Overzichtjes Zintuigen, Hersenen & Beweging II
Naomi Janssen
BEGRIPPEN
Begrip Uitleg
Concentrisch Actieve spierverkorting
Isometrisch Aanspanning zonder lengteverandering
Excentrisch Actieve spierverlenging
Actieve insufficiëntie Maximale verkorting spier is bereikt, actine en myosine kunnen
niet verder over elkaar heen schuiven
→bij concentrisch
Passieve insufficiëntie Maximale uitrekking spier is bereikt
→bij excentrisch
Krachtspieren Weinig motorunits, zodat in één keer veel kracht kan worden
gegenereerd
→geveerde spieren
Stuurspieren Veel motorunits, voor nauwkeurigheid
Parallelle spieren Kunnen over grote afstanden contraheren
Retinaculum Verdikking in de diepe fascie
Functie: pezen en structuren op hun plaats houden zodat ze tijdens
verkorten van spieren langs gewrichten blijven lopen.
Schrede Afstand tussen neerzetten van rechterhak tot nogmaals neerzetten
van rechterhak
Stap Afstand tussen neerzetten van rechterhak tot neerzetten linkerhak
Standfase/standbeen Hielcontact tot afzet
Zwaaifase/zwaaibeen Afzet tot hielcontact
Bipedale fase Met twee voeten op de grond tijdens lopen
Zweeffase Tijdens rennen
Loopsnelheid Bepaald door gemiddelde staplengte en stapfrequentie
Grondreactiekracht Volgens 3e wet van Newton (actie=reactie).
Moment op gewricht (externe moment) wordt gecompenseerd
door spieractiviteit (interne moment)
Enkel-arm index (EAI) Voor perifeer vaatlijden, als bloeddruk is been lager is: positief
Dermatoom Weerspiegelt de manier waarop spinale zenuwen de huid
innerveren
,Myotoom Spiergroep die geïnnerveerd wordt door 1 spinale zenuw
Anatomische snuifdoos Driehoekige depressie aan radiodorsale zijde van de hand.
(=tabatière anatomique) Gevormd door:
- Mediaal: pees m. extensor pollicis longus
- Lateral: pezen m. extensor pollicis brevis en m. abductor
pollicis longus
- Proximaal: processus styloideus radii
- Bodem: os scaphoideum →hier fractur: drukpijn snuifdoos
Lichaamszwaartepunt Ligt bij S2
Zwaartelijn loop achter heupgewricht langs en voor kniegewricht
Vertical shift Zwaartepunt beweegt omhoog en omlaag in transversale vlak
tijdens lopen
Fasciculaties Spontane ontlading van 1 motorische voorhoorncel of 1
zenuwuitloper. Verdwijnen bij aanspannen
→bv bij ALS
AGE’s (advanced glycation Ontstaan als een eiwit bindt met twee suikers (crosslinking)
endproducts) In weefsel met lage turnover kunnen ze niet snel verwijderd
worden → kraakbeenweefsel wordt stijver, brosser en vernieuwt
nog minder
Voorspellend voor ontstaan artrose
Scapula-humeraal ritme Abductie arm en laterale rotatie scapula
Prostaglandinen Komen vrij bij pijnprikkel
Gevormd door COX2
Effecten:
- Gevoeligheid nociceptoren omhoog
- Lokale vasodilatatie (erytheem)
- Doorlaatbaarheid capillairen omhoog
- Activeren temperatuurcentrum in hypothalamus → koorts
COX-1 Constutioneel
Aanwezig in vaatwand, nieren, maagmucosa en trombocyten
Trombogeen effect: activeert TXA2 in trombocyt → activatie en
aggregatie trombo
Prostaglandinen zorgen voor homeostase en protectie →
beschermende werking maagmucosa
→wanneer deze worden geremd door NSAID’s: maagulcera
COX-2 Gebruikt arachidonzuur om prostaglandinen te vormen
Komt alleen tot expressie bij ontsteking en schade, verspreid zich
dan over aangedane organen
Remming trombocytenaggregatie: door vorming van PGI2
(prostacycline) door COX-2
Hoog risico op cardiovasculaire complicaties
Prostaglandingen zorgen voor vorming inflammatoire cellen en
nociceptie
Arachidonzuur Hiervan worden leuktrienen, tromboxaan, prostaglandinen en
prostacyclinen gemaakt
Wordt gevormd uit fosfolipase A2
Histamine Maakt nociceptoren nog gevoeliger
