Dit is de samenvatting van management van organisaties van de minor bestuur- en organisatiewetenschappen aan de UU. In dit document staat alles wat je moet weten voor het eindtentamen. Artikelen staan er niet in, in mijn leerjaar toetste de coördinator alleen de hoorcollege stof. Ikzelf heb met en...
Welkom bij de samenvatting van management van organisaties van de minor
bestuur- en organisatiewetenschappen aan de UU. In dit document staat alles
wat je moet weten voor het eindtentamen. Artikelen staan er niet in, in mijn
leerjaar toetste de coördinator alleen de hoorcollege stof. Ikzelf heb met enkel
dit leren een 9,7 gehaald voor het tentamen. Veel succes met leren! Met
vriendelijke groet, Maxim van Empel
,Hoorcollege 5: EBM..............................................................................................................................28
Kennisclip 2: Introductie (kennisclip 1 was irrelevant).....................................................................28
Kennisclip 3: EBM.............................................................................................................................28
Kennisclip 4 bronnen wetenschappelijke kennis deel 1....................................................................29
Kennisclip 5: bronnen wetenschappelijke kennis deel 2 + biassen...................................................30
Kennisclip 6: institutionele biassen...................................................................................................32
Hoorcollege 6: people management....................................................................................................33
Kennisclip 1: HRM.............................................................................................................................33
Kennisclip 2: HRM Causal chain model.............................................................................................34
Kennisclip 3: People management....................................................................................................34
Kennisclip 4: AMO-model.................................................................................................................35
Hoorcollege 7: Lean management........................................................................................................38
Kennisclip 1: intro.............................................................................................................................38
Kennisclip 2: Lean tools/beoogde lean.............................................................................................38
Kennisclip 3 Involvement (intro op implemented lean)....................................................................42
Kennisclip 5: percieved lean management (kennisclip 4 was irrelevant)..........................................42
Kennisclip 6: Uitkomsten lean..........................................................................................................43
Hoorcollege 8: motivatie medewerkers...............................................................................................44
Kennislip1: waarom is motivatie belangrijk?....................................................................................44
Kennisclip 2: oude theorieën............................................................................................................45
Kennisclip 3: Moderne perspectieven op motivatie.........................................................................46
Kennisclip 4: Crowding.....................................................................................................................48
Kennisclip 5: PSM.............................................................................................................................49
Hoorcollege 9: persoonlijkheid medewerkers......................................................................................52
Kennisclip 1: big 5 personality..........................................................................................................52
Kennisclip 3: nieuwe gepsychologiseerde medewerker (kennisclip 2 was irrelevant)......................52
Kennisclip 4: Meer carrière denken..................................................................................................54
Kennisclip 5: job crafting...................................................................................................................56
Kennisclip 6: Werkeisen....................................................................................................................56
Hoorcollege 10: management innovatie en fit.....................................................................................57
Kennisclip 1: Introductie...................................................................................................................57
Kennisclip 2 Intern managementinnovatie.......................................................................................58
Kennisclip 3: Externe management innovatie..................................................................................60
Kennisclip 4: fit theorie.....................................................................................................................62
2
,Hoorcollege 1: Introductie college
Kennisclip 1: inleiding
Klassieke managementtheorie: Een samenhangend stelsel van opvattingen over de wijze waarop
organisaties in hun geheel bestuurd zouden moeten worden. Het zijn algemene principes die overal
gelden waar mensen samenwerken. Dit zijn dus is de papieren werkelijkheid van een organisatie,
namelijk hoe een organisatie zou moeten functioneren
Weerbarstige praktijk: Veel medewerkers worden met managementtheorieën om de oren geslagen
en aangespoord tot ontwikkeling, synergie, bezieling en meesterschap, terwijl hun ervaring daar
haaks op staat: de ervaring van graaien, naaien en piepelen. Het pakt de papieren werkelijkheid dus
vaak niet uit hoe het bedacht is door zowel managers als medewerkers, wat tot discrepantie leidt
tussen de theorieën en de praktijk.
