Bestuur en recht 2
College 1
Relatie bestuur en recht:
- Bestuur dominant leidt tot instrumentalisme: wet/recht wordt enkel gezien als middel om
bestuur doel te bereiken
- Recht dominant leidt tot juridisering: mogelijkheden voor bestuurshandelingen steeds meer
ingeperkt door recht
Wanneer rationeel-analytisch, wanneer politiek? Waar hangt dat vanaf?:
- Politieke gevoeligheid, benodigde kennis, consensus over ethische normen
- Eigenlijk: mogelijkheid van actoren om zich autonoom op te stellen
,College 2
Over welke machtsbronnen beschikt de overheid:
- Formele autoriteit: bevoegdheden voor als burgers de wet overtreden in te grijpen, maar ook
contracten.
- Subsidies en belastingen
Bronnen van de overheid:
- Nodaliteit: gebruiken van relaties, er zitten overal relaties omheen.
- Geld
- Autoriteit
- Organisatie
Sturingsinstrumenten van de overheid:
- Juridisch instrumenten:
- Financiële instrumenten: subsidie, belasting, financiële ondersteuning
- Communicatieve instrumenten: media, persconferenties, reclamecampagnes, brieven
Sharing economy: b.v. Uber, Airbnb, Airdnd etc.
Publieke waarden: toegankelijkheid van transport, betaalbaarheid, gelijke kansen, goede
arbeidsvoorwaarden, privacy vs. transparantie, eerlijke markt
Complicerende factoren voorbeelden:
- Informatie asymmetrie
- Verschillende doelen
- Institutionele leegte: juridische instrumenten zijn moeilijk te gebruiken, omdat er weinig
regel zijn
- Framing: beelden of woorden worden zo gekozen om bepaalde dingen specifiek te
benoemen, kan misleidend zijn.
- Schaalproblematiek: als er veel onderdelen op verschillende vormen van schaal zitten,
regionaal, nationaal, internationaal
- Een ontwikkelende markt
Instrument vanuit de markt: zelfregulering:
- Een manier om publieke waarden te borgen is vertrouwen op de kwaliteitsmechanismen van
platforms, zoals rating
Eenzijdige versus wederzijdse afhankelijkheid: voor wat hoort wat
Uniformiteit versus pluriformiteit: 1 regel, veel organisaties
, College 3
Focus 1: individuele besluitvorming
Ideaalbeeld: rationele model:
- Gedegen proces
- Voldoende tijd
- Volledige informatie
- Alle opties worden afgewogen
Kahneman: thinking fast and slow: hij zegt dat wij niet nadenken volgens het rationele model. Wij
hoeven niet uitgebreid na te denken. Dit is goed omdat rationeel denken teveel tijd zou innemen.
Deelconclusie focus 1:
- Bijstelling rationele actor model
- Potentieel krachtige verklaring voor besluitvorming
- Meer perspectieven op rol en werkwijze individuele besluitvormer in besluitvorming
Besluitvormingstypen:
Classificatie verschillende typen besluiten:
- Routinematige besluitvorming: je denkt niet na over welke schoen je aan doet
- Complexe besluitvorming
Routine besluitvorming:
- Zeer frequent, alledaagse problemen:
Heuristieken: gewoontes, regels en procedures
Organisatievorm: bureaucratie
- Bijpassende besluitvormingsmodellen:
Rationeel-synoptisch
optimum