Sociale psychologie: de wetenschappelijke studie van de manier waarop mensen
hun gedachten, gevoelens, en gedragingen worden beïnvloed door de aanwezigheid
van andere mensen
Heider & Simmel (1944)
Huiselijk geweld met vormen
De mens construeert eigen sociale realiteit (social construals), vaak in termen
van persoonseigenschappen – bijvoorbeeld: wie is mooi?
Invloed van sociale omgeving
Fundamentele attributiefout: de neiging om gedragingen van anderen toe te
schrijven aan hun persoonlijkheid of hun karakter. Bijvoorbeeld: collega heeft
ruzie met baas – collega is opvliegend
Oorzaken gedrag toeschrijven aan persoonlijkheidseigenschappen (Lee Ross)
Self-fulfilling prophecy: (on)geloof in een persoon veroorzaakt dat (on)geloof in
de persoon realiteit wordt
Mensen geven niet graag toe dat ze zich vergissen, integendeel
Ze zoeken meteen de bevestiging van hun eerste indruk
Van alle informatie die binnenkomt, blijft vooral de ‘zie je wel’-indruk hangen
Pygmalion-effect (Ovidius) – toneelstuk van Bernard Shaw ‘Pygmalion’:
Professor Henry Higgins beweert dat hij de Londense bloemenverkoopster,
Eliza Doolittle, kan laten doorgaan voor een hertogin
Hoe kan je het gedrag van mensen in een wenselijke manier sturen?
Communicatie
Peer pressure – peers communiceren: houd je mond en kom op tijd
Loewenstein (1996)
Cold-hot empathy gap
Wanneer je in de situatie zit dan ervaar je echt de gevoelens en kun je je pas
verplaatsen in iemand – dan pas empathie
David Meyers
Mens is een sociaal dier
De mens wordt sterk beïnvloedt door zijn sociale omgeving en is dier
Kurt Lewin
Mensen denken, doen en voelen = f(unctie) van (persoon x situatie)
Verschillende mensen reageren verschillend op dezelfde situatie: introverte
mensen reageren anders dan extroverte mensen
De mens construeert eigen realiteit: het denken, doen en voelen van mensen wordt
sterk beïnvloed door de situatie, of liever, door hun eigen interpretatie van de situatie
Situatie – perceptie – cognitie & motivatie & gedrag. (Thomas & Thomas, 1928): if
people define situations as real, they are real in their consequences
Basisprincipe – twee manieren van informatie verwerken
, Gecontroleerd – automatisch
- Systematisch – heuristisch/oppervlakkig (Chaiken)
- Centraal – perifeer (Petty)
- Rationalistisch – experiëntieel (Epstein)
Wanneer wat?
- Willen
- Kunnen
- Schema’s en heuristieken als je niet anders wilt, niet ander kunt
Wanneer iemand ‘want’ in zijn zin gebruikt, is dat waarschijnlijk belangrijk voor die
persoon dus dan maakt zijn reden ook niet meer uit. Wanneer je ‘want’ gebruikt, heb
je 93% kans dat je voor mag bij kopieerapparaat. Het werkt omdat mensen informatie
oppervlakkig verwerken: heuristische informatie verwerking
Confirmation bias: we neigen ernaar om vragen te stellen die onze hypothese
bevestigen. Terwijl strikt genomen hypotheses alleen ontkracht (gefalsificeerd) en
niet bewezen (geverifeerd) kunnen worden (Popper)
O.J. Simpson Trial: mensen passen oordeel aan na uitspraak van rechter
Sociale psychologie = niet common sense
De geest is lenig
Hindsight bias
Grootste invloed op de sociale psychologie
Adolf Hitler – heeft geleidt tot onderzoek naar sociale beïnvloeding en
gehoorzaamheid
- Joodse wetenschappers vluchten naar VS en doen fundamenteel plus
toegepast onderzoek
- Attitude-onderzoek
- Kurt Lewin – toegepast onderzoek
Sociale beïnvloeding
Lewin = veldtheorie
- Wij mensen bevinden ons in een voortdurend veranderd krachtenveld
waarin verschillende krachten op ons worden uitgeoefend
- Grondlegger sociale psychologie
