100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Samenvatting Management Accounting €4,99
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Management Accounting

 7 keer bekeken  0 keer verkocht

Management Accounting

Voorbeeld 4 van de 34  pagina's

  • Ja
  • 17 januari 2022
  • 34
  • 2020/2021
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
daphnegerrits26
Samenvatting Management Accounting Nieuwe boek (vanaf blz. 44)
Hoofdstuk 2
2.3 variabele kosten en constante kosten
Als er sprake is van een afname van de bedrijfsdrukte, doet zich het verschijnsel voor dat
vermindering van de constante kosten vaak minder snel gaat dan de toename. Personeel in vaste
dienst, dat is aangenomen in voorspoedige tijden, kan – als gevolg van sociale wetgeving – niet op
stel en sprong van de loonlijst worden afgevoerd. We spreken dan van het naijlen van vaste kosten.

Afschrijvingskosten zijn vaste kosten, omdat ze geacht worden te ontstaan door tijdsverloop: de
afschrijving is onafhankelijk van het feitelijk gebruik dat gemaakt wordt van de machines.
Indien de afschrijving gebaseerd wordt op de intensiteit van gebruik, dan zijn deze kosten variabel,
omdat alleen extra productie extra kosten oplevert. Als er niet wordt geproduceerd wordt er niet
afgeschreven.

Het variabiliseren van constante kosten (constante kosten nemen bij veel bedrijven steeds vaker toe.
Hoge constante kosten nemen risico’s met zich mee: een geringe terugval in de afzet zal grote
consequenties voor de winst hebben). Verschillende mogelijkheden om constante kosten te
variabiliseren:
- Duurzame productiemiddelen worden gehuurd of geleased, waarbij het contract elk moment
door de gebruiker beëindigd kan worden.
- Personeel wordt ingehuurd via een uitzendbureau.
- Werk wordt uitbesteed (outsourcing).

Engineered costs zijn kosten die een directe, technische relatie hebben met de bedrijfsdrukte. Hierbij
valt te denken aan de grondstofkosten. Het gaat dus om variabele kosten.

Committed costs (of capaciteitsafhankelijke kosten) zijn kosten die voortvloeien uit de – in het
verleden genomen – beslissing om productiecapaciteit ter beschikking te hebben. Het gaat hier om
constante kosten.

Discretionary costs (of managementafhankelijke kosten) zijn kosten waarvoor het management van
periode tot periode een beslissing neemt om ze al of niet te maken. Het gaat hier om kosten
waarvoor het management een ‘budget’ opstelt dat aangeeft welk bedrag in een periode maximaal
mag worden besteed.

2.4 directe kosten en indirecte kosten
Directe kosten zijn kosten waarvan het duidelijk is ten behoeve van welke eenheid output ze zijn
gemaakt. Ze zijn onmiddellijk toe te rekenen aan de kostendrager, de calculatie-eenheid waarvoor
een kostprijs bepaald moet worden.

Indirecte kosten zijn kosten die niet direct aan een kostendrager te traceren zijn. (overhead costs)

2.5 private kosten en externe kosten
Private kosten of interne kosten: een beslisser zal in zijn calculatie alleen kosten meenemen die hij
‘zelf in zijn portemonnee voelt’.

Externe kosten: uit de beslissing kunnen echter ook negatieve effecten voortvloeien, waarvoor niet
de beslisser als individu de rekening gepresenteerd krijgt, maar de samenleving als geheel. Deze
externe kosten zijn niet zichtbaar in de kostprijsberekening en in de resultatenrekening van de
onderneming. Bijvoorbeeld milieuschade en gezondheidsschade.



1

,De maatschappelijke kostprijs van een product kan dus hoger zijn dan de door de producent
berekende private kostprijs.

De maatschappelijke kosten bestaan uit private kosten plus de externe kosten.

De marginale opbrengst is gelijk aan de marