Dit is een samenvatting van de hoorcolleges 5 t/m 32 van het vak cellen van biomedische wetenschappen aan Universiteit Utrecht. Aan de hand van dit document kan voor de tussentoets en de eindtoets geleerd worden. In deze samenvatting staat ook stof die getoetst wordt tijdens de selectietoets voor B...
,Hoorcollege 5 & 6 DNA replicatie
De twee DNA strengen verdelen zich over de twee dochtercellen via semi-conservatieve replicatie.
Iedere dochtercel krijgt zowel de oude (oorspronkelijke) als de nieuwe (gekopieerde) genetische
informatie.
Hoe?
Eén DNA streng werkt als template/matrijs streng. De nieuwe streng wordt gemaakt van 5’ naar 3’.
(De matrijsstreng wordt dus altijd gelezen van 3’ naar 5’).
Deze replicatie is zeer precies. Per deling van een moedercel zitten er ongeveer 1 à 2 fouten in de
nieuwe streng. De snelheid van de replicatie is ongeveer 1000 nucleotiden/seconden.
Een mens heeft gemiddeld 3 miljard nucleotiden.
Origin of replication (ORI).
AT baseparen hebben minder waterstofbruggen (2) dan CG baseparen (3). AT baseparen zijn dus
makkelijker open te krijgen. ORI zijn dus AT-rijke DNA-sequenties. Niet alleen deze AT paren maken
ORI ORI. Ook bepaalde eiwitten die daar moeten gaan binden…..
Iedere bubbel heeft 2 replicatie vorken. Iedere ORI heeft 1 opening en aan beide kanten een
replicatie vork. De replicatie vorken bewegen in 2 richtingen zodat de bubbels steeds groter worden.
Dit is een ongelijke proces. Menselijk DNA heeft gemiddeld 40-80 duizend ORI’s.
Substraat = alles wat voor de pijl staat in een reactie
Product = alles wat na de pijl staat in een reactie
In DNA synthese zijn dNTP’s (desoxyribose nucleoside triphospate) het substraat. Dit zijn dATP, dCTP,
dGTP, dTTP. Deze hebben allemaal aan de 5’ drie fosfaat moleculen en aan de 3’een OH.
dNTP dNMP + PPi . Deze reactie levert energie op.
,Leading en lagging streng. Leading strand is de streng waar de continue synthese plaatsvindt. En de
lagging strand is de streng waar de discontinue synthese plaatsvindt. De matrijsstreng heeft dus altijd
een leading en een lagging kant.
DNA-polymerase maakt steeds een stukje DNA tot het weer komt bij een ander stuk wat al gemaakt
was door dit enzym. Deze losse stukjes noemen we Okazaki fragmenten. Okazaki fragmenten hebben
gemiddeld 100-200 nucleotiden bij mensen.
DNA-polymerase zorgt ervoor dat de G’s tegenover de C’s en de A’s tegenover de T’s worden gezet.
Soms gaat dit fout. Als hij weet dat het fout gaat, gaat er een proces in gang genaamd proofreading.
DNA-polymerase heeft 2 activiteiten namelijk polymerase en exonuclease. Exonuclease is het
afknippen van die foute nucleotide.
DNA-polymerase kan wel DNA maken maar het kan niet zelf starten. Het kan dus alleen ‘verlengen’.
Het kan starten door primase. Dit is een stukje RNA van +/- 10 nucleotide lang. Voor de leading
streng, waar continue synthese plaatsvindt, heb je maar 1 primer nodig. Voor de lagging streng, waar
discontinue synthese plaatsvindt, heb je per Okazaki-fragment 1 primer nodig. Nadat DNA-
polymerase zijn werk heeft gedaan, wordt deze RNA primer verwijderd. Dit gebeurd door een ander
DNA-polymerase. Deze vervangt ook het stukje RNA in DNA.
DNA ligase verbindt de Okazaki-fragmenten aan elkaar. Deze maakt een fosfodiesterbinding. Hij haalt
zijn energie uit (gewoon) ribo ATP.
