100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
College aantekeningen MTO-A MAW: Inleiding Methodenleer €5,48
In winkelwagen

College aantekeningen

College aantekeningen MTO-A MAW: Inleiding Methodenleer

 15 keer bekeken  2 keer verkocht

Dit document bestaat uit de aantekeningen van hoorcolleges en werkcolleges van het vak MTO-A MAW: Inleiding Methodenleer. Ook zijn de begrippen uit de aansluitende hoofdstukken van het boek Social Research: Approaches and Fundamentals erin verwerkt.

Voorbeeld 4 van de 36  pagina's

  • 15 januari 2022
  • 36
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Guy moors
  • Alle colleges
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (12)
avatar-seller
esperanzablank
MTO-A-MAW: inleiding methodenleer

Belangrijke aspecten in de cursus:
- meten
- onderzoeksdesign
- fouten (biases), vermijden en oplossen
- veralgemenen

Concepten= algemene abstracte omschrijving van een fenomeen
Variabele= empirische manifestatie van een concept
Hypothese= verwacht verband tussen 2 (of meer) variabelen dat kan worden onderzocht

Collegesheets week 1.
Hypothesen
- Enkelvoudig: verwacht verband tussen 2 variabelen
- Meervoudig
 Relatief belang
 Mediatie: iets tussen de afhankelijke en onafhankelijke variabelen, indirect effect
 Modererend effect
 Schijnverband

Conceptueel model= grafische representatie van een set logisch samenhangende hypothesen

Causaliteit, eenheid van analyse, fallacies
Wanneer kunnen we besluiten dat we te maken hebben met causaliteit:
- Associatie: statistisch verband tussen variabelen (er is al gemeten)
- Richting van verband: oorzaak- gevolg, onafhankelijke variabele beïnvloedt
afhankelijke variabele
- Afwezigheid van onechte banden (nonspuriousness): verband mag niet verklaard
worden door externe variabelen of antecedenten

Eenheid van observatie= hoe je aan je informatie komt
Eenheid van analyse= over wie of wat uitspraken worden gemaakt
- Per variabele in de hypothese
- Eenheid nodig om hypothesen te toetsen

Geneste design: meerniveau (multilevel) data

Logical fallacies (misvattingen): conclusies trekken op een bepaald niveau op basis van
resultaten op een ander niveau
- Ecological fallacy= conclusies op individueel niveau, analyses op geaggregeerd of
groepsniveau
- Atomistic fallacy= conclusies op geaggregeerd niveau, analyses op individuele data

Boek

Hoofdstuk 1:
Experiments: offer the best approach for investigating the causes of phenomena.
Survey research: involves the administration of questionnaires or interviews to relatively
large groups of people.

,Field research: a matter of immersing oneself in a naturally occurring (rather than staged)
set of events to gain firsthand knowledge of the situation.
Available data: data that have been generated for purposes other than those for which the
researcher is using them.

Social research produces scientifically valid answers to questions.
Media reports of social scientific studies sometimes distort the facts and draw erroneous or
misleading conclusions. Studying research methods will cultivate your skepticism about
research evidence.

Hoofdstuk 2:
Epistemology: what constitutes knowledge in the social sciences and how it is created.
Concepts: are abstractions communicated by words or other signs that refer to common
properties among phenomena.
Explanations: attempts to satisfy curiosity.
Empirical generalizations: propositions that are derived from observations.
Hypotheses: propositions that have been proposed but not tested.
Laws: propositions that have been repeatedly verified and are widely accepted.
Theory: a set of interconnected propositions that have the same form as laws but are more
general or abstract.
Causal relations: a relationship in which a change in one event forces, produces, or brings
about a change in another.
Deductive reasoning: the conclusion is absolutely certain if the evidence is true.
Inductive reasoning: the conclusion is uncertain even if the evidence is true because its
content goes beyond the evidence.
Nomothetic explanations: identify common causes among classes of events.
Ideographic explanations: describe the unique set of conditions that account for the actions
of a single person or set of actors at a particular time and place.

Empiricism means that the only admissible evidence is that which we can know directly or
indirectly through our senses. Objectivity amounts to intersubjective testability, the capacity
of independent observers to agree on the results of observations.

Hoofdstuk 3.
Units of analysis: the entities (object or events) under study in social research
Aggregate data: information about one set of units that is statistically combined to describe a
larger social unit.
Ecological fallacy: Most common fallacy involving the mismatching of units. Occurs when
relationships between properties of groups or geographic areas are used to make inferences
about the individual behaviors of the people within groups or areas.
Variables: characteristics of units that vary, taking on different values, categories, or
attributes for different observations.
Explanatory variables: those variables that are the object of study, part of some specified
relationship.
Dependent variables: the one the researcher is interested in explaining and predicting.
Depends on or influenced by certain other variables.
Independent variables: the explanatory variables that do the influencing and explaining.
Antecedent variable: occurs prior in time to both the independent and the dependent
variable.

,Intervening variable: if it is an effect of the independent variable and a cause of the
dependent variable.
Quantitative variable: if its values or categories consist of numbers and if differences
between categories have numerical value.
Qualitative variables: have discrete categories, usually designated by words or labels, and
nonnumerical differences between categories.
Relationships among variables: two or more variables are related, or form a relationship, to
extent that changes in one are accompanied by systematic changes in the other(s).
Positive/direct relationship: if an increase/decrease in the value of one variable is
accompanied by an increase/decrease in the value of the other.
Negative/inverse relationship: if a decrease in the value of one variable is accompanied by
an increase in the value of the other.
Correlation coefficient: a common statistical measure of the strength and direction of linear
relationships between two quantitative variables.
Statistically significant: a meaningful association between two variables
Spurious relationship: when a correlation has been produced by an extraneous third factor
and neither of the variables involved in the correlation has influenced the other.
Hypothesis: an expected but unconfirmed relationship between two or more variables.
Conditionals: consists of a connection between two simple statements, each pointing to a
condition or category of a variable.
Exploratory research: exploring a topic or phenomenon about which one knows very little.
Descriptive research: a fact-finding enterprise, in which information is gathered from a set
of cases that are carefully selected to enable a researcher to make estimates of the precision
and generalizability of the findings.
Explanatory research: seeks to explain why phenomena occur by identifying causes and
effects.
Research design: consists of a clear statement of the research question as well as plans for
gathering, processing, and interpreting observations intended to answer the question.

Werkcollege:
De mogelijkheid om individuen in hun natuurlijke omgeving te observeren, veldonderzoek.
De mogelijkheid om de onderzoeksresultaten te generaliseren, surveyonderzoek.
De mogelijkheid om formeel te toetsen of een sociale gebeurtenis of feit invloed uitoefent op
het gedrag of de mening van mensen, experiment.

Vraag: in wat verschillen proposities van hypothesen?
Proposities zijn algemene stellingen die niet over iets specifieks gaan en hypothesen gaan
vooral over observeerbare situaties die je test.

Y=afhankelijke variabele
X= onafhankelijke variabele
T= derde variabele
Mediatie, X beïnvloedt T en T beïnvloedt Y
Moderatie, T beïnvloedt de invloed van X op Y

Collegesheets week 2.
Elaboratie
Onderzoek naar het effect van een 3e variabele, controle variabele
- Simpsons paradox: de algemene tabel suggereert iets terwijl de twee deeltabellen het
tegenovergestelde laten zien

, - Suppressor
- Specificatie


Elaboratie (chapter 15 p. 463-470)
Onderzoek naar het effect van een 3e variabele.
= hoe elaboreren (of verbeteren) we ons inzicht in de relatie tussen twee variabelen door het
toevoegen van een 3e ‘controle’ variabelen door middel van kruistabel analyse
=> is van toepassing voor zowel moderatie, als mediatie en spurieuze (of onechte) relaties

Y = dependent variable
X = independent variable
T = 3th (control) variable Conceptual model

remains the = internal
non-spuriousness
same replication

correlation or
association
between X and Y
after control for T
= explanation
changes disappears or (spurious common cause
relationship)

= interpretation mediation


= specification
varies (conditional moderation
relationship)


Variabelen – meetniveaus
Variabelen = kenmerken van studieobjecten die variëren (verschillende waarden aannemen)
Let op! Niet elk kenmerk is een variabele.
Vb.: in een steekproef met enkel vrouwen is het kenmerk geslacht geen variabele. Geen
variatie in de kenmerken.

1. Nominaal
= variabele bestaat uit een aantal klassen (onderling verwisselbaar)
Voorbeeld:
° variabele “religieuze denominatie”
° categorieën:
° katholiek
° protestant
° andere religie: …
° vrijzinnig
° niet gelovig
- Vereisten i.v.m. de klassen (antwoord-categorieën):
(a) Aantal klassen moet exhaustief (uitputtend) zijn.
(b) Klassen moeten elkaar uitsluiten (mutual exclusief): een case mag maar in
één klasse vallen. Noot: vereisten ook van toepassing op andere meetniveaus. In hogere
meetniveaus is dit minder het geval.

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper esperanzablank. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,48. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 53340 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€5,48  2x  verkocht
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd