100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Recht begrepen - Straf(proces)recht begrepen, ISBN: 9789462909106 Straf- En Strafprocesrecht (1420LB124A) €5,78   In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Recht begrepen - Straf(proces)recht begrepen, ISBN: 9789462909106 Straf- En Strafprocesrecht (1420LB124A)

2 beoordelingen
 213 keer bekeken  17 keer verkocht

In dit document worden alle leerdoelen uitgewerkt die de student moet weten en toepassen op het tentamen. Incl. arresten en wetsartikelen. - Student kent de plaats en doel van het strafrecht binnen het recht; - Student begrijpt de begrippen bestanddeel en element en kan deze kennis toepassen; -...

[Meer zien]

Voorbeeld 2 van de 8  pagina's

  • Nee
  • H1 t/m h14
  • 14 januari 2022
  • 8
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (8)

2  beoordelingen

review-writer-avatar

Door: jazlynnvd • 1 jaar geleden

review-writer-avatar

Door: roxanne225 • 2 jaar geleden

avatar-seller
gingerchpln

Beschikbare oefenvragen

Oefenvragen 10 Oefenvragen
€5,49 0 verkocht

Enkele voorbeelden uit deze set oefenvragen

1.

Een strafbaar feit moet bestaan uit de volgende vier componenten. a. Menselijke gedraging, motief, delictsomschrijving, schuld. b. Menselijke gedraging, wederrechtelijkheid, legaliteit, verwijtbaarheid. c. Menselijke gedraging, delictsomschrijving, wederrechtelijkheid, schuld. d. Menselijke gedraging, opzet, wederrechtelijkheid, delictsomschrijving.

Antwoord: c. Menselijke gedraging, delictsomschrijving, wederrechtelijkheid, schuld.

2.

Welk van onderstaande delicten is strafbaar om voor te bereiden? a. Commercieel bevorderen draagmoederschap (art. 151b Sr) b. Verduistering door voogd e.a. (art. 323 Sr) c. Verhuur vaartuig voor geweldpleging/zeeroof (art. 383 Sr) d. Doorgeven van onjuiste vluchtinformatie (art. 385c Sr)

Antwoord: c. Verhuur vaartuig voor geweldpleging/zeeroof (art. 383 Sr)

3.

In welk van onderstaande arresten is sprake van onbewuste culpa? a. Letale longembolie-arrest b. Porsche-arrest c. Veearts-arrest d. Verpleegster-arrest

Antwoord: d. Verpleegster-arrest

4.

Bert wordt op 2 december 2021 om 10:00 uur buiten heterdaad aangehouden voor openlijke geweldpleging. Hij zou het delict hebben begaan op de Coolsingel in Rotterdam. Wanneer moet Bert uiterlijk worden voorgeleid aan de rechter-commissaris? a. 2 december om 22:00 uur b. 2 december om 19:00 uur c. 5 december om 20:00 uur d. 6 december om 04:00 uur

Antwoord: d. 6 december om 04:00 uur

5.

Uit welk arrest is de heersende rechtsregel omtrent de causaliteitsleer afkomstig? a. Hollende kleurling-arrest b. Letale longembolie-arrest c. Porsche-arrest d. Verpleegster-arrest

Antwoord: b. Letale longembolie-arrest

- Student kent de plaats en doel van het strafrecht binnen het recht;
Binnen het strafrecht kennen we materieel en formeel strafrecht.

Materieel strafrecht: het geheel aan rechtsvoorschriften, dat aangeeft welke gedragingen strafbaar zijn en
welke straf op welke gedraging van toepassing is.
Het materiële strafrecht is te vinden in het Wetboek van Strafrecht (WvSr).

Formeel strafrecht: geeft aan welke procedure gevolgd moet worden als iemand het materiële strafrecht
heeft overtreden.
Het formele strafrecht is te vinden in het Wetboek van Strafvordering (WvSv).

Er zijn verschillende doelen binnen het strafrecht.
1. Preventie: afschrikken/voorkomen.
 Generale preventie: voorkomen dat anderen een strafbaar feit begaan.
 Speciale preventie: voorkomen dat de dader meermaals een soortgelijk strafbaar feit begaat
(recidive).
2. Vergelding: leedtoevoeging bij de dader. Wie een strafbaar feit begaat, mag er niet mee wegkomen.

Een belangrijk uitgangspunt in de Nederlandse rechtsorde is het ultimum remedium-beginsel. Dit betekent
dat het strafrecht de laatste oplossing is. Er wordt mee bedoeld dat er eerst wordt gekeken of het
probleem door middel van een ander rechtsgebied opgelost kan worden. Het strafrecht wordt pas
toegepast als er geen redelijke alternatieve oplossing mogelijk is.

- Student begrijpt de begrippen bestanddeel en element en kan deze kennis toepassen;
Bestanddeel: voorwaarde die in de wettelijke delictsomschrijving is opgenomen.
Bestanddelen moeten bewezen worden!

