Examenmatrijs – internationaal recht
Code 1.1 De kandidaat motiveert voor een bepaalde situatie
welk gevolg de globalisering heeft voor de economie en de
arbeidsmarkt, zoals meer concurrentie, toename internationaal
handelsverkeer, verplaatsing bedrijven en werkzaamheden naar
lagelonenlanden, arbeidsmigratie, toename internationaal
kapitaalverkeer, grotere wederzijdse afhankelijkheid landen bij
crisissituaties, toename buitenlandse werknemers, enz. **
- Globalisering is internationalisering, de wereld slaat de handen in 1.
Gevolgen voor de economie:
■ Toename van het internationaal handelsverkeer
■ Meer concurrentie voor bedrijven
■ Toename van internationaal kapitaalverkeer
■ Grotere wederzijdse afhankelijkheid van landen bij crisissituaties
■ Verplaatsing bedrijven en werkzaamheden naar lageloonlanden:
Bedrijven kunnen dan beter concurreren: lagere loonkosten, meer winst
en het bedrijf kan makkelijker aan personeel komen.
Gevolgen voor de arbeidsmarkt:
■ Arbeidsmigratie: Globalisering zorgt voor meer arbeidsmigratie. Om
lonen te drukken of om een tekort aan arbeidskrachten op te vangen
zoals kennismigranten.
■ Toename van buitenlandse werknemers.
■ Meer concurrentie op de arbeidsmarkt: In Nederland met name voor de
lager opgeleide werknemers
Code 2.1 De kandidaat motiveert voor een bepaalde situatie
welk gevolg de globalisering heeft voor de samenleving op
politiek en cultureel gebied, zoals invloed van andere culturen op
ons dagelijks leven, overname van gewoontes, afzetten tegen
andere culturen, democratiseringstendenzen, respect voor
mensenrechten, regelgeving door internationale organisaties
,zoals de Europese Unie en de Verenigde Naties, samenwerking
tussen politieke geestverwanten uit diverse landen, enz. **
■ Meer democratie in bepaalde landen. Denk aan Oostbloklanden.
■ Steeds meer andere culturen hebben invloed op het dagelijks leven.
■ Meer respect voor mensenrechten.
■ Regelgeving door internationale organisaties zoals de Europese unie en
de Verenigde Naties.
■ Samenwerking tussen geestverwanten uit verschillende landen. Zie b.v.
de Europese politieke partijen in het Europees parlement.
■ Steeds meer andere culturen hebben invloed op het dagelijks leven.
■ Er ontstaat meer begrip voor andere culturen en gewoontes.
■ Bepaalde gewoontes of bepaalde onderdelen van de cultuur van andere
volkeren worden van elkaar overgenomen.
■ Of mensen zetten zich juist af tegen andere culturen. Die willen het
liefst in hun eigen ‘groep’ blijven.
Code 3.1 De kandidaat beschrijft de bronnen van internationaal
recht (internationale verdragen, internationale gewoonten,
algemene rechtsbeginselen, rechterlijke beslissingen).
■ Internationale verdragen: Het internationale recht/ volkenrecht wordt
vastgelegd in verdragen tussen staten en in besluiten die genomen
worden door internationale partijen. Je hebt bilaterale en multilaterale
verdragen.
■ Internationale gewoonte: is een ongeschreven recht, het gaat hier om
een handeling waarvan men gewend is dit uit te voeren en wat voor je
gevoel normaal is. De rechter kan over een geschil in rechtelijke en
billijkheid beslissen dat het om een gewoonte gaat.
■ Algemene rechtsbeginselen: Denk hierbij aan beginselen als goed
trouw, redelijkheid en billijkheid, proportionaliteit en zorgvuldigheid.
Daarnaast staan in enkele belangrijke verdragen, zoals het EVRM en
het IVBPR, beginselen die van toepassing zijn.
, ■ Rechtelijke beslissingen: is een beslissing van de rechter.
Code 3.2 De kandidaat beschrijft de totstandkomingsprocedure
van Verdragen zoals aangegeven in de Grondwet.
Art. 90 Grondwet: ‘De regering bevordert de ontwikkeling van de
internationale rechtsorde’
■ In overleg met andere staten een definitieve verdragstekst opstellen.
Ondertekening namens Nederland door Minister van Buitenlandse
Zaken of de Ambassadeur van het Koninkrijk der Nederlanden.
■ Vervolgens moet de Staten-Generaal (= de Eerste en Tweede Kamer,
onze volksvertegenwoordiging) de inhoud van het verdrag goedkeuren.
Zie artikel 91 Grondwet.
■ Na goedkeuring door de Staten-Generaal kan het verdrag geratificeerd
(=ondertekend) worden.
■ Bekendmaking in het tractatenblad.
Art. 91 grondwet: ‘overige bepalingen’
■ Het Koninkrijk wordt niet aan verdragen gebonden en deze worden niet
opgezegd zonder voorafgaande goedkeuring van de Staten-Generaal.
De wet bepaalt de gevallen waarin geen goedkeuring is vereist.
■ De wet bepaalt de wijze waarop de goedkeuring wordt verleend en kan
voorzien in stilzwijgende goedkeuring.
■ Indien een verdrag bepalingen bevat welke afwijken van de Grondwet
dan wel tot zodanig afwijken noodzaken, kunnen de kamers de
goedkeuring alleen verlenen met ten minste twee derden van het
aantal uitgebrachte stemmen.
Art. 92 grondwet: ‘overige bepalingen’
■ Met inachtneming, zo nodig, van het bepaalde in artikel 91, derde lid,
kunnen bij of krachtens verdrag aan volkenrechtelijke organisaties
bevoegdheden tot wetgeving, bestuur en rechtspraak worden
opgedragen.
Art. 93 grondwet: ‘overige bepalingen’