Marketingcommunicatie
W1: H: 5.2, 5.3 en H7 Strategisch mcplan en Mcdoelgroep
H5.2 & 5.3
Kwan Ondernemersdoelstellingen:
Winst-, concurrentie-, efficiëntie-, flex-.
Kwal Ondernemersdoelstellingen:
Markt/klantgerichtheid, MVO, reputatie,
continuïteit, etc.
In ondernemersplan Ostrategie: Vastgelegd wat bijdrage van elk onderdeel van onderneming aan
realisatie van concerndoelstellingen zijn (productie, marketing, financiën, etc).
Marketingcommunicatie is het in contact treden (actief/reactief) met de doelgroepen (handel en/of
consumenten) om kennis/houding/gedrag te beïnvloeden, in een voor het marketinggebied gunstige
richting. Het MCplan bestaat uit:
-H6 Merkanalyse: Is het merk goed zoals het nu is? SWOT
-H7 MCdoelgroep: zvm info verzamelen. MCdoelgroep kan groter zijn dan Mdoelgroep (Beïnvloed
potentiele kopers). MC speelt altijd rol in koopproces (genereren van vraag) naar producten.
-H8 MCdoelstelling: Doelstellingen gericht op dominantie, relevatie, binding en gedrag. Meetbaar.
-H9 MCstrategie: Relevant (positioneren). Geeft natuurlijk geen garanties.
-H10 MCinstrumenten: Als instrumenten gekozen zijnmediamix kiezen (paid, owned, earned).
-H11 Creatief concept: Verschil matige/goede campagne. Propositie van belang (zeggen, doen, geven
-H12MC budget: Behandeld in vak ‘’Budgettering’’.
-H13 Evaluatie: Onderzoek naar communicatie effecten en media-inzet.
Week6 H1 (tm 1.5, -1.4) & H6.2
Merkanalyse: Imago, Identiteit en positionering (hoe gezien worden).
Merkanalyse modellen:
1 Golden circle: Inside-outside. Niet wat je verkoopt, maar waarom je verkoopt. Why-how-what.
How: USP’s.
2 Brand Key: 9 onderdelen, outside-in benadering.
, Voordeel: je moet alle stappen nemen. Nadeel:
outside-in.
3 Nieuwe merkmodel:
Relevante prikkels moeten leiden tot activatie van de merknaam (en niet de merkessentie).
Relatie tussen productbehoefte en merknaam het belangrijkste.
Relevantie: functionele en emotionele behoefte aanspreken.
Dominantie: Zichtbaarheid van je merk: comm touchpoints, merktekens en pershkenmerken:
Trends en ontw media: Steeds meer comm mogelijkheden (internet of things), mediafragmentatie,
Always-on en location-based marketing.
Multi mediale campagne: zelfde verhaal op diverse media. Crossmedia: kleine stukjes per kanaal.
Merkidentiteit<-> positionering.
Propositie is dus relevant, onderscheidend en authentiek.
Merkidentiteit: Imago (beeld wat men heeft), identiteit (wie de org is) en positionering (hoe je gezien
wil worden).
Org ID: Visie, missie, waarden.
Merk ID: merkbelofte, bewijs en merkpersoonlijkheid.
Merkbare ID: visuele ID, payoff, tone of voice, touchpoints.