Voorbeeld bestanddelen art. 92 Sr:
De aanslag;
Die is ondernomen;
Met het oogmerk;
De Koning(in), of de Regent;
Van het leven te beroven, of van de vrijheid te beroven, of tot regeren ongeschikt te maken

Wanneer er niet aan alle bestanddelen is voldaan is er geen sprake van een strafbaar feit.

Element: voorwaarden die niet in de wettelijke delictsomschrijving zijn opgenomen.
Elementen hoeven niet bewezen te worden.

De elementen in het Nederlandse strafrecht zijn:
1. Wederrechtelijkheid
2. Schuld

Wanneer er niet aan alle elementen is voldaan is er geen sprake van een strafbaar feit.


Voorwaarden voor strafbaarheid in Bestanddeel of element?
delictsomschrijving?

Ja  Bestanddeel

Nee  Element

, - Student begrijpt de begrippen opzet en schuld en kan deze kennis toepassen;
Opzet (dolus): dader was bewust van zijn handeling en wilde dit ook.
In delictsomschrijvingen kan opzet terug worden gevonden als bijv: ‘opzettelijk’, ‘wetende dat’, kennis
dragende dat’.

Er zijn drie gradaties van opzet:
1. Oogmerk: dit is de zwaarste vorm. Hierbij voert de dader een bepaalde handeling uit, omdat hij ervan
overtuigd is dat het beoogde gevolg ook daadwerkelijk in zal treden.
2. Opzet bij zekerheidsbewustzijn: iemand handelt willens en wetens om een bepaald gevolg te bereiken,
maar in plaats van het oogmerk wordt er een ander doel bereikt, waarvan de dader wist dat dit gevolg
in zou treden door zijn handeling. De dader was zich dus bewust van de andere gevolgen die in zouden
treden en handelde alsnog.
3. Voorwaardelijk opzet: bij voorwaardelijk opzet gaat het om het willens en wetens bewust aanvaarden
van de aanmerkelijke kans.

Schuld (culpa): hierbij staat een zekere nalatigheid/onvoorzichtigheid centraal.

Er zijn drie gradaties van schuld:
1. Roekeloosheid: sprake van onvoorzichtig gedrag waarbij de dader welbewust onaanvaardbare risico’s
heeft genomen met ernstige gevolgen. Roekeloosheid vereist een ernstig gebrek aan zorgvuldigheid.
2. Bewuste schuld: de dader heeft wel stilgestaan bij de mogelijkheid dat zijn handeling tot een bepaald
gevolg kon leiden, maar heeft te optimistisch gehandeld bij het inschatten van de daadwerkelijke
gevaren. De dader beseft het risico, maar vertrouwt erop dat het risico zich niet zal realiseren.
3. Onbewuste schuld: de dader heeft niet stilgestaan bij de mogelijkheid dat een handeling tot bepaalde
gevolgen kan leiden, terwijl daar wel aan gedacht had moeten worden.

- Student begrijpt de strafuitsluitingsgronden en kan deze toepassen.
Er zijn twee soorten strafuitsluitingsgronden: rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden.

Rechtvaardigingsgrond: grond waardoor de wederrechtelijkheid van de gedraging wordt weggenomen. Een
rechtvaardigingsgrond neemt dus de derde voorwaarde voor strafbaarheid weg.

- Overmacht als noodtoestand (art. 40 Sr): enerzijds de plicht hebben om de wet na te leven en
anderzijds de plicht hebben om een hulpbehoevend persoon bijstand te verlenen. De proportionaliteit
en subsidiariteit spelen hierbij ook een rol.
* zie ook Opticien-arrest, HR 15-10-1923, NJ 1923, 1329
[ECLI:NL:HR:1923:243]

- Wettelijk voorschrift (art. 42 Sr): een strafbaar feit begaan door het naleven van de wet.
Denk hierbij aan een politieagent die schade aanricht aan een auto tijdens een achtervolging.

- Bevoegd gegeven ambtelijk bevel (art. 32 lid 1 Sr): het opvolgen van een bevel, gegeven door het
ambtelijk gezag, is niet strafbaar. Hiervoor moet het bevel wel bevoegd zijn gegeven.

- Noodweer (art. 41 lid 1 Sr):
1. De aanval moet ogenblikkelijk en wederrechtelijk zijn.
2. De reactie op de aanval moet verder proportioneel zijn. Dat ziet op de juiste verhouding
tussen de wijze van verdedigen en het aangerande rechtsgoed.
3. Er moet bovendien zijn voldaan aan de eis van subsidiariteit. Dat ziet op de keuze van het
geweldsmiddel en de wijze waarop het is gebruikt.
* zie ook Asbak-arrest HR 02-02-1965, NJ 1965, 262
[ECLI:NL:HR:1965:AB3466]

- Buitenwettelijke rechtvaardigingsgrond
Ontbreken van materiële wederrechtelijkheid.
* zie ook Veearts-arrest HR 27-06-1932, NJ 1933, 60 en HR 20-02-1933, NJ 1933, 918
[ECLI:NL:HR:1933:229]

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gingerchpln. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,78. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 75759 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,78  17x  verkocht
  • (2)
  Kopen