- Gedrag = persoon x situatie
Latane = social impact theory
- Sociale beïnvloeding is afhankelijk van
- Aantal anderen dat druk uitoefent
- Waarde gehecht aan de bron van sociale druk (sterkte)
- Nabijheid van de bron (fysiek of psychologisch aanwezig)
- Onderzoek naar of je een persoon in nood helpt op de gang – wanneer
niemand aanwezig is help je anders veel minder
Asch = normatieve beïnvloeding
- Objectief duidelijk interpreteerbare stimuli
- Standaardlijn en vergelijkingslijn = heel makkelijk
- Mensen moeten zeggen welke dezelfde zijn
, - Zonder sociale beïnvloeding altijd goede antwoord
- 12 personen geven extra foute antwoorden – wat doet proefpersoon? –
gaat minimaal 1x mee in het foute antwoord
- Geen foute antwoorden als ze alleen werden getest of als prive-respons
Milgram= gehoorzaamheid aan autoriteiten (obedience to authority)
- Onderzoek naar gehoorzaamheid
- Als we mensen die aan een onderzoek op de universiteit meedoen vragen
om elektrische schokken toe te dienen aan een andere
onderzoeksdeelnemer, omdat niet persoon niet goed woordjes leren kan,
doen ze dit dan?
- Antwoord van tevoren = nee
- Jij bent leraar – leerling is man van middelbare leeftijd met hartklachten –
proefleider is hoogleraar van Yale
- Iedereen gaf schokken – 65% ging door tot het laatst
Lodewijkx
Oorzaken van conformiteit
Informationeel
- De nood om accuraat te zijn
- Je wilt het goede doen
- Vaak weten we niet wat te doen
- Informatie-onzekerheid
- Kijk wat anderen doen – zakelijke receptie en je vrienden zijn te laat – je
probeert aan te sluiten bij bepaald gedrag wat je ziet – iedereen drinkt wijn
– jij gaat ook wijn drinken
- Vaak rationeel
Normatief
- De nood om geaccepteerd te worden
- Je wilt erbij horen
- Wordt situationeel bepaald – in UIT week wil je meer bij mensen horen
- Fundamenteel
- Sociaal-psychologische behoefte
- Maar normatieve invloed kan veel minder rationeel uitpakken
Sociale perceptie
De manieren waarop mensen anderen en zichzelf begrijpen
Persoonsperceptie
- Hoe begrijpen wij andere personen
Zelfperceptie
- Hoe begrijpen we onszelf
Zelfperceptie
Door de ogen van anderen
- Looking-glas self (Cooley)
- Functioneel
- Je bent netjes = attributie-conditie
- Je moet netjes zijn = persuasieve conditie
- Geen info = controle-conditie
Sociale omgeving als referentiekader
, - Sociale vergelijking (Festinger)
- Kennis en kunde is relatief en afhankelijk van de sociale omgeving
Biases
- Ik ben beter dan gemiddeld
- Self-serving attributional – toeschrijven eigen succes aan zichzelf en eigen
falen aan situatie
Emoties als info
- Emoties zijn embodied
- Botox – minder hersenactiviteit wat betreft ervaren van emoties
- Fopspeen – minder imitatie van emotionele cues van anderen – onveiliger
gehechtheid als adolescent
- Bijvoorbeeld facial feedback
Attitudes
De evaluatieve gedachten die mensen hebben over hun sociale omgeving en
de zaken die zich daarin bevinden – objecten, personen, ideeen
Toepassing in advertenties, politieke verkiezingen en reclamecampagnes
Hoe worden attitudes gevormd?
- Veel mensen doen dit = descriptieve norm
- Prescriptieve norm = volgen mensen na
- Injunctieve norm = wat mensen goedkeuren
Sociale cognitie
Hoe mensen over zichzelf en hun sociale wereld denken
Hoe mensen sociale informatie selecteren, interpreteren, onthouden, en gebruiken bij
het vormen van oordelen en het maken van beslissingen
Automatisch – gecontroleerd
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper annabel2000. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,99. Je zit daarna nergens aan vast.