Samenvatting Plant developmental biologie
Inholland biotechnologie
Jan 2022
Inhoud
Algemene begrippen ............................................................................................................................... 3
Belang van planten aan te kunnen geven ............................................................................................... 3
De term turgor uit te leggen ................................................................................................................... 3
Organellen van plantcellen te herkennen, benoemen en hun functies te beschrijven. ......................... 3
Indeling van planten te kunnen geven met daaraan gekoppeld een tijdslijn ......................................... 5
Van een blad, stam/stengel en een wortel de opbouw, functie en werking te beschrijven. ................. 6
uit kunnen leggen wat de endo-symbiosetheorie inhoudt en op welke organellen deze theorie van
toepassing is ............................................................................................................................................ 8
Aanpassingen aan het landleven te kunnen uitleggen ........................................................................... 8
De termen autotroof, hetero roof, foto-autotroof en chemo-autotroof uit te leggen ........................ 10
De rol van ATP en lichtenergie in energie ongunstige reacties uit te leggen (thermodynamica)......... 10
De locaties van de verschillende reacties van de fotosynthese aan te wijzen in een cel(organel) ...... 10
Fotosynthese te kunnen onderverdelen in verschillende soorten reacties die onder verschillende
omstandigheden (bijv. licht/donker) plaatsvinden. .............................................................................. 11
Het verschil tussen C3-, C4- en CAM-planten uit te leggen .................................................................. 15
De technieken binnen weefselkweek te beschrijven, en de voor- en nadelen hiervan te noemen. .... 18
Optimale groeiomstandigheden en groeifactoren voor weefselkweek op te sommen en te
beschrijven. ........................................................................................................................................... 19
De term callus te omschrijven. .............................................................................................................. 19
De groei/ontwikkelingscyclus van een plant te beschrijven ................................................................. 19
Het fundamentele proces en de vijf verschillende stadia van embryogenese uit te leggen en aan te
geven. .................................................................................................................................................... 20
De vier mutanten GURKE, FACKEL, GNOM en MONOPTEROS te bespreken........................................ 21
De rol van auxine, cytokinine en gibberilline in de embryogenese uit te leggen. ................................ 21
Het verschil tussen primaire en secondaire groei van planten uit te leggen ........................................ 24
Een indeling te maken van onderdelen in apicale meristemen in verschillende delen van de plant
(RAM en SAM), deze te lokaliseren, herkennen op weefselniveau en te beschrijven qua functie. ..... 24
De structuur van zaad aan te geven ...................................................................................................... 27
De term zaad-dormantie uit te leggen .................................................................................................. 27
De rol uit te leggen van hormonen abscisinezuur (ABA) en gibberilline (GA) op de dormantie van
zaden ..................................................................................................................................................... 29
,............................................................................................................................................................... 29
Het proces zaadkieming uit te leggen ................................................................................................... 29
De rol van het hormoon GA op de zaadkieming te beschrijven............................................................ 30
Ontwikkeling van een zaailing ............................................................................................................... 31
De begrippen gravitropisme en fototropisme te beschrijven en te verklaren ..................................... 31
Ontwikkelingen van bladeren te beschrijven ........................................................................................ 33
Verschillende epidermis cellen te benoemen en te beschrijven .......................................................... 34
De vorming, werking en nut van trichomen te beschrijven en uit te leggen ........................................ 34
De vertakkingen van scheuten/stengels te beschrijven met de daarbij de werking van belangrijke
hormonen te beschrijven ...................................................................................................................... 35
De architectuur van wortels te beschrijven .......................................................................................... 35
De secondaire groei te beschrijven en de verschillende weefsels te benoemen. ................................ 36
De vorming van (en mutaties aan) de bloemorganen uit te kunnen leggen gebruik makend van het
ABC(E)-gen-model. ................................................................................................................................ 39
De groei/ontwikkelingscyclus van een plant te beschrijven ............................................................... 42
Sporofyten en gametofyten te benoemen en de ploïdie aan te geven ................................................ 44
Vorming en ontwikkeling van de mannelijke en vrouwelijke gametofyten te beschrijven ................. 45
Plantonderdelen te benoemen die betrokken zijn bij bevruchting ...................................................... 50
Bestuiving/bevruchting in bloemen te beschrijven .............................................................................. 50
De ontwikkeling en de rijping van fruit te beschrijven ......................................................................... 53
De rol van de hormonen auxine, gibberelline, abscisinezuur, cytokinine, ethyleen, brassinosteroide,
strigolacton en jasmonzuur te benoemen in verschillende stadia binnen de ontwikkeling en groei van
planten .................................................................................................................................................. 54
,Algemene begrippen
Adaxiaal = bovenkant Ad= adaxial ; ad van adje van boven
Reductie: krijgen van elektronen (want electron is negatief, dus reduceert lading)
Totipotent: The potential or inherent capacity of a plant cell to develop into an entire plant if suitably
stimulated. It implies that all the information necessary for growth and reproduction of the organism
is contained in the cell
Differentiate: Capacity of mature cells to return to meristematic condition. Development followed by
re-differentiation enables cells to re-organize into new organs
Weefselkweek: Het kweken van plantzaden, delen van planten, plantcellen of protoplasten op
voedingsmedia onder steriele omstandigheden
Sporofyt (2n): ontstaat na bevruchting en vormt sporen (n) door meiose
Gametofyt (n): vormt gameten (n) door mitose
Gameet: cellen die kunnen versmelten = geslachtscellen
Belang van planten aan te kunnen geven
Zorgen voor
- Zuurstof (O2)
- Opname (CO2)
- Glucose/voeding
De term turgor uit te leggen
- De turgordruk is de druk van de celinhoud op de celwand (van planten, schimmels of
bacteriën)
- Het celmembraan kan uitzetten, de celwand in principe niet. Turgor wordt veroorzaakt
doordat water door osmose de cel in gaat waardoor het celmembraan uitzet. Het effect is
enigszins vergelijkbaar met het opblazen van een ballon die zich in een papieren zak bevindt.
Organellen van plantcellen te herkennen, benoemen en hun functies
te beschrijven.
- Plastiden: organellen voor productie en opslag van pigment/voedsel
, o Proplastide: waaruit diverse typen plastiden kunnen ontstaan.
o Etioplast:
▪ Etioplasten worden in het donker geproduceerd uit proplastiden of
chloroplasten: wit van kleur (witlof, asperges) deze kunnen veranderen in
chloroplasten en dan worden planten groen van kleur.
o Chromoplast: pigment synthese en opslag
o Chloroplast
▪ Double membrane organelle
▪ Inner membrane forms stacks of connected sacs called thylakoids
▪ Thylakoid stack is called the granum
▪ Gel-like material around grana called stroma
o Leucoplast: kleurloos, opslag glucose
▪ Amyloplast: zetmeelopslag
• Zetmeel wordt afgebroken door α- en β-amylase tot suikers
▪ Proteinoplasts: opslag en modificatie van eiwitten
▪ Elaioplasts: vet opslag (olie)
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper juliaesme. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,09. Je zit daarna nergens aan vast.