CH 1. Psychometrics and the Importance of Psychological Measurement
Psycgological tests
Psychometrics wordt gebruikt om testen op te maken om mentale processen te meten.
Het wordt gebruikt om de kenmerken van psychologische testen te meten.
Bv. Intelligentie meten. In Amerika wordt dit gebruikt om een moordenaar op deathrow te zetten. Als iemands intelligentie onder 70
IQ is, wordt de persoon als mentally retarded gezienw waardoor ze niet even aansprakelijk zijn voor moord als een persoon met een
intelligentie boven 70 IQ.
Belangrijke elementen
1. Behavior sample (all kinds of behavior). Indirecte weergave van wind = bladeren bewegen.
2. Collected in a systematic way (Standardized conditions).
Systematische procedure. Systematisch is belangrijk, omdat gedrag afhangt van context. Gedrag gebruiken voor
metingen; gedrag gaat ons wat vertellen over iets wat we willen weten maar niet direct kunnen zien. Willen dat
context bij iedere meting exact hetzelfde is. (Of iemand liegt kunnen we niet direct zien à zweten wel (teken van
liegen) --> meten of iemand zweet onder zelfde omstandigheden als alle andere participanten (niet 1 in 50
graden en anderen in kamertemp).
3. Comparing behavior (Intra- or inter- individual idfferences).
Gedrag vergelijken. Kijken of iemand hoger scoort dan iemand anders. Vergelijkingen van gedrag tussen 2/meer
mensen.
Common type distinctions:
1. Performance vs. Behavior
2. Criterion referenced vs. Norm referenced --> criterion
vast aantal vragen goed hebben. Norm = referentiegroep, 5% van bepaalde groep, geen harde cut-off --> cut-off
hangt af van de groep.
3. Speeded vs. Power
Speeded: hoeveel zinnen kunnen lezen in een minuut; hoe snel je het doet.
Power: hoeveel fouten je maakt tijdens zinnen lezen
Psychometrics is the science concerned with evaluating the attributes of psychological tests.
Atributen:
1. Type of information (scores)
2. Reliability
3. Validity:
Intepretatie van gedrag moet beredeneerbaar zijn.
Meting moet theoretisch gelinkt zijn aan meetdoel.
Challenges to measurement (Leerdoel 1)***
1. Identify & capture
Is het überhaupt mogelijk een psychologisch kenmerk in 1 getal te zetten.
Ervaringen zijn anders van personen --> verschillende subjectieve ervaringen. Kwalitatieve verschillen.
2. Participant reactivity: participanten weten dat ze getest worden en reageren anders
Demand characteristics: participant veranderd gedrag om aan onderzoeker te voldoen
Social desirability: goede indruk willen maken op onderzoeker
Malingering: slechte indruk willen maken op onderzoeker
3. Bias en verwachtingen
Hoe het wordt geïnterpreteerd door verschillende onderzoekers.
4. Relying on composite scores: Tellen alle vragen bij elkaar op.
5. Score sensitivity: Hoe voelde je je deze week scoren op 1 t/m 5 I.p.v. goed of slecht.
6. Lack of awareness of psychometric information: Mensen denken niet na over alle problemen; geen goede test.
het wordt vaak gebruik om de informatiestroom tussen mensen te faciliteren. Echter, een meting wordt vaak
uitgevoerd met weinig of geen aandacht voor de psychologische kwaliteit van tests. Mensen zijn zich er niet van
, bewust hoe moeilijk meten is. Er wordt vaak onderzoek gedaan op basis van meetinstrumenten die helemaal
niet goed zijn.
Extra begrippen
-Hypothetical contructs/latent variable: theoretische concepten, dingen die niet direct meetbaar zijn
-Operational definitions: hoe je dit kan meten
Bv. Hoeveelheid nummers die herinnerd werden werd gebruikt als een operational definition van een aspect van de
working memory.
-Psychologische test: systematische procedure die gedrag van twee mensen of meer vergelijkt.
Het is het vergelijken van gedrag van andere mensen (interindividual difference) of gedrag van zelfde mensen (intra-
individual differences).
-Tests: assesment, instrument, scale, inventory, battery, schedule, measure
CH 2. Scaling
Scaling: numerieke waarden toekennen aan psychologische attributen.
Properties
1. Property of identity: Als een kind wordt gemeten met ADHD moet hij dezelfde symptonen vertonen als de
andere kinderen met ADHD in de klas (sameness/differentness). Zo worden mensen in categories geplaatst.
Deze categorien moeten mutually exclusive en exhaustive zijn. Iemand die ADHD heeft kan niet geklassificeerd
worden als iemand die geen ADHD heeft (exclusive). Iedereen valt dan ook maar in 1 categorie.
2. Property of order: persoon 1 heeft meer attributie dan persoon 2. De nummers indiveren volgorde en rating.
Waar ze in de groep staan.
3. Property of quantity: nummers worden gebruikt om een quantity van een persoon te meten en hiermee kan er
een hoeveelheid van iets gemeten worden. de z-score geeft de 0 wat gezien wordt als willekeurig en geen
duidelijke aangeving van aanwezigheid of afwezigheid van een stimulus
Units of measurement: standard measures
1. Nominaal: property of identity is used to label observations into categories according to some psychological
attribute. Only allow labelling.
Note: nominal scale labels vs. labels to identify, name individuals.
2. Ordinaal: property of order: people are ordered according to some psychological attribute, allow ranking.
3. Interval: property of quantity and arbitrary 0. Zero does not mean the absence of an attribute. Units of
measurement have a constant magnitude. Allow additivity.
4. Ratio: property of quantity and absolute 0. Zero indicates true absence of an attribute. Allow additivity and
multiplication.
-Absolute meaning: 0 means that something does not exist (length; weight; reaction time; quantity).
-Arbitrary meaning: 0 is just a value on the scale (temperature, calendar).
Verschil in betekenis 0-punt is heel belangrijk.
Additivity & counting
, -Additivity: the unit size of measurement does not change; all units being counted are identical.
Often problematic in psychological measurement: measurement unit ¹ psychological unit.
We want our measure to be affected by only 1 attribute of what we are measuring, regardless of the conditions that
exist at the time or place of measurement.
-Counting: all measurements rely on counting but not all forms of counting qualify measurement.
-Paradox: we want tot translate the amount of a psychological attribute onto a set of numbers in order to measure the
attribute. But we don’t know how much of the attribute actually exists.
CH 3. Individual differences and correlations
Variantie: Gemiddelde afstand tot het midden
Central tendency: meest typisch/representatieve score van distributie (mean, median, mode)
-Inter-individuele verschillen
Individual differences are also fundamental to psychological measurement. Behavioral scientists often assume the
psychological characteristics can and do vary. Also the quantification of individual differences or important in any
domain of scientific psychology experimental or non-experimental basic or applied.
-Intra-individuele verschillen
The differences among the participants scores are interface Inter individual differences.
Intra individual differences are differences that emerge in one person overtime or under different circumstances.
Size van variantie afhankelijke van:
-Grootte van variantie is afhankelijk van hoeveel scores verschillen.
-Metric die gebruikt wordt.
Factoren:
-Kan niet <0
-Context is nodig om te kunnen interpreteren
-Belangrijk vooral om het effect op andere values (correlaties, reliability)
-Kan niet als klein/groot geinterpreteerd worden
-Gaat uit van een symmetrische verdeling
Note: dividing by N-1 only for inferential statistics! Dus alleen delen door N.
Distribution shapes and normal distributions
-Symmetrische verdeling is mean=median
-Totale oppervlakte van probability densiteit is altijd 1
Covariantie: Gekwantificeerde associatie tussen distributies
-Geeft alleen inf. Over directie van associatie
-De covariantie geeft aan of, en indirect in welke mate, de waarden van de ene variabele toe- dan wel afnemen bij
toenemende waarden van de andere.
Correlatie
-Geeft directie en magnitude van associatie aan
Variantie covariantie matrix
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Mihri. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,69. Je zit daarna nergens aan vast.