Dit is een samenvatting van mijn college-aantekeningen van Applied Research Methods: Development & Mental Health (SOW-PSB3RS45E, Radboud).
Ik verkoop ook mijn uitgebreide aantekeningen en antwoorden op de study questions!
Ik heb dit vak afgerond met een 9. Ik heb hiervoor alleen de stof uit ...
Hoorcollege Samenvatting – Applied Research Methods D&H
College 1
Goede onderzoeken hebben grotere precisie, parsimony (zo min mogelijk aannames),
testbaarheid en falsifieerbaarheid.
- Wees bewust van vloer- en plafondeffecten (bv. veel lage scores bij te moeilijke test).
- Controlevariabelen houd je constant.
o Je kunt ze omzetten tot OV’s (bv. gender als OV in quasi-experiment).
Types validiteit:
- Interne validiteit: komen resultaten wel door interventie?
- Externe validiteit: resultaten te generaliseren?
- Constructvaliditeit: welk aspect van interventie veroorzaakt resultaten?
- Statistische validiteit: statistische conclusies correct?
Correlatie: richting en grootte van relatie tussen twee variabelen.
- Correlatie is een voorwaarde voor causaliteit, maar met correlatie alleen kun je hier
niks over zeggen (asymmetrisch).
o Temporale volgorde voorspelt causaliteit ook niet.
- Regressie: ene variabele voorspellen als je de andere weet.
Type I fout (α-fout): significant effect, maar in werkelijkheid geen effect (vals positief).
Type II fout (ß-fout): non-significant effect, maar in werkelijkheid wel effect (vals negatief).
- Significantiecriterium (α): maximaal risico op verkeerde H0-verwerping.
- Effectgrootte: grootte van verschil/correlatie/relatie.
o T-toets = Cohens d. ANOVA = f (d/2) of partial eta2. Correlatie = Pearson’s r.
o Cohens d = (M1 – M2)/SD.
▪ d = .20 is klein, d = .50 is medium en d = .80 is groot.
o Verwachte effectgrootte is meestal medium (nooit groot).
- Power (1-ß): waarschijnlijkheid van significant effect vinden (H0 juist verwerpen).
o Groter bij grotere effectgrootte (meeste invloed).
▪ Vergroot systematische variantie, verminder errorvariantie, overweeg
within-subjects design.
o Groter bij grotere α.
o Groter bij grotere N (minste invloed).
Publicatie van kleine onderzoeken met grote effecten kan door meer random fluctuatie van
effecten in kleine samples (over/onderschattingen) of door publicatiebias. Vertrouw
onderzoeken met kleine samples niet!
, College 2
Longitudinale RCT’s zijn het sterkste (wel beperkte externe validiteit bij experimenten).
Succesvolle randomisatie (bij grote sample) vermindert selectie- en toewijzing-biases.
Blinding vermindert prestatiebias.
Efficacy: resultaat verkregen over beoogde (ideale) behandelomstandigheden.
- Exclusie van bepaalde patiënten kan leiden tot ascertainment bias.
o Bij intention-to-treat (ITT) analyses wordt de originele randomisatie
behouden, wat biases vermindert (bevat alle deelnemers die begonnen zijn).
- CONSORT: statement om RCT-verslagen te verbeteren (bevat checklist en flow
diagram).
Observationeel onderzoek:
- Beschrijvend onderzoek (zonder vergelijkingsgroep) → Gebruikt beschrijvende
statistiek (beschrijft alleen sample).
- Analytisch onderzoek (met vergelijkingsgroep) → Gebruikt inferentiële statistiek
(generaliseert naar populatie).
o Concurrent design (cross-sectional); alle metingen in één assessment.
o Longitudinaal design:
▪ Cohort studie: cases en controles volgen voor assessment van
prospectieve verandering (vooruit in tijd).
• Handig voor richting en verandering vaststellen, maar kost veel
tijd en geld.
▪ Case-control studie: assessment van retrospectieve voorspellers /
risicofactoren bij cases en controles (terug in tijd).
• Handig bij zeldzame/langdurige uitkomsten, maar
controlegroep moeilijk te bepalen en kans op recall bias.
Problemen bij longitudinale onderzoeken:
- Kiezen van optimale tijdsintervallen.
- Recall bias (minder accuraat bij langere referentieperiodes).
- Disentangling effecten van leeftijd, periode en cohort (context, bv. lockdown).
- Panel conditioneren (oefeneffecten; meer bij kortere referentieperiodes).
Selectiebias: selectie waarbij randomisatie niet bereikt wordt (niet representatief voor
populatie). Voorbeelden:
- Sampling bias (ascertainment bias), toewijzingsbias, volunteer bias.
- Confirmatie bias (wordt verholpen door blinding).
- Publicatie bias (zou overwonnen moeten worden door open wetenschap).
- Non-respons bias: probleem van missende waardes (bv. attitie/drop-out).
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper saschaderks. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.