Opdracht 1: MEDIABERICHT
Academische Vaardigheden Psychologie A (500179-B-3), 2021-2022
***************************************************************************
Uitvoeren onderdeel 1-3: Vóór WC1
Uitvoeren onderdeel 4: Tijdens WC1
Inleveren 1 tentamengelegenheid:
e
1 week na WC1
Inleveren herkansing: Uiterlijk 20 december 2021
***************************************************************************
Naam student:
ANR:
Tilburg University mailadres:
Werkgroep:
Docent:
Gelegenheid: 1e tentamengelegenheid
BEOORDELING: VOLDOENDE / ONVOLDOENDE
Redenen voor Onvoldoende:
1. Link naar mediabericht: https://www.nu.nl/wetenschap/3534743/psychopaten-hebben-
wel-empathie.html
2. Link naar artikel: https://academic.oup.com/brain/article/136/8/2550/432196
3. Presentatie
4. Analyse van artikel (zie Opdracht 1 voor de details):
Bron
Auteurs Wie waren de auteurs en waar komen zij vandaan?
Harma Meffert: afdeling neurowetenschappen, Rijksuniversiteit
Groningen; Valeria Gazzola: afdeling neurowetenschappen,
Rijksuniversiteit Groningen; Johan A. den Boer: afdeling
psychiatrie Universiteit Medisch Centrum Groningen; Arnold AJ
Bartels: dokter bij Dr. Leo Kannerhuis (geen universitaire opleiding
kunnen vinden bij zowel het wetenschappelijke artikel als
LinkedIn.); Christian Keysers: afdeling neurowetenschappen,
Rijksuniversiteit Groningen
AcVa-A, 500179-B-3; Opdracht MEDIABERICHT 1
, Titel artikel a) Vertaal de titel in het Nederlands:
Verminderde spontane maar relatief normale opzettelijke
plaatsvervangende representaties bij psychopathie
b) Dekt de titel de lading van het artikel?(Beargumenteer je
antwoord in 1-2 zinnen)
De titel van dit artikel dekt de lading van het artikel, omdat het
artikel gaat over een wetenschappelijk onderzoek die aantoont dat
psychopaten op instructie kunnen meevoelen met andere mensen,
terwijl van hen verwacht wordt dat niet te kunnen. De titel toont
deze conclusie: er is een normale plaatsvervangende representatie,
maar wel verminderd spontaan en doordat de titel een conclusie
toont van het onderzoek, dekt het de lading van het artikel.
Publicatie- a) Publicatiejaar: 2013
informatie b) Tijdschrift: Brain
c) Impact Factor tijdschrift: 13,501
d) Volumenummer: 136
e) Pagina-nummers: 2550-2562
Vraagstelling a) Wat was de vraagstelling van de studie?
studie Ze doen dit onderzoek want er is nog weinig onderzocht over hoe
neurale makers voor empathie werken bij psychopaten. Hoe de
neurale makers voor empathie werken, is tot dusver alleen
onderzocht bij verschillende psychiatrische stoornissen, met autisme
in het bijzonder.
b) Waar heb je de vraagstelling gevonden in het artikel?
De vraagstelling heb ik gevonden bij de inleiding van het
onderzoek.
Methode van a) Wie deden er mee aan het onderzoek? (probeer in 1-2 zinnen
onderzoek samen te vatten)
Degenen die meededen aan dit onderzoek waren twintig mannelijke
delinqueten, die gediagnosticeerd waren met psychopathie uit
Nederlandse Forensisch Psychiatrische klinieken en 26
controlepersonen, die gematcht waren op groepsniveau voor
geslacht, leeftijd, handigheid en IQ, zonder een voorgeschiedenis
van neuropsychiatrissche stoornissen. De proefpersonen met een
leeftijd van 18 tot zestig jaar hadden geen eerdere diagnoses van
schizofrenie, autistische spectrumstoornissen of andere psychotische
stoornissen.
b) Werd er iets gemanipuleerd in de studie? Zo ja, wat?
Nee, er werd niet iets gemanipuleerd in de studie. Verschillende
groepen werden alleen met elkaar vergeleken.
AcVa-A, 500179-B-3; Opdracht MEDIABERICHT 2
, c) Wat werd er gemeten in de studie?
Gezondheid, handvaardigheid, opleiding, leeftijd, functionele MRI
geschiktheid, IQ en interessegebieden van de hersenen: ervaring en
observatie.
d) Hoe werd e.e.a. gemeten? (meerdere antwoorden mogeljik)
Observatie, vragenlijst, zelfrapportage, gestandaardiseerde
psychologische test (bijv. WAIS intelligentie test, BECK
depressieschaal), fysiologische maten (bijv. EEG, fMRI, MEG,
hartslag)
Resultaten Wat was het belangrijkste resultaat? (probeer in 1-2 zinnen samen
te vatten)
Het belangrijkste resultaat was dat de groepsverschillen kleiner
waren in het empathie experiment vergeleken met het observatie
experiment in een aantal hersengebieden, waaronder de mediale en
anterieure linker insula, linker hippocampus, linker caudate,
bilaterale thalamus, linker anterieure cingulate cortex en de
bilaterale angulaire gyrus. De linker anterieure insula vertoonde
binnen het interessegebied verminderde groepsverschillen onder de
instructie tot empathie en geen enkele regio vertoonde het
tegenovergestelde effect.
Conclusie Wat wordt er geconcludeerd? (probeer in 1-2 zinnen samen te
vatten)
Er wordt geconcludeerd dat er een verminderde plaatsvervangende
activiteit is in de regio’s die betrokken zijn bij het uitvoeren van
handelingen, het ervaren van emoties en het voelen van aanraking,
die worden beschouwd als functionele markers van empathie en dat
de instructies leidden tot een gedeeltelijke ‘normalisatie’ van
hersenactiviteit in de insula binnen het interessegebied volgens de
Experiment x Groep interactie. Er wordt dus geconcludeerd dat
hersengebieden die betrokken zijn bij het ervaren van emotionele
handinteracties en soortgelijke interacties niet spontaan zo sterk
geactiveerd werden in de patiëntengroep tijdens het bekijken van de
videoclips en dat dit groepsverschil echter duidelijk minder werd
wanneer de deelnemers specifiek geïnstrueerd werden om mee te
voelen met de acteurs in de video’s.
Evaluatie Is het mediabericht een goede afspiegeling van het
Mediabericht wetenschappelijke artikel? (Beargumenteer je antwoord in 1-2
zinnen)
Het mediabericht is een goede afspiegeling van het
wetenschappelijke artikel, omdat de resultaten van het onderzoek
beschreven in het mediabericht overeenkomen met de resultaten van
het onderzoek beschreven in het wetenschappelijke artikel. Zowel
AcVa-A, 500179-B-3; Opdracht MEDIABERICHT 3