Jean-Paul Sartre – Les jeux sont faits
La chambre d'Ève (De kamer van Eva): Eva Charlier ligt doodziek in haar slaapkamer, ze slaapt. André
Charlier, haar man, komt binnen en gaat aan haar bed zitten. Als hij zeker weet dat ze slaapt, doet hij
een paar druppels (vergif) uit een flesje in haar glas water.
Le salon des Charlier (De zitkamer van Charlier): Lucette, het 17 jarige zusje van Eva, zit in de
woonkamer. Ze hoort van André die uit Eva’s slaapkamer komt, dat het niet meer goed gaat komen.
(André laat medelijden’ zien, wanneer ze naar hem kijkt, maar eigenlijk heeft hij dit niet…) Bij het
horen van dit nieuws stort ze in, Eva was niet alleen haar zus, ze was ook haar moeder en haar beste
vriendin. Ze zal nu alleen achterblijven. André troost haar en zegt dat hij bij haar zal blijven, dit zou
Eva ook zo gewild hebben.
La rue des conspirateurs (De straat van samenzweerders): Het leger van de regent, de rechtse
leider, komt door een straat gemarcheerd. Iedereen verspreid zich en de straat loopt leeg, als een
manifestatie van vijandigheid. 1 man steekt echter expres heel langzaam vlak voor de voeten van de
soldaten de straat over.
La chambre des conspirateurs (De kamer van de samenzweerders): Vijf mannen, Langlois, Dixonne,
Poulain, Renaudel en Pierre Dumaine, vergaderen in een kamer van een armzalig huisje. Pierre is de
leider van de opstandelingen, ze plannen een opstand tegen de Regent. Dixonne was nerveus en zei
dat de soldaten door de straat liepen omdat ze iets vermoedden. Poulain stelde voor om te wachten,
maar drie dagen ofzo, maar gewoon totdat ze niet meer zo opletten. Maar Pierre stond erop dat de
opstand de volgende ochtend begon.
La chambre d'Ève: Eva wordt met een verwilderde blik wakker, en roept Lucette. Het is alsof ze in de
fik staat en dus drinkt ze het hele glas water op. Ze roept Lucette weer, nu met een verzwakte stem.
La rue des conspirateurs: De mannen gaan uit elkaar. Pierre gaat op de fiets weg. Hij wordt geroepen
door Lucien, een jongen van achttien die ooit bij ze hoorden, maar Pierre negeert hem. Lucien gaat
voor hem staan. Hij smeekt om vergiffenis; hij was gevangen door het leger en heeft na urenlange
marteling informatie gelekt. Pierre maakt hem voor verrader uit, geeft hem een draai om zijn oren en
fietst weg. Lucien heeft tranen in zijn ogen van haat en schaamte en gaat ook weg.
La chambre d'Ève et le salon: Eva komt met moeite de kamer binnen en wil André spreken. Ze
vertelt hem dat ze door heeft dat hij, sinds haar ziekte, achter Lucette aanzit. Ze verbiedt hem haar
ooit aan te raken. Haar kracht is op en ze laat zich op het bed vallen en zegt dat ze beter zal worden
en haar mee zal nemen, ver van hier… André heeft het lege glas inmiddels gezien en is opgelucht…
Une route de banlieue (Een weg in een buitenwijk): Lucien wacht Pierre (op de fiets) gespannen op,
en haalt als hij dichterbij komt, een revolver uit zijn zak.
La chambre d'Ève: Eva zegt nog een keer dat ze beter zal worden en haar zusje zal redden en dan
glijdt haar hand langs de tafel, die breekt, en ze valt. Andrè kijkt bleek naar haar lichaam op de grond.
La route de banlieue: Twee revolverschoten; Lucien schiet Pierre dood.
, La chambre d'Ève: Lucette stormt binnen en slaakt een kreet als ze het lichaam van haar zus ziet.
