Internationaal en Europees strafrecht – collegeaantekeningen
Hoorcollege 1 – Inleiding en rechtsbronnen – mr. dr. W. Geelhoed
Als voorbeeld neemt mr. dr. Geelhoed een wereldbol. Kun je Nederland zien liggen?
Nederland is erg klein. Binnen het strafrecht heb je te maken met andere delen in de wereld en
invloeden. Daarnaast hebben we zelf de wereld ingedeeld. Het zijn menselijke constructies.
Hoe gaan de veranderingen in de wereld? Het zijn geen vaste constructies. Ze kunnen telkens
veranderen. Elk land heeft zo zijn eigen stelsel. Sommigen lijken op elkaar anderen niet. Ons
stelsel lijkt bijvoorbeeld erg op die van het Franse stelsel. Materieelrechtelijk lijkt ons stelsel
sterk op die van Duitsland. Maar er zijn veel minder overeenkomsten tussen Engeland en de
VS. Binnen het strafrecht moeten we het toch doen met deze stelsel in verband met de
uitlevering, overlevering en wederzijdse rechtshulp. Dan is het goed om iets te weten van
internationaal en Europees strafrecht.
Zoals wellicht bekend is het tentamen een openboek tentamen. Voor dit vak betekent dat, dat
het boek en de voorgeschreven artikelen ongeschreven meegenomen mogen worden naar het
tentamen. Het tentamen wordt fysiek afgenomen in de Aletta Jacobshal. Dit is wel onder
voorbehoud hoe het met corona gaat.
Begrippen
We kennen vele soorten begrippen. Deze begrippen veranderen qua definitie ook.
- Internationaal strafrecht; tegenwoordig wordt hier het strafrecht mee bedoelt dat de
internationale tribunalen hanteren. Vroeger verstonden we hier ook het recht onder dat
alle lidstaten hadden die bijvoorbeeld de uitlevering regelden.
- Europees strafrecht; voor dit begrip geldt eigenlijk hetzelfde als internationaal
strafrecht. Tegenwoordig noemen we dit meer het strafrecht van de Europese Unie.
Hier gaan we het dit vak meer over hebben. Dit is een terrein dat heel erg groeit en
waar heel erg veel bij gebeurt.
- Droit pénal international; het is internationaal strafrecht
- Droit international pénal;
- Supranationaal strafrecht; dit is een ouderwetse term voor het recht zoals dat van de
Europese Unie.
- Transnationaal strafrecht; dit zijn punten waar we samenwerking met andere landen
voor opzoeken, omdat het vooral grensoverschrijdend is. Toch is er voor dit soort
recht geen tribunaal. De handhaving geschied altijd ook door de nationale rechtstaten.
Het strafrecht van Nederland bestaat eigenlijk uit materieel recht, penitentiair recht, formeel
recht en internationaal strafrecht. De Belgen hebben ook zo een soort systeem. Daarnaast
kunnen de landen samen een bilateraal verdrag sluiten. Die bestaan er ook. De Europese Unie
zorgt voor meer eenheid binnen de Europese Unie door harmonisatie van delicten, sancties,
procesrecht en het bevorderen van samenwerking. De Raad van Europa is druk met het
opstellen van meerdere rechtshulpverdragen en het EVRM. Internationaal kennen we ook vele
verdragen die de rechtshulp tussen landen moet verbeteren. Hierbij moet je denken aan
verdragen die aangenomen worden bij de VN. Je zou denken dat er hiërarchie bestaat tussen
de verschillende verdragen, maar dat moet je niet zo zwartwit stellen. Dat ligt heel erg ook
aan het niveau waar je naar het recht kijkt. In de volgende colleges komt dat meer naar voren
en zal dat ook duidelijker worden.
1
Collegeaantekeningen internationaal en Europees strafrecht – Marcel Benjamins
,Belangrijke aandachtpunten zijn:
› Internationalisering van de strafrechtspleging
› Dat betekent ook dat je niet altijd te maken hebt met Nederlands recht.
Richtlijnen moeten omgezet worden naar Nederlands recht. Maar als die
omzetting verkeerd is gegaan, dan moeten we ook kijken naar de richtlijn.
› Rechtsvorming, bronnen en actoren
› Soevereiniteit, intergouvernementeel versus supranationaal
› Deze begrippen staan in een bepaalde verhouding met elkaar. Een deel van de
soevereiniteit moet worden opgeheven om een supranationaal strafrecht te
kunnen verkrijgen.
› Harmonisatie van materieel en formeel strafrecht
› Vertrouwensbeginsel en beginsel van wederzijdse erkenning
› Alle landen zijn soeverein en gelijk. Wat in een ander land gebeurt, moet
worden aangenomen als correct. Wederzijdse erkenning is een ander begrip en
kennen we alleen in de Europese Unie. Dit beginsel stelt dat een beslissing die
in een ander land is genomen, erkend moet worden alsof het een beslissing is
uit je eigen land. Er zijn mogelijkheden om de erkenning te weigeren, maar in
beginsel dien je over te gaan tot erkenning.
› Fundamentele rechten
› Ne bis in idem
› Hier gaan we het nog een heel college over hebben.
Soevereiniteit
› Intern: een soevereine staat heeft de bevoegdheid om binnen zijn territoir bindende
beslissingen te nemen
› Extern: een soevereine staat hoeft daarbij geen inmenging van andere staten te dulden
Intergouvernementeel perspectief: soevereine staten binden zichzelf in onderlinge
samenwerking
Supranationaal perspectief: een autonome rechtsorde, geplaatst boven lidstaten, beperkt hun
bevoegdheden
Rechtshulp in strafzaken
§ Primaire rechtshulp:
- Staat A doet afstand van uitoefening recht tot vervolging/strafexecutie
- Staat B neemt vervolging/strafexecutie over
§ Secundaire rechtshulp:
- Staat B verricht ondersteunende handeling ten behoeve van
opsporing/vervolging/berechting/strafexecutie in staat A
- Uitlevering/overlevering
- “Kleine” rechtshulp (bijv. doorzoeking en inbeslagneming)
§ Op klassieke grondslag: verzoek; staat A verzoekt rechtshulp aan staat B; staat
B beslist of hij gevolg geeft
§ Op beginsel van wederzijdse erkenning gebaseerd: bevel; rechterlijke autoriteit
van lidstaat A geeft bevel, rechterlijke autoriteit van lidstaat B erkent dat bevel
en legt het ten uitvoer, alsof het een nationaal bevel was.
Het Openbaar Ministerie is niet onafhankelijk genoeg om zelf een internationaal verzoek
in te dienen, blijkt uit de meest recente rechtspraak. De OM staat namelijk onder het gezag
2
Collegeaantekeningen internationaal en Europees strafrecht – Marcel Benjamins
,van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Daarom is het ministerie hiertoe bevoegd en niet
een officier van justitie.
Rechtsmacht
We kennen twee verschillen in materiële en formele rechtsmacht. We gaan dit vak kijken naar
de verschillen tussen de materiële en formele rechtsmacht en wat de verschillen precies zijn.
Daarnaast kijken we ook naar welke gedragingen onder de Nederlandse rechtsmacht vallen.
We kijken daarbij naar de regelingen in art. 2-8d Sr en de lagere regelgeving. Ook kijken we
naar de verhouding tussen internationaal recht en de nationale rechtsmacht.
Overdracht en overname van strafexecutie
Binnen dit vak komt ook de overname van strafexecutie naar voren. Hierbij moet je kijken
naar de Nederlandse wetgeving, internationale verdragen en EU-wetgeving. Ook zullen we
kijken naar de samenwerking tussen staten wat betreft de strafexecutie. Daarbij is er weer een
belangrijk verschil tussen de klassieke grondslag en wederzijdse erkenning. We moeten
straffeloosheid namelijk vermijden (resocialisatiebeginsel).
Overdracht en overname van strafvervolging
Hierbij kun je het voorbeeld van Mallorca van de zomer van 2021 nemen. Hierbij werd een
man dodelijk verwond. De verdachten waar snel naar Nederland gevlucht. In dit geval is het
onderzoek in Spanje verricht en de strafvervolging in Nederland. De strafvervolging wordt
overgenomen middels het gehele onderzoek. Het was in dit geval ook makkelijker. De
verdachten en het slachtoffer waren Nederlands, iedereen was in Nederland en iedereen
spreekt Nederlands. Dat zijn dus ook praktische redenen om de vervolging in Nederland te
regelen. Er zijn sterke voor- en tegenstanders voor dit systeem. Wel is het zo dat er bij de
strafoplegging rekening wordt gehouden met de straffen die in het land waar het delict is
gepleegd gebruikelijk zijn. In sommige gevallen kan dat heel disproportioneel aanvoelen.
Maar op basis van de wederzijdse erkenning (in deze situatie) leggen we deze straffen wel op.
Nederland is een land dat voorstander is van rechtshulp, maar er zijn ook landen die fel tegen
zijn.
Opsporingshulp en kleine rechtshulp (Europees Onderzoeksbevel)
Hierbij zijn de Nederlandse wetgeving en internationale verdragen van belang. Samenwerking
geschiedt op basis van de klassieke grondslag en met wederzijdse erkenning. Binnen deze
categorie zijn er de laatste tijd wel veel ontwikkelingen en recente wetswijzigingen. Het is een
relatief informeel onderwerp. Het EOB is steeds belangrijker aan het worden.
Ne bis in idem
Dit moet ervoor zorgen dat de rechtsmacht van verschillende landen niet zal leiden tot een
dubbele vervolging. Soms overlappen de rechtsmachten elkaar namelijk. Dat komt ook
doordat we in een erg dichtbevolkt werelddeel leven. We kennen immers verschillende
rechtsbronnen en verschillende interpretaties.