DNA-polymerase, primase, DNA ligase, Helicase, Topoisomerase, ssbp, slinding clamp, Telomerase.
Helicase en topoisomerase.
Helicase smelt het DNA uit elkaar. Helicase bevindt zich op de lagging strand. Als je de DNA strengen
snel uit elkaar trekt dan ontstaan er torsiekrachten, die er uiteindelijk voor zorgen dat het in de
knoop komt. Om deze tegenenergie kwijt te raken onstaan supercoils. Topoisomerase 1 maakt een
enkelstrengs breuk. Topoisomerase 2 maakt een dubbelstrengs breuk. Deze zorgen ervoor dat de
torsiekrachten verdwijnen.
, Sliding clamp is een eiwit. Dit is een soort anker mechanisme wat het DNA-polymerase op het DNA
houdt. Deze sliding clamp zit aan de achterkant van het DNA-polymerase. Bij de lagging strand
Ssbp, single stranded binding protein. Nucleotide willen met elkaar gaan baseparen vanwege de
energie die er dan vrijkomt. Enkelstrengs DNA zal gaan baseparen met zijn eigen streng waardoor het
in elkaar vouwt. Ssbp voorkomt dit proces.
telomeer.
De leading strand kan de hele strand kopieren, tot aan het einde. De lagging strand komt nooit tot
het einde van het chromosoom. Het enzym telomerase herstelt deze gaps waar geen dubbelstrengs
DNA plaatsvindt. Als cellen een telomerase activiteit bezitten, worden de chromosomen/telomeren
steeds korter. De korte telomeren activeren een kinase die zorgt dat de cel stopt met delen =
Hayflick-limiet. Op de telomeren liggen vaak geen genen, maar hoe korter ze worden hoe dichter ze
bij de genen komen. Telomerase beschermt dus de DNA-informatie. TTAGGG is de sequentie die aan
het eind van het chromosoom voorkomt.
Telomerase verlengt het enkelstrengs stuk wat niet gekopieerd was. Omdat het nu langer is, kan er
nu wel een primer binden en nog een Okazaki-fragment gemaakt worden.
Hoorcollege 7 Centraal dogma
Van DNA naar eiwit. Transcriptie en translatie.
Prokaryoot = bacterie
Eukaryoot =
Efficiëntie van gen-expressie wordt bepaald door vee aspecten.
Verschil structuur van DNA en RNA. RNA heeft op 2’ wel een O en DNA niet, vandaar de naam deoxy.
Een ander verschil is dat RNA geen gebruik maakt van T, thymine maar van U, uracil. Thymine is
eigenlijk methyl-uracil. Een AU basepaar heeft net als AT ook 2 waterstofbruggen.
RNA laat enkelstrengs DNA wel met zijn eigen streng reageren.
Sense streng wordt de RNA streng. De anti-sense streng is ook wel de template streng.
RNA-polymerase is verantwoordelijk voor de synthese van RNA. Het RNA-polymerase kan de DNA
strengen zelf ontwinden. Het wordt gesplitst voor ongeveer 18 nucleotiden. Er ontstaat hierdoor een
soort staart van RNA. Hierdoor komt de DNA streng vanzelf weer terug naar zijn complementaire
streng. RNA synthese vindt ook alleen maar plaats van 5’ naar 3’.
Messenger RNA (mRNA) codeert voor de eiwitten.
Bacterie
RNA transcriptie eindigt bij de terminator. Promoter, een stuk dubbelstrengs DNA, bevat alle
informatie waardoor het RNA-polymerase bindt aan het DNA. De promoter heeft een consensus
sequentie, oftewel een bepaalde volgorde baseparen. De sigma factor zorgt ook voor de binding van
RNA-polymerase. Voor het einde van de transcriptie zitten 2 complementaire delen. Deze gaan
samen baseparen vormen waardoor er een loep ontstaat. RNA-polymerase valt eraf wanneer er een
aantal AT paren gevormd worden.
Woordkeus bij DNA replicatie Woordkeus bij Tramscriptie
Leading / lagging strand Sens / antisens streng
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ivyankone. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.