SAMENVATTING EVO-THEORIE KENNISEXAMEN!!!
GOKIT/beheers aspecten: Alle aspecten die te maken hebben met het
beheersen van een te organiseren event.
Geld: Betreft het budget of het beschikbare geld. Hoe haal je het binnen
(sponsoren, giften, lening, subsidie, verkoop kaarten, verkoop overige
zaken?) en hoe geef je het uit/wat heb je nodig (locatie, techniek,
drukwerk, sprekers, give-a-ways, catering etc.)?
Organisatie: Hoe ga je het event vormgeven, met welke mensen? Ga je
te werk met professionals (kosten!) of vrijwilligers of een combinatie?
Hoe meer de deelnemers/doelgroep verlangen/hoe gevoeliger het
onderwerp of het belang van het event, hoe professioneler,
nauwkeuriger het moet worden georganiseerd.
Kwaliteit: Hierbij draait het om de vraag: wat krijg je ervoor als
bezoeker? Is het de moeite waard, is het veilig/zijn vergunningen
verleend, wie waarborgt de veiligheid? Dit dient VOORAF duidelijk
bepaald te zijn.
Informatie: Hoe deel je informatie, welke informatie deel je en met wie
en hoe? Communiceer je met brieven, e-mail, Facebook, Youtube, eigen
website, toegangscodes, algemeen toegankelijk etc.? Denk daarbij aan
je doelgroep! Jonge mensen en een papieren uitnodiging? Of 60+ en
Facebook?
Tijd: Denk goed na over een juiste periode/dag/tijdstip aanvang en eind!
Alles is heel bepalend voor de opkomst. Denk aan weersverwachtingen,
belangrijkste happenings (EK, WK, Olympische Spelen), vakantieweken
scholen en lange weekenden, belangrijke andere dagen (is de dag
ervoor of erna wel handig?) bijv. Koningsdag, Prinsjesdag,
Sinterklaasavond, benodigde reistijd doelgroep, filevorming, etc.
Crowdmanagement: Planning vooraf zodat bezoekers zich veilig
kunnen verzamelen en verplaatsen
Crowdcontrol: In goede banen leiden terplekke van grote groepen
mensen bij publieksevenementen.
, Sitemanagement: Alle werkzaamheden en verantwoordelijkheden
organiseren en contractuele afspraken bewaken.
Veiligheidsketen: Is een manier om met risico’s om te gaan (PPPRN)
Proactie: Is het wegnemen van structurele oorzaken van fysieke
onveiligheid en het voorkomen van het ontstaan daarvan. Je bewaakt
veiligheid in een vroeg stadium door a. risico’s tijdig te inventariseren en
b. beslissing nemen a.d.h.v. aanvaardbaarheid (is het risico acceptabel
of niet: maatregelen!)
Preventie: Richt zich op het voorkomen van ongevallen >> EHBO,
rookmelders etc.
Preparatie: Is het voorbereiden van locatie maar zeker ook materiaal en
personeel (denk aan veiligheidsplan, brandoefening, aanschaf materiaal)
Repressie: Is het beperken en bestrijden van rampen. Hier kom je
alleen terecht als er echt iets mis is. Welke hulp schakel je in? Hoe ga je
dat doen? Wat kun jij doen om de schade te beperken?
Nazorg: Omvat alles wat nodig is om zsm de gevolgen van een incident
te bestrijden en in de normale situatie terug te keren. Denk daarbij aan
schadevergoeding van gasten!
Risicobeheersing: Kan lastig zijn, maar is noodzakelijk. Betekent niets
anders dan inzichtelijke krijgen waar risico’s liggen, weten waar er
moeilijkheden zouden kunnen gaan ontstaan.
Commercieel risico: Wordt/is succes of een flop. Komen de bezoekers,
spreekt het onderwerp aan of niet.
Financieel risico: Is het budget reëel? Zijn inkomsten en uitgaven naar
verwachting?
Technisch risico: Werkt alles? Is alles getest, las je nog een
testmoment in?
Organisatorisch risico: Kan het event veilig plaatsvinden?