van de financieringsbeslissing en de gepaste kapitaalkosten
opnemen in de NPV-berekening. Dus, je refereert naar netto-inkomen als unlevered
netto-inkomen van het project, dat dus geen interestkosten van debt bevat.
• Belasting: het marginale belastingpercentage is het correcte percentage, dat wordt
betaald over het incrementele pre-tax inkomen. → Income Tax = EBIT x Tt.
• Unlevered netto-inkomensberekening → 𝑈𝑛𝑙𝑒𝑣𝑒𝑟𝑒𝑑 𝑛𝑒𝑡𝑡𝑜 − 𝑖𝑛𝑘𝑜𝑚𝑒𝑛 =
𝐸𝐵𝐼𝑇 𝑥 (1 − 𝑇𝑡 ) = (𝑂𝑝𝑏𝑟𝑒𝑛𝑔𝑠𝑡𝑒𝑛 − 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 − 𝑎𝑓𝑠𝑐ℎ𝑟𝑖𝑗𝑣𝑖𝑛𝑔) 𝑥 (1 − 𝑇𝑡 ).

Indirecte effecten op incrementele earnings
Als je incrementele earnings van een investeringsbeslissing berekent, moet je alle
veranderingen tussen de earnings van het bedrijf met het project versus zonder het project
opnemen. Je moet naast directe effecten van het project ook kijken naar indirecte gevolgen
voor andere operaties binnen het bedrijf, omdat deze totale earnings ook beïnvloeden!
• Opportuniteitskosten= veel projecten gebruiken een resource dat het bedrijf al
heeft. Omdat het bedrijf geen cash hoeft te betalen om deze voor een nieuw project
te gebruiken, wordt vaak aangenomen dat het vrij beschikbaar is. Echter kan de
resource vaak waarde voor het bedrijf bieden in een andere kans of project. De
opportunity cost van het gebruiken van een resource is de waarde die het in het
beste alternatieve gebruik zou opleveren. Omdat deze waarde verloren gaat als de
resource bij een ander project wordt gebruik, moet je opportunity costs als
incrementele projectkosten opnemen.

, • Projectexternaliteiten: indirecte effecten van het project die de winst van andere
bedrijfsactiviteiten doen toe- of afnemen. Als een nieuw product verkopen van een
bestaand product doet afnemen, heet dit kannibalisatie.

Verzonken kosten en incrementele earnings
Verzonken kosten= onherstelbare kosten die een bedrijf al heeft. Deze moeten worden
betaald, ongeacht de beslissing of men wel of niet doorgaat met het project, en zijn daarom
niet incrementeel m.b.t. de huidige beslissing (worden daarom niet opgenomen).
• Vaste overheadkosten= geassocieerd met activiteiten die niet direct aan een
bedrijfsactiviteit zijn toe te schrijven, maar vele bedrijfsgebieden beïnvloeden. Als ze
vast zijn en sowieso gemaakt worden, zijn ze niet incrementeel voor het project.
• Verleden R&D-uitgaven
• Onvermijdelijke competitieve effecten: vaak bekommeren bedrijven zich bij nieuwe
productontwikkeling over kannibalisatie. Maar als verkopen sowieso zullen afnemen
door nieuwe producten van concurrenten, zijn verloren verkopen verzonken kosten.

Real world complexiteiten
Vaak zijn er versimpelende aannames over continuïteit, maar er zijn complexe situaties: de
afzet, de gemiddelde verkoopprijs, en de gemiddelde kosten fluctueren vaak per jaar!

8.2 FREE CASH FLOWS EN NPV BEPALEN
Eigenlijk zijn niet de earnings, maar de cashflows relevant voor het bedrijf om te weten in de
kapitaalbudgetteringsbeslissing. Het incrementele effect van een project op de beschikbare
cash van het bedrijf -apart van financieringsbeslissingen- is de FCF van een project.

FCF uit earnings berekenen
𝐹𝑟𝑒𝑒 𝐶𝑎𝑠ℎ 𝐹𝑙𝑜𝑤 = (𝑜𝑝𝑏𝑟𝑒𝑛𝑔𝑠𝑡𝑒𝑛 − 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛 − 𝑎𝑓𝑠𝑐ℎ𝑟𝑖𝑗𝑣𝑖𝑛𝑔) ∗ (1 − 𝑇𝑡 ) +
𝑎𝑓𝑠𝑐ℎ𝑟𝑖𝑗𝑣𝑖𝑛𝑔 − 𝐶𝑎𝑝𝐸𝑥 − ∆𝑁𝑊𝐶. Je haalt de eerst afschrijving eraf om incrementele
earnings te berekenen, en voegt het later weer toe (omdat het een non-cash kost is). Dus,
het enige effect van afschrijving is om belastbaar inkomen te reduceren. Je kan het ook
zeggen: 𝐹𝑟𝑒𝑒 𝐶𝑎𝑠ℎ 𝐹𝑙𝑜𝑤 = (𝑜𝑝𝑏𝑟𝑒𝑛𝑔𝑠𝑡𝑒𝑛 − 𝑘𝑜𝑠𝑡𝑒𝑛) ∗ (1 − 𝑇𝑡 ) − 𝐶𝑎𝑝𝐸𝑥 − ∆𝑁𝑊𝐶 +
𝑇𝑡 ∗ 𝑎𝑓𝑠𝑐ℎ𝑟𝑖𝑗𝑣𝑖𝑛𝑔. Hierbij is het laatste product het afschrijving belastingschild, belasting-
besparing die ontstaat doordat je kunt afschrijven en zo een positief effect op FCF heeft.

Netto werkkapitaal
De meeste projecten vereisen een investering in NWC.
NWC= huidige activa – huidige verplichtingen = cash + voorraad + te ontvangen – te betalen.
Hierbij heet het verschil tussen te ontvangen en te betalen bedragen het handelskrediet.

8.3 TUSSEN ALTERNATIEVEN KIEZEN
Tot nu toe was de keuze: wel of niet investeren. Hierbij werd dan naar de FCF en de NPV van
het project gekeken. Wanneer er echter sprake is van wederzijds uitsluitende projecten
moet je hier ook weer naar kijken: echter focus je dan alleen op de cash flows die tussen de
projecten verschillen. Cash flows die bij beide hetzelfde zijn mag je voor het gemak negeren.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper businessstar. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,39. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€7,39  6x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd