Strafprocesrecht
HOORCOLLEGES
HOORCOLLEGE 1
Algemene inleiding en bronnen strafprocesrecht
Algemene instructies
• Inhoud van het vak: strafprocesrecht (regels die bij toepassing van materieel Sr
in acht moeten worden genomen)
- Het strafprocesrecht bevat alle voorschriften omtrent de opsporing van strafbare
feiten, de vervolging van strafbare feiten, de berechting (ook wel de terechtzitting)
van strafbare feiten en de executiefase.
- Het materiele strafrecht bepaalt wat er verboden is in dit land en welke sancties er
gesteld kunnen worden op overtreding van die voorschriften. Het strafprocesrecht
normeert de wijze waarop dat materiele strafrecht kan worden toegepast. Daar
komt het kortgezegd op neer.
• Aard van het vak: het gaat om grote menselijke belangen (m.n. van verdachten
en van slachtoffers)
- In eerste plaats gaat het om de belangen van de verdachte die belaagd wordt
door de overheid met een strafrechtelijke beschuldiging.
- Daarnaast ook belangen van betrokkenen als slachtoffers en getuigen, die in zo’n
procedure een rol spelen en die een groot belang hebben met de manier waarop
de procedure wordt gevoerd en hoe zij daarbinnen worden behandeld.
- Het gaat niet over formaliteiten, maar over menselijke belangen.
- Om een voorbeeld daarvan te geven; zaak ging over drugsverslaafde verdachte
die werd verdacht van een bijzonder delict, namelijk; het opzettelijk gelegenheid
geven tot het plegen van ontucht met een minderjarige (art. 250 Sr). Het geval
was dat hier sprake was van een zwaar verslaafde verdachte en die had zijn
driejarig dochtertje meegenomen naar een verslaafdenpand en vervolgens was
hij uit dat pand verdwenen, terwijl volgens de aangifte het risico bestond dat zijn
risico in zijn afwezigheid seksueel zou worden misbruikt. Verdachte is voor een
tijd weggeweest en daarna bleek dat zijn dochter inderdaad zwaar was misbruikt
door de aanwezige mensen. De vraag is; heeft deze verdachte bewust de
aanmerkelijke kans op de koop toegenomen (voorwaardelijk opzet) dat in zijn
afwezigheid zijn dochter seksueel misbruikt zou worden door de aanwezigen van
dat pand? Zaak ging of de voorlopige hechtenis van verdachte zou moeten
worden verlengd. Verdachte ontkende het delict, door te zeggen hoe de rechters
hierbij konden komen om hem te verdenken van dit delict. Dan denk je dat het
eerste wat in je opkomt is dat het om ongelofelijk grote belangen gaat, want; wat
als hij ten onrechte vervolgd wordt voor het delict terwijl hij dit niet heeft gedaan?
Maar aan de andere kant, als hij het wel heeft gedaan vanwege financiële
belangen, dan moeten we ook als rechtsgemeenschap optreden, want dan is het
een enorm delict waarvan je denkt dat het in de richting gaat van de
maximumstraf voor dit delict.
- Gaat over belangen van mensen, zijn veel bepalender dan in andere delen van
het recht waar het bijvoorbeeld alleen over geld gaat. Het gaat over emotie, over
menselijke belangen, en daar moeten we een goede oplossing voor vinden.
• Criminaliteit speelt zich vaak af in een wereld die wij nauwelijks kennen
- Aan zo’n voorbeeld kan je dit zien! Zo’n situatie gaat over delen van de wereld die
wij nauwelijks kennen, maar het is wel de realiteit waar we mee te maken hebben,
waar we een oplossing voor moeten vinden en een adequate beslissing moet
worden genomen.
• Voorbeeld: > Drugsverslaafde met kind
, - Zie hierboven.
Functie van het voorbeeld
1. Het grote belang van een goede organisatie van de strafvordering: niet te weinig
bevoegdheden en niet te veel (kernpunt: we mogen geen verkeerde beslissingen
nemen – vgl. Schiedamse Parkmoord)
- Waar we in de strafvordering op uit zijn, is dat we een goed evenwicht moeten
vinden, een goede balans moeten zoeken, naar de bevoegdheden die de
overheid heeft, om strafbare feiten op te sporen, te vervolgen en te berechten. Er
moeten niet te veel bevoegdheden zijn, maar ook niet te weinig.
- In het strafrecht kunnen we ons niet veroorloven om een verkeerde beslissing te
nemen!
- Voorbeeld van de Schiedamse Parkmoord, waarbij een verdachte verweten werd
een kind vermoord had en een ander kind misbruikt, en daarvoor veroordeeld.
Later bleek dat het een onterechte veroordeling was. Moet je je voorstellen wat er
dan gebeurt, als je veroordeeld wordt voor iets wat je niet hebt gedaan!
- Dat is maatschappelijk totaal onaanvaardbaar. Dat is waar we voor staan, en
waar het strafprocesrecht om gaat.
- We willen mensen die verschrikkelijke dingen hebben gedaan opsporen en
berechten en straffen, maar aan de andere kant moeten we alles bewerkstelligen
dat mensen die het niet gedaan hebben, vrijuit gaan.
2. Hoe moet het strafprocesrecht worden bestudeerd? Twee gezichtspunten:
• Kennis van de techniek (vb BOB-bevoegdheden in art. 126g Sv e.v.)
- Kennis hebben van het geldende recht. Je moet een aantal voorschriften kunnen
vinden/uit het hoofd kennen.
- Weten hoe de zaken geregeld zijn. Weten welke bijzondere
opsporingsbevoegdheden de politie ter beschikking staat als ze op zoek zijn naar
een opheldering van een strafbaar feit.
• Inzicht in achtergrond van geldend recht (vb anti-terrorismewetgeving)
- Alleen kennis is niet voldoende; ook zelf meedenken over de vraag of de
bestaande regelingen de juiste regelingen zijn. Inzicht in de achtergrond van het
geldeden recht wordt besproken, door bijvoorbeeld het geven van voorbeelden
van geldende recht die voor overweging in aanmerking komen.
Ontwikkeling strafprocesrecht
Aandachtspunten.
• Strafvordering legitimeert inbreuken op burgerlijke rechten: het schept en
beperkt macht
- Vertrekpunt. De bevoegdheden die in het Wetboek van Strafvordering worden
toegekend aan de verschillende organen, die legitimeren inbreuken op de
burgerlijke rechten.
- Door het Wetboek van Strafvordering wordt machtsuitoefening tegen de burgers
mogelijk gemaakt, gelegitimeerd, maar tegelijkertijd wordt ook de
machtsuitoefening tegen de burgers beperkt, omdat buiten de mandaten die het
Wetboek van Strafvordering geeft, is machtsuitoefening niet meer mogelijk.
• Inhoud van strafprocesrecht is afhankelijk van politieke overwegingen (->
niemand kan aanspraak maken op handhaving van de status quo)
- Uiteindelijk is het Parlement in Nederland dat bepaalt hoe ver het strafrecht mag
ingrijpen in de vrijheidssfeer van de individuele burgers.
- We moeten ons neerleggen bij het democratische mandaat van de Tweede
Kamer en aanspraak kan maken op handhaving van de bestaande situatie.
• Strafprocesrecht is dynamisch
- Het verandert namelijk naar het politieke ‘waan van de dag’.
• Voorbeelden:
- In 1993 200 artikelen van WvSv veranderd; daarna is tempo verder
opgeschroefd
, - Onderzoeksproject Strafvordering 2001
- Wetgevingsproject Strafvordering 2011
- 2014-heden Project Modernisering WvSv
Project modernisering WvSv
• Boek 1: algemene bepalingen en institutioneel kader
• Boek 2: voorbereidend onderzoek
• Boek 3: buitengerechtelijke afdoening en vervolging
• Boek 4: berechting
• Boek 5: rechtsmiddelen
• Boek 6: bijzondere procedures
• Boek 7: internationale samenwerking
• Boek 8: tenuitvoerlegging (wordt buiten de moderniseringsoperatie apart
ingevoerd)
Aanleiding tot modernisering
Waarom zijn we begonnen met het heroverwegen van een bestaand Wetboek en dat willen
vervangen door een totaal nieuw Wetboek?
Aanleidingen voor het moderniseren (komt uit verplichte stof voor vandaag):
1. Doelstellingen sv zijn verbreed
- Het was aanvankelijk zo dat het Wetboek van Strafvordering een modus vond van
de tegenovergestelde belangen van de verdachte aan de ene kant en de overheid
aan de andere kant in redelijk evenwicht te brengen, maar in de loop van de
laatste 100 jaar zijn er nieuwe belangen bijgekomen die we rekenen tot de
doelstellingen van het strafprocesrecht en waar in een nieuw wetboek meer
aandacht aan zou moeten worden besteed dan in het bestaande wetboek.
- Voorbeeld: ook slachtoffers moeten ook een eigen, belangrijke rol hebben.
2. Aard van criminaliteit en sancties is veranderd
- We zijn geconfronteerd met georganiseerde criminaliteit, we hebben te maken
met ondermijningscriminaliteit (koepelbegrip voor het verschil tussen de onder- en
bovenwereld die aan het vervagen is). De samenleving zoekt naar nieuwe wegen
om met dit soort verschijnselen om te gaan.
- Sancties zijn veranderd; 100 jaar geleden dachten we niet aan de taakstraf, of de
ontnemingsmaatregel (waarbij illegaal genoten voordeel kan worden afgepakt).