PGE2 Vasodilatatie afferente arteriole → meer bloed naar glomerulus →
hogere GFR
→NSAID’s remmen PGE2: lagere GFR
Lordose Kromming naar ventraal
, Cervicaal en lumbaal
Kyfose Kromming naar dorsaal
Thoracaal en sacraal
Bij baby’s volgorde:
1. Alleen kyfose
2. Cervicale lordose bij kruipen
3. Lumbale lordose bij oprichten lichaam
Scoliose Kromming naar lateraal
Pathologisch
Functionele: ontstaan door beenlengteverschil
→probleem niet in wervelkolom zelf, kan opgeheven worden als
benen gelijke lengte zijn
Structurele: torsie en gibbus
→probleem in wervelkolom. LO: asymmetrische buikhuidreflexen
Unhappy triad - Voorste kruisband
- Mediale meniscus
- Mediale lig. Collaterale
Q-hoek Stand femur ten opzichte van de tibia
Grotere Q-hoek: patella meer naar lateraal
Spit Acute, aspecifieke lage rugpijn
Lumbago Chronische aspecifieke lage rugpijn
B-symptomen Onverklaard gewichtsverlies, algehele malaise, koorts
Bij maligniteit
Pijncontingente behandeling Alleen als er pijn is behandelen
Tijdscontingente Behandeling staat gepland op vaste tijdstippen
behandeling →dit wil je bij paracetamol bij aspecifieke lage rugpijn
Cobbse hoek Als groter dan 45 graden dan wordt hij sowieso nog groter
AANDOENINGEN
Aandoening Uitleg
, Coupe de follet Spierruptuur, vaak mediale kop van de m. gastrocnemius
(zweepslag)
Spieroverrekking (minor Oorzaak vaak overbelasting. Verhoogde kans hierop bij: excentrische
strain) belasting, bi-articulaire spieren, snelle explosieve sport, spieren met
veel witte spiervezels (type 2).
Contusie Spierscheuring
Oorzaak exogeen
Distorsie Spierscheuring
Oorzaak endogeen
Compartimentsyndroom Verstoring van bloedtoevoer door zwelling binnen een compartiment.
Zwelling kan nergens heen door onrekbaar bindweefselschot.
Oorzaak: vaak ontsteking
Symptomen in chronologische volgorde:
1. Progressieve hevige pijn
2. Toegenomen spanning in compartiment palpabel
3. Rekpijn van spieren in compartiment
4. Paralyse
5. Paresthesie (hyposensibiliteit)
Behandeling: fasciotomie
Myositis ossificans Verkalking in spier als gevolg van grote bloeduitstorting
Tendinopathie Bursitis, (partiële) ruptuur, tendinosis, peritendinitis. Return to play 4-
26 weken.
Pijn door microscheurtjes in de pees, crepitaties, stijfheid (ochtend),
zwelling, prestatievermindering.
Stadia pijn:
Stadium 1: pijn na activiteit
Stadium 2: pijn tijdens activiteit zonder prestatieverlies
Stadium 3: pijn tijdens activiteit met prestatieverlies
Stadium 4: pijn in rust
Varices (spataderen) Kleppen van perforerende venen functioneren niet meer goed, bloed
en vocht hoopt zich op voor het defect.
Meralgia paresthetica Uitval van de n. cutaneus femoralis lateralis. Uitval/pijn aan laterale
zijde dijbeen zonder letsel
Jumper’s knee Tendinose (verstoord herstelproces), vooral drukpijn bij LO
Patellofemoraal Pijnklachten rondom patella door groefvorming in patella die over het
pijnsyndroom femur schuren
Hapering bij strekken en buigen bij LO, pseudoslotklachten en
crepitaties
Contractuur van Verharding aponeurosis palmaris
Dupuytren →klauwhanden
Hamstringblessure Ruptuur spier/pees, vaak m. rectus femoris
Vaak bij excentrische activiteit
Geen uitzwaai been, korte staplengte, assymetrisch looppatroon,
langzaam, voorvoet meer belast, verminderde knie-extensie in late
zwaaifase
Achillespeesblessure Ruptuur achillespees, vaak caput mediale m. gastrocnemius
Meer mid/voorvoetbelasting, klapvoet, verminderde clearance in
zwaaifase, knie en heup meer in flexie
Neuromusculaire
stoornissen
Ziekte van Duchenne Overerving x-chromosomaal, mutatie dystrofine gen (Xp21-gen)