La route de banlieue: Langzaam komen er arbeiders die de schoten hebben gehoord om Pierres
lichaam heen staan. Hij wordt herkend en ze vragen zich af wie van de smeerlappen van het leger dit
heeft gedaan. Dan komt het leger eraan, ze blokkeren de weg. Pierre staat op (in het hiernamaals) en
ziet dat er ruzie in de lucht hangt. Hij loopt weg, hoewel hij niet snapt dat niemand hem lijkt te zien.
La chambre d'Ève et le salon: Lucette huilt naast haar zus, Eva staat op (in het hiernamaals) en is
verbaasd over de situatie, maar loopt dat naar de zitkamer. Hier komt ze Rose, de kamenier tegen,
maar het lijkt alsof ze haar niet ziet of hoort. Dan kijkt ze in de spiegel en merkt op dat ze geen
spiegelbeeld heeft. Ook hoort ze een stem die herhaalt: Languénésie, Languénésie… Ze weet niet wat
dit is, maar haalt onverschillig haar schouders op en verlaat haar woning.
Une rue (Een straat): Pierre verbaast zich steeds meer, niemand ziet hem. Hij hoort nog steeds een
stem zeggen; Laguénésie. Hij vraagt een oude man naar de weg, maar niemand geeft antwoord.
Un coin de jardin public (een hoek van een plantsoen): Eva vraagt aan een vrouw met een
kinderwagen of ze weet waar de rue Laguénésie is, maar de vrouw hoorde haar niet.
La rue: Pierre vraagt de man nog een keer om de weg, maar weer antwoord hij niet. Hij stapt in de
bus en die rijdt weg. Pierre vervolgt zijn weg, totdat hij een groepje mensen voor een winkel in de rij
ziet staan en een naambordje van de straat: Impasse Laguénésie. Hij loopt naar het groepje toe.
Le jardin public: Ook Eva vraagt de vrouw nogmaals de weg, maar krijgt geen antwoord. Ze loopt
verder en ziet dan een doodlopende straat, waar aan het eind een groepje mensen staat te wachten.
Het is een rustige straat. Ook zij leest het naamboordje: Impasse Laguénésie.
L'impasse Laguénésie (Het doodlopende straatje): Eva gaat de rij mensen voorbij, maar er wordt
gelijk geschreeuwd dat ze niet voor moet dringen. Ze zijn niet aardig, maar ze is blij dat ze haar zien.
Ze sluit achter in de rij aan, achter Pierre. Bij elke bel gaat de deur open en kan iemand naar binnen.
Dan kan Pierre naar binnen en gaat hij door de deur die toegang geeft tot de kamer achter de winkel.
L'arrière-boutique (De kamer achter de winkel): Pierre wordt in een kamertje ontvangen door een
oude dame, die het dodenregister beheert. Ze vertelt Pierre dat hij vermoord is door Lucien. Ze moet
zijn handtekening hebben om hem dood te verklaren. Hij tekent en kan nu gaan en staan waar hij wil.
Une rue: Pierre kijkt buiten om zich heen. Een paar doden kijken naar Pierre en fluisteren over hem.
Rue et place (straat en plein): Doden en levenden gemengd. Een oude man (18e eeuw overleden) wil
Pierres gids wel zijn. Dit doen ze altijd voor nieuwe doden; het leidt af. Hij vertelt hoe de wereld in
elkaar zit en legt uit dat je de levenden van doden kan onderscheiden doordat ze altijd gehaast zijn.
L'arrière-boutique: Eva hoort van de dame van het dodenregister dat ze is vergiftigd door haar man.
Hij deed dit voor de bruidsschat en nu wil hij die van Lucette (die ook nog eens van hem houdt!). Ook
Eva zet een handtekening, waarna ze in gedachten verzonken het vertrek verlaat.
Une rue: Eva loopt somber over straat. Ze ziet een groep mensen om een krachtpatser staan die voor