Maatschappijleer, ´wat is maatschappijleer´ en jongeren´
1.1, de samenleving
de samenleving gaat over hoe mensen in een land samen leven. in nederland doen we dat met meer
dan 17 miljoen mensen
samen leven
samen leven doe je in het klein en in het groot, in bijv. een gezin leef je in een kleine groep wat je
thuissituatie ook is met deze mensen heb je elke dag te maken. een voorbeeld van een grote groep is
je klas met al je klasgenoten, je collega´s of je teamgenoten waar je samen mee sport. dat noem je je
sociale omgeving. je ziet deze mensen regelmatig en doet dingen met ze samen.
je zegt niet dat je samen leeft met miljoenen personen (de samenleving) maar toch doe je dat, dat
heet de maatschappij
je hebt anderen nodig
natuurlijk kun je van alles zelf, maar er is geen enkel persoon dat in zijn 1tje kan leven. anderen
zorgen voor de dingen die jij nodig hebt. je ouders of verzorgers geven je eten en drinken, een bed
om i te slapen en ze leren je van alles.
ook mensen die je niet perse goed kent doen van alles voor je, de tandarts zorgt ervoor dat je gebit
netjes is, het kaas op brood komt uit de fabrieken.
afspraken maken
in zo'n grote samenleving moet je natuurlijk regels en afspraken hebben, zodat niemand zich gaat
misdragen. aan de meeste regels heeft iedereen zich wel aangepast, er zijn natuurlijk nog steeds
mensen die alles en iedereen wel onveilig maken. maar die mensen heb je altijd, want niet iedereen is
het helemaal eens met sommige regels.
1.2, met wie ben je verbonden?
zoals net geschreven heb je allerlei soorten mensen nodig in je leven, met als die mensen heb je een
binding. er zijn verschillende soorten bindingen:
economische binding - alle mensen die jou geld geven of jij hun geld geven.
kennisbindingen - alle mensen die jou iets leren.
gevoelsbindingen - alle mensen waar je emotioneel mee bent verbonden, familie, vrienden
politieke bindingen - afhankelijkheid van de overheid.
het gebeurt bijna nooit dat je maar 1 soort binding hebt met iemand, iemand waar je een
gevoelsbinding mee hebt kan je ook een kennisbinding mee hebben,
als de bindingen tussen mensen sterk zijn en ze hebben het gevoel dat ze bij elkaar horen is er
sprake van sociale cohesie
denk aan bijvoorbeeld de supporters van dezelfde voetbalclub, die vinden dat ze bij elkaar horen wat
ze supporten dezelfde voetbalclub.
je hebt het ook andersom. dat een grote groep zich opsplitst in kleine groepen, dat noem je polarisatie
, 1.3, kernbegrippen bij maatschappijleer
waarom vindt de 1 het normaal om te doen aan drank, en de ander niet? dat komt omdat mensen
verschillende dingen belangrijk vinden in het leven.om verschillen in de samenleving te begrijpen
gebruik je kernbegrippen:
waarden en normen
waarden zijn principes die jij belangrijk vindt in het leven zoals bijv. eerlijkheid, vrijheid en gezondheid.
normen zijn regels over hoe jij en anderen zich moeten gedragen, sommige waarden en normen vindt
iedereen belangrijk, en sommige niet. daarbij heb je ook geschreven en ongeschreven regels het
verschil daartussen is dat het 1 overal bekend is en het andere gewoon al duidelijk moet zijn.
belangen
belangen zijn de voordelen die je ergens bij hebt, als je kiest tussen een rooster met 3 tussenuren of
geen tussenuren kies je de laatste want dan ben je eerder vrij.
je hebt ook wel eens last van belangstellingen, het belang van de 1 botst dan tegen het belang van de
ander, niks aan te doen.
macht
macht speelt ook een grote rol in onze samenleving, macht houd in dat jij de mogelijkheid hebt om het
(denk)gedrag van mensen te kunnen beïnvloeden. maar als je macht wil uitoefenen heb je
machtsmiddelen nodig zoals: je functie of beroep, je kennis en vaardigheden, je aanzien of status, je
overtuigingskracht, de hoeveelheid geld die je hebt, het aantal mensen dat gezamenlijk iets wil,
toegang tot de media, toegang tot invloedrijke mensen of politici, of het gebruik van geweld.
sociale ongelijkheid
hiermee wordt bedoeld dat niet iedereen dezelfde kansen krijgt in de samenleving. denk aan bijv.
discriminatie op de arbeidsmarkt, of het verschil tussen de inkomens van een schoonmaker en
bankdirecteur. en vrouwen en mannen die soms NOG STEEDS ongelijk behandeld worden. sociale
ongelijkheid komt dus op veel manieren voor in de samenleving.
1.4 hoe onderzoek je de samenleving?
als je kijkt naar de jongeren gaat het vaak wel goed tussen hen, maar vaak zie je ook dat er dingen
goed fout gaan. denk dan aan vechtpartijen, uitgaansgeweld, alcohol misbruik. als je al die problemen
bij elkaar zet, kom je erachter dat dit een maatschappelijk probleem is, hoe zie je nou aan een
maatschappelijk probleem dat het een maatschappelijk probleem is?
daar zijn 4 manieren voor:
- het is een probleem waar veel mensen last van hebben of vinden dat het niet goed geregeld
is.
- veel mnsen hebben verschillende meningen over de oorzaak en de oplossing.
- het probleem krijgt veel aandacht in de media.
- de politiek bemoeit zich met oplossingen voor het probleem.
wie en welk belang?
wie hebben er met het probleem te maken, en wat zijn hun belangen?
bij uitgaansgeweld gaat het om:
mensen die uitgaan - als je uitgaat wil je plezier maken wat drinken en wat dansen, zij hebben er
belang bij dat er camera´s hangen en het veilig is.