Dieren die ademhalen in het water hebben aanpassingen zoals kieuwen. Hier vindt het
tegenstroomprincipe plaats. Het water loopt van zuurstof rijk naar zuurstof arm en tegelijkertijd
loopt het bloed van zuurstof arm naar zuurstof rijk. Op deze manier is er over het hele traject
zuurstof uitwisseling mogelijk.
Ademhaling bij amfibieën:
1. Kikker ademt in via neus en met gesloten glottis slaat het dier lucht op in een verzonken deel
van de keelholte.
2. Glottis opent en de oude lucht verlaat de longen via de neusgaten
3. De bodem van de keelholtekomt omhoog en perst de verse lucht de longen in
4. CO2 kan makkelijk via de huid worden uitgescheiden
Ademhaling bij vogels:
1. Lucht komt binnen via de bek en gaat naar de achterste luchtzakken
2. Bij de uitademing gaat de verse lucht vanaf de achterst luchtzak naar de longen en de lucht
die in de longen zat gaat naar de voorste luchtzak en naar buiten.
# efficiënt omdat het vrijwel geheel eenrichtingsverkeer is.
Algemene kenmerken goed ademhalingssysteem:
- Groot oppervlak
- Dunne cellaag waarover uitwisseling kan plaatsvinden.
- Moet vochtig zijn
1
,Humane respiratie:
Er wordt onderscheid gemaakt tussen cellulaire en externe respiratie:
1. Cellulaire respiratie: O2 wordt afgebroken en CO2 wordt geproduceerd, vindt plaats in de
cellen en vaak wordt hier ATP bij geproduceerd. Je hebt vervolgens een uitwisseling tussen
het bloed (CO2) en de weefsels (O2)
2. Externe respiratie: in de longen wordt CO2 afgegeven en O2 opgenomen in het bloed.
De druk in de bloedsomloop van de longen is veel lager dan de druk in de systemische bloedsomloop.
Dit wordt ook wel een Low-pressure High flow genoemd, omdat er ongeveer een halve liter bloed
per minuut naar de longen toe gaat maar de bloeddruk in de longvaten heel laag is.
Opbouw respiratoir systeem:
1. Trachea
2. Bronchus
3. Bronchiole
4. Alveoli
Longvliezen/pleura:
- Viscerale pleura (om de long heen)
- Parietal pleura (aan de buitenkant)
Waarvoor wordt de ademhaling gebruikt:
- O2 opnemen en CO2 afgeven
- Praten
- PH regulatie
- Beschermen tegen virussen etc.
2
,Bronchiale en pulmonale bloedsomloop:
- Longarterie brengt zuurstofarm bloed naar de longen.
- Deze vertakt in capillaire om de alveoli heen
- Met kleine longvenen gaat het zuurstofrijke bloed terug naar het hart zodat het verder naar
het lichaam kan.
- Daarnaast nog een aftakking van de systemische bloedsomloop welke bestaat uit een
bronchiale arterie, een vene en een zenuw.
- Veel van dit zuurstof arme bloed uit de bronchiale arterie komt terecht in de net zuurstofrijk
geworden longvene.
Cellen in de longen:
1. Alveolaire cel type 1/pneumocyten 1: zorgen voor opname O2 en afgifte CO2
2. Alveolaire cel type 2: maken longsurfactant
3. Capillair
4. Macrofagen
3
, Ventilatiebewegingen:
- Je hebt de borstademhaling en de buikademhaling.
- De inademing is altijd actief, de uitademing is altijd passief.
Bij buikademhaling:
- Inspiratie (actief), door contractie van het middenrif waardoor het afplat
- Expiratie (passief), door ontspanning van de spieren
Bij borstademhaling:
- Inspiratie (actief), contractie van externe tussenribspieren waardoor de borstkas omhoog
wordt gebracht
- Expiratie (passief), ontspanning van de spieren
Druk in de longen:
- Aan te geven met mm Hg, dit is de absolute druk
- Ook aan te geven met cm H2O, dit is de relatieve druk.
- In rust is de mm Hg op zeeniveau 760 mm Hg, wat 1 atmosfeer is. Dit is zowel buiten als
binnen in de longen. De relatieve druk is dan ook 0 cm H2O
- Tussen de 2 pleura heerst tegelijkertijd een lichte onderdruk, dit betekend dat de mm Hg iets
lager is dan buiten de longen. Bovenin de long is dit verschil groter dan onder in de long,
omdat onder in de long het hele gewicht van de long er op drukt.
- Bij inademing maken we de holte in de longen groter, waardoor er een onderdruk ontstaat
en de lucht van buiten de longen naar binnen stroomt, dus altijd van een hoge naar een lage
druk. Dit wordt ook wel negative pressure breathing genoemd, de lucht wordt de longen in
gezogen.
- Bij expiratie neemt de druk in de longen toe en wordt groter dan buiten de longen. De lucht
gaat dan van binnen naar buiten.
Wet van Boyle:
- De druk is gelijk aan 1/het volume P=1/V
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper MisterStudy. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.