Deframing: het bekijken van een organisatie vanuit verschillende perspectieven en visies werkt en
functioneert vanuit bijvoorbeeld de praktijk, theorie, managers en medewerkers die gemanaged
worden. Het is het begrijpen en analyseren van de complexiteit in de organisatie
Deframing kenmerken:
• Analyseren hoe concept werd en wordt gedefinieerd en geconstrueerd
• Analyseren van de kwaliteit van het raamwerk (theorieën) waaraan dit concept wordt
gekoppeld
• Het analyseren van deze connectie tussen het raamwerk en het concept zelf
• Analyseren van de toepassing van dit concept in de praktijk
Complexiteit van management van organisaties: Complexiteit door wijdverbreid landschap van
verschillende organisaties en daarmee gepaard gaande managementmechanismen Complexiteit
binnen organisaties en het managen ervan. Door middel van deframing kan je een organisatie
analyseren en begrijpen.
Kennisclip 2: Leerdoel 1
Leerdoel 1 van de cursus is gericht op de definiëring en deframing van Kennis en begrip van de
verschillende (theoretische) organisatiestructuren en de daarmee samenhangende
managementmechanismen die worden onderscheiden in de organisatie- en
managementwetenschappen. Het is het begrijpen en kennen van het grote landschap aan
organisaties.
Organisatie: Een doelbewuste samenbundeling van kennis, vaardigheden en kracht tussen minimaal
twee personen die primair middelen en activiteiten aanwendt om te voorzien in een bepaalde
behoefte in de vorm van goederen of diensten.
Een organisatie kan ook worden omschreven als: “a bunch of people who come together under an
identifiable lable to produce some product or service”
, 5. Innovatieve organisatie
6. Zendingsorganisatie
7. Politieke organisatie
Elke structuur heeft eigen Building blocks: criteria waar een organisatie aan voldoet om bij de
structuur thuis te horen. De belangrijkste 3 zijn:
1. Primair coördinatie mechanisme: wat is het belangrijkste manier van managen van
organisatie, zoals standaardiseren van procedures of directe toezicht/monitoring
2. Sleutel onderdeel: welk onderdeel van de organisatie is het belangrijkst voor organisatie
3. Decentralisatie van macht: in welke mate wordt macht verdeeld van de top naar de
medewerkers?
Belangrijk om te noteren van leiderschap niet hetzelfde is als management. Maar is het algemeen is
het begrijpen van het gedrag van de medewerkers en het besturen/beheersen van gedrag van de
medewerkers. Management kan worden gedefinieerd als Het proces van begrijpen en
besturen/beheersen van een entiteit.
Daarnaast omschrijft Mintzberg 10 management rollen van een manager, oftewel 10 functies die die
vervult.
Interpersonal:
1. Figurehead: elke manager moet aan ceremoniële organisatieverplichtingen te doen om bij te
zijn. Bijvoorbeeld met een potentiële klant op lunch gaan, bij een bruiloft van een
medewerker zijn of bij een begrafenis.
2. Leader: de manager is in charge van verantwoordelijkheid van zijn eenheid. De manager is
verantwoordelijk voor het huren en aansturen van zijn medewerkers. Hierdoor moet elke
manager zijn personaal motiveren om te werken en aan te sturen om het juiste te doen.
3. Liasion: betekent de mate van contact een manager maakt buiten zijn verticale eenheid,
bijvoorbeeld met mensen uit andere takken van de organisatie meeten of zelfs buiten de
organisatie, zoals leveranciers en de overheid. Het doel is hier voornamelijk om informatie te
vinden.
Informational role:
4. Monitor: het scannen van de omgeving voor informatie over het functioneren van zijn
eenheid. Meestal gaat dit via orale communicatie
5. Dissemminator: het geven van informatie aan de medewerkers van de eenheid, waarin de
eenheid anders geen toegang had.
6. Spokesman: managers geven info buiten hun eenheden, bijvoorbeeld naar aandeelhouders,
consumenten en de overheid
Decisional roles:
7. Ondernemer: de ondernemer wil zijn eenheid verbeteren aan de veranderen condities in de
omgeving. Belangrijk is dat dit de eigen keus is. De ondernemer kan projecten opzetten die
met kleine stappen voortgaan en veel projecten vinden tegelijk plaats
8. Disturbance handler: De manager moet omgaan met situaties buiten de controle van de
eenheid, zoals een economische crisis of een leverancier die stopt.
9. Resource allocator: betekent dat de manager verantwoordelijk is voor het verschaffen van
resources in de organisatie naar eenheden
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper maximvanempel. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.