In dit document staan de doelstellingen die de universiteit per week heeft gesteld. Dit verwacht de universiteit wat je moet weten voor de tentamens. Ik heb bij iedere doelstelling een korte uitleg/uitwerking geschreven en zo gekeken wat de belangrijkste onderdelen van de leerstof waren.
Week 1
- De student kent het verschil in oplossend vermogen tussen de LM en de EM
Oplossend vermogen van LM = 300 nm en van EM = 0,2
- De student kan op LM en EM afbeeldingen van celorganellen herkennen en kent
hun grootte en functie
- De student kan de intracellulaire compartimenten van de cel benoemen en de
bijbehorende functie verklaren.
Celmembraan = poort van de cel (7 nm)
Nucleus (kern) = control center met DNA (2 chromosomen) (7 – 10 microm)
ER = maakt de eiwitten en lipiden
Golgi complex = modificeert en verpakt de moleculen die door het ER gemaakt zijn
Mitochondrium = maakt energie in de vorm van ATP (0,5 x 4 microm)
Lysosomen = intracellulaire digestion (voedingsstoffen het cytosol in en afbreken van
ongewenste moleculen)
Peroxisomen = inactiveren toxic moleculen
Chloroplast = zet zonlicht om in energie (planten!)
Cytosol = waterige omgeving waar heel veel chemische reacties plaatsvinden
Cytoplasma = cytosol + organellen
Cytoskelet = stevigheid van de cel, beweging van de cel en transport
Ribosomen = kan vastzitten aan het ER of los zijn, hier worden eiwitten gemaakt. (20
nm)
- De student kan de structuur en functie van DNA en chromosomen, RNA en eiwitten
nauwkeurig beschrijven.
, DNA bestaat uit een dubbelstrengs helix. Deze helix wordt gevormd door strengen
van aan elkaar gebonden nucleotiden. Nucleotide = base + suiker + fosfaat.
Chromosomen zijn stukken DNA. Ze hebben een ORI, centromeer en telomeer. Bij
het ORI gaat het dubbelstrengs DNA uit elkaar om afgelezen en gekopieerd te kunnen
worden. Genen (stukken DNA) coderen voor RNA en RNA codeert meestal voor
eiwitten. RNA is enkelstrengs en is een kopie van het DNA.
Week 2
- De student kan de 3 processen DNA replicatie, transcriptie en translatie, met eigen
woorden omschrijven en kan de processen in detail tekenen.
DNA replicatie is het proces waarbij het DNA-polymerase een kopie maakt van beide
strengen DNA. Hij maakt deze nieuwe streng van 5’ naar 3’ en gebruikt daarbij de
andere DNA-streng als leesraam.
Tijdens transcriptie maakt RNA polymerase een complementaire streng RNA van 5’
naar 3’ van een deel van 1 van de 2 DNA strengen
Tijdens de translatie wordt RNA omgezet in eiwitten. Dit gebeurt met behulp van
tRNA. tRNA heeft een bepaald anticodon wat kan binden aan een codon van de
mRNA streng en een bepaald aminozuur. Door te binden aan het mRNA in het
ribosoom worden al deze aminozuren gepolymeriseert en ontstaat er een eiwit.
Zie plaatjes
- De student kan de structuur en functie van RNA nauwkeurig beschrijven
mRNA is een stuk enkelstrengs RNA complementair aan een deel van een streng
DNA. De suikers zijn in plaats van desoxyribosen ribosen. Ze missen een O op de 2’
van de suikerring. Ook is base T in het RNA U. tRNA is een stuk RNA van ongeveer 75
nucleotide in een klaverblad structuur met aan de 3’ kant een aminozuur en in de
bovenste loep een anticodon
- De student kan de verschillende DNA repair systemen benomen en kan deze in
detail tekenen.
Proofreading = verwijdering van fout ingebouwde nucleotide door het DNA
polymerase zelf.
Mismatch repair = herkenning en verbeteren van verkeerd gepaarde nucleotiden
BER = hierbij worden deaminering en depurinering hersteld.
NER = hierbij wordt een stuk DNA met daarin een pyrimidinedimeer uit de streng
verwijdert en dat stuk wordt vervolgens opnieuw gesynthesiseerd.
- De student kan het principe van DNA recombinatie uitleggen.
Het aan elkaar plakken van een dubbelstrengs DNA breuk. Bij non homologous end
joining worden de stukken DNA gewoon aan elkaar geplakt en gaat er dus een stuk
DNA verloren. Bij homologe combinatie wordt de informatie uitgewisseld van de
homologe gebieden. Bij HDR vindt een cross over met de homologe
zusterchromatide plaats en zo worden de DSB hersteld. In de meiose kan homologe
combinatie ook geinduceerd worden. Dan vindt er cross over plaats met de ouder
chromatide om genetische variatie te veroorzaken.
Week 3
- De student kan de structuur van aminozuren beschrijven en kan dit toepassen op
eiwitten en hun modificaties
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper ivyankone. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.