3. Rolverdeling van actoren is veranderd
- 2 voorbeelden: de rol van de RC. Dit onder andere door het afschaffen van
strafrechtelijk vooronderzoek in zaken (komen we nog op terug). En de rol van de
OvJ. Dit omdat de OvJ tegenwoordig bevoegd is om een strafbeschikking uit te
vaardigen.
4. Internationalisering
- Niet veel over te zeggen, omdat iedereen weet dat criminaliteit niet stopt bij de
grenzen; er is in toenemende mate interactie tussen de verschillende landen. Er is
toenemende bemoeienis van de EU met de strafvordering.
5. Nieuwe technieken
- Social media, ICT-sector, etc.
- Zijn maatschappelijk van groter belang geworden dat we in het wetboek rekening
mee moeten houden.
Stand van zaken anno 2021
• Boeken 1 en 2 (tweede tranche, na Contourennota): consultatieronde
afgesloten. Eerste helft van 2018: gewijzigde wetsvoorstellen.
• Boeken 3 t/m 6: (derde tranche): consultatieronde afgesloten.
• Vanwege onderlinge samenhang worden tweede en derde tranche gezamenlijk
naar de Raad van State en daarna naar het parlement gestuurd.
• Boeken 7 en 8 reeds in Staatsblad (Stb. 2017, 246 en Stb. 2017, 82)
, Waardering van ontwikkelingen?
Aan de hand van welke maatstaven kunnen wij de ontwikkelingen van het strafprocesrecht
normatief beoordelen? Dat zijn twee maatstaven, die ook gezichtspunten genoemd kunnen
worden.
• Gezichtspunten:
1. Waarheidsvinding (materiële waarheid)
o Omdat we ons niet kunnen veroorloven om verkeerde beslissingen te
nemen. Waarheidsvinding staat dus voorop! We willen weten wat er echt
gebeurd is!
o We kunnen alleen iemand tot straf veroordelen als we binnen zekere
grenzen zeker weten dat diegene het ook echt gedaan heeft.
o Buitengewoon belangrijk gezichtspunt, maar: niet ten koste van alles. We
willen de waarheid achterhalen, maar alleen als we toelaatbare middelen
willen inzetten om de waarheid boven tafel te krijgen. De implicatie
daarvan is dat we extensieve middelen normatief van de hand wijzen.
2. Toelaatbare middelen
o We willen de waarheid achterhalen, maar alleen als we toelaatbare
middelen willen inzetten om de waarheid boven tafel te krijgen. De
implicatie daarvan is dat we extensieve middelen normatief van de hand
wijzen.
• Bekende voorbeelden: penthotal; Zaanse verhoormethode (m.n. HR NJ
1998, 152)
o Voorbeeld: waarheidsserum. Er zijn mogelijkheden om mensen die
verdacht worden te injecteren met een stof zoals penthotal, en dan gaan
ze verklaren wat er echt gebeurd is. Dat is een onderzoeksmiddel wat bij
de militaire inlichtingensfeer toelaatbaar wordt geacht, maar wij oordelen
in de rechtstaat Nederland dat wij niet een zodanige inbreuk op de vrije
oordeelsvorming van een verdachte toelaatbaar achten. Dat vinden we
fout. Dus ondanks dat penthotal tot een best mogelijke uitkomst van de
rechter zou leiden, vinden we nog steeds dat het ontoelaatbaar is.
o Zelfde met het voorbeeld van de Zaanse verhoormethode. Dat is een heel
intensieve manier van verhoren van verdachten; langdurig verhoren in een
intimiderende omgeving en dat alles om de verdachten te bewegen om te
verklaren omtrent de rol in het feitencomplex. HR heeft daar perk aan
gesteld en deze methode niet aanvaardt.
• Recenter voorbeeld: mr. Big-methode (HR 17-12-2019;
ECLI:NL:HR:2019:1982)
o Hieronder.
• Spanning tussen beide gezichtspunten vormt de motor van de
rechtsontwikkeling
HR over Mr.Big-methode
Verdachten door een heel uitgebreid arrangement eigenlijk bewogen werden om
verklaringen af te leggen die henzelf in een kwetsbare positie zouden brengen. Wat
gebeurde is.
• = Undercoveroperatie (i.c. fictief beveiligingsbedrijf)
- De overheid benaderde een verdachte en deed zich daarbij voor als een
zelfstandige criminele organisatie.
• Opsporingsambtenaren winnen vertrouwen en stellen voordelen in vooruitzicht
als hij bekent
- Kregen vertrouwen door de verdachte een plaats te gunnen binnen de
organisatie.
- In de ‘sollicitatie’ moesten verdachten vertellen wat ze op hun kerfstok hadden.