- Nederlands recht: art. 68 Sr
- Raad van Europa: art. 4 protocol 7 bij EVRM
- EU-recht: art. 50 HvG, art. 54 SUO
Hoorcollege 2 – Europees straf(proces)recht algemeen – mr. dr. W. Geelhoed
Het Europees strafrecht is van groot belang voor de Europese rechtsorde. Want hierin worden
de gemeenschappelijke waarden die de lidstaten hebben in wetten vastgelegd. Maar is het
3
Collegeaantekeningen internationaal en Europees strafrecht – Marcel Benjamins
, Europees strafrecht overal tegenop gewassen? Als we tegenwoordig kijken naar Polen dan
zien we dat het recht daar minder goed van de grond komt dan in andere lidstaten. Dat heeft te
maken met de politieke situatie in Polen. Dat krijgt trekken van nazi-Duitsland. In die tijd had
Hitler de macht naar zich toegetrokken en was er niet langer meer sprake van check-and-
balances. Hitler was zowel de wetgevende macht als de uitvoerende macht. Daarnaast had hij
sterke invloed op de rechtsprekende macht. Hij bepaalde wie er in de rechtsprekende macht
plaats kon nemen. Dat zien we ook gebeuren bij Polen. Daar bepaalt de overheid wie er in de
rechtsprekende macht plaatsneemt. Maar als dat gebeurt, heeft de overheid grote invloed op
de mate waarin recht wordt gesproken. Krijgen verdachten dan nog wel een eerlijk proces in
Polen? In de praktijk blijkt dat het EU-recht moeizaam kan acteren op zulke situaties. Een
land kan worden uitgesloten van het recht om te stemmen binnen de Raad van Europa. Maar
dat kan alleen als er unanimiteit bestaat over deze uitsluiting. Veel landen zijn daar
voorstander van, maar Hongarije niet, dat land houdt het dus tegen voor alle andere landen en
dus kan Polen min of meer zijn gang gaan. Zo blijkt dat je eigen slechts één bondgenoot nodig
hebt om het EU-recht te kunnen omzeilen. Maar wat voor invloed heeft dat op andere landen?
Want mag je dan verdachten niet aan Polen overleveren als je weet dat ze daar geen eerlijk
proces krijgen? Daar is nu een hele discussie over gaande. Arrest L.M. is daarin het
basisarrest. Sindsdien zijn er nog meerdere arresten gewezen en probeert de rechtspraak een
weg daarin te vinden. L.M. is wel een heel terughoudende uitspraak. Het Hof van Justitie is
erg terughoudend in het zeggen ‘je moet verdachten maar niet meer overleveren aan Polen’.
De drempels zijn dus hoog. Als er zowel systemische gebreken zijn in het algemeen in dat
land en in de communautaire samenwerking kun je er vrij zeker van zijn dat die persoon geen
eerlijk zou krijgen in dat land. Op grond daarvan kun je de overlevering weigeren. Maar dat is
niet snel sprake van. Dat gebeurt zeker niet bij de overlevering om de straffen ten uitvoer te
leggen, dat kan anders zijn als de persoon ook nog echt een proces in Polen zou krijgen. Hier
gaan we later nog dieper op in.
De oude pijlerstructuur
Het lijkt misschien wat oud en ver terug in de tijd, maar het is wel van belang om het
Europees recht en dus ook het Europees strafrecht te begrijpen.
Voor het verdrag van Lissabon waren er drie pijlers:
Europese Gemeenschappen (EG, EGKS, Euratom)
› Dit werden de drie pijlers genoemd sinds het verdrag van
Maastricht. In dat verdrag werd de Europese Unie opgericht.
Het klassieke arsenaal wat we nu kennen is dus opgericht in het
verdrag van Maastricht. Dit is de eerste pijler en had vooral een
supranationaal karakter. Onder deze pijler werd aangenomen
dat Europees recht voorrang verkreeg boven nationaal recht en
ook rechtstreekse werking had. Dat is anders in de derde pijler.
Het werd zichtbaar dat ook strafrechtelijke richtlijnen onder
deze pijler werden aangenomen. Dat was natuurlijk niet
helemaal de bedoeling. Dat deed zich voor in HvJ 13
september. Hieronder wordt dat verder uitgewerkt.
Gemeenschappelijke buitenlands- en veiligheidsbeleid.
› De lidstaten willen hier vooral ook zelf over kunnen beslissen.
Dit heeft meer een intergouvernementeel karakter.
Politiële en justitiële samenwerking in strafzaken
› Dit zit er een beetje tussenin. Het is niet sterk
intergouvernementeel en ook niet sterk supranationaal.
Commissie – Raad I
4
Collegeaantekeningen internationaal en Europees strafrecht – Marcel Benjamins
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper mbmarcelbenjamins. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.