Samenvatting - Bestuur, Macht en Rechtvaardigheid (2021-2022)
Hoorcollege 2
Nederland is een land van minderheden.
Meerderheidsdemocratie (Majoritarian Democracy): Democratisch systeem waarbij de meerderheid/grootste
minderheid regeert.
Consensusdemocratie: Democratisch systeem waarbij zoveel mogelijk groepen betrokken worden.
Freezing of party systems (Lipset & Rokkan): Situatie waarin er een vaste selectie van belangengroepen is,
waardoor de verdeling volgens partijlijnen in stand blijft en er geen nieuwe partijen bij komen.
Partijen van binnen:
Gekozen volksvertegenwoordigers:
- Fractievoorzitter/lijsttrekker
- Fractie-overleg
- Kieslijst
Partij-organisatie/politieke vereniging:
- Partijvoorzitter
- Leden
- Partijcongres
- Contributie/subsidies/giften
, Hoorcollege 3
Downs, A. (1957). An economic theory of political action in a democracy. Journal of political
economy, 65(2), 135-150.
Volgens Downs is een theorie van de overheid niet per se mogelijk. Ondanks dat de taak van de overheid, in
theorie, de maximalisatie van de welvaart zou moeten zijn, is er geen consensus over wat de definitie van
sociale welvaart is en hoe deze te bereiken. Een theorie van de overheid zou dus ook de motieven van de
bestuurders van de regering in acht moeten nemen.
Overheid: Agent in de verdeling van arbeid die de macht heeft om andere agenten in de maatschappij
tot bepaald handelen te dwingen.
Democratie: Een politiek systeem dat de volgende kenmerken vertoont:
a) concurrentie voor het bestuursapparatus tussen twee of meer partijen;
b) de partij met de meerderheid van de stemmen krijgt de controle over de regering
tot de volgende verkiezingen;
c) de verliezende partij zal nooit proberen te voorkomen dat de winnende partij aan de
macht komt, en de winnende partij zal nooit haar bevoegdheden gebruiken om de
verliezer te verzwakken bij de volgende verkiezingen;
d) alle verstandige, gezagsgetrouwe, bestuurde volwassenen zijn burgers, met één
stem bij elke verkiezing.
Hij veronderstelde dat politieke partijen hun beleid enkel formuleren om stemmen te winnen, waardoor de
sociale functie van regeren (het uitvoeren van beleid) slechts een bijproduct is van het eigen motief (regeren),
om welke reden politieke partijen proberen te begrijpen wat de bevolking van hen verlangt.
In een perfectly informed world zouden politieke partijen alle inwoners evenredige aandacht en belangstelling
kunnen geven, en zouden individuele inwoners elkaars stem niet kunnen beïnvloeden. De realiteit is echter een
imperfectly informed world, een wereld waarin niet alle informatie bekend is (voor de betreffende actor), als
gevolg van de volgende factoren:
Vijf onbekenden Onvolledige kennis Gevolgen
● Het aantal verwachte stemmen ● Politieke partijen weten niet ● Sommigen zijn politiek
● Het uiteindelijke aantal altijd wat de bevolking wil belangrijker dan anderen vanwege
stemmen ● De bevolking weet niet altijd hun invloed en vermogen andere
● De strategieën van de wat de politieke partijen te beïnvloeden
oppositie gedaan hebben, aan het doen ● De regering weet niet wat de
● De acties van de regering zijn of zouden moeten doen om bevolking wil
● De individuele tevredenheid hun belang te dienen ● Ontstaan van deskundigen in
onder de bevolking als gevolg ● De benodigde informatie om beïnvloeding
van overheidshandelen bovenstaande onwetendheden ● De vatbaarheid van de politieke
te overkomen is prijzig partij voor omkoping, omdat ze
schaarse middelen moeten
gebruiken om de bevolking te
beïnvloeden
1
, Het is irrationeel voor kiezers om volledig geïnformeerd te raken, als andere dat ook niet doen. Daarom zullen
zij (op rationele wijze) zo min mogelijk politiek geïnformeerd raken, omdat dit voor hen een grotere investering
zou betekenen, wat wederom leidt tot een gebrek aan informatie.
Het gebrek aan wederkerige informatie leidt tot ideologieën, die partijen makkelijk te onderscheiden maken.
Dit heeft verschillende gevolgen in verschillende demografische en politieke omgevingen. Zo trekken de
verschillende partijen naar verschillende bijpassende kiezersbases.
Meerpartijenstelsel Tweepartijenstelsel Tweepartijenstelsel
Alle politieke partijen hebben een Beide politieke partijen hebben een De politieke partijen bevinden zich in
eigen kiezersbasis, (evenredig) eigen kiezersbasis aan een systeem met één centrale
verdeeld over het spectrum, waar tegenovergestelde zijden van het kiezersbasis, waardoor de partijen
omheen zij stemmen vergaren. spectrum, wat leidt tot polarisatie, ideologisch naar elkaar zullen
oppressie, en sociale chaos als gevolg groeien.
van een alternerende regering.
Downs poseert een links-rechts (sociaal-economische) schaal waar alle partijen op geplaatst worden, waarbij
partijen beperkt worden in hun vrijheid om zich op deze schaal te verplaatsen door de posities van de
dichtstbijzijnde partijen op de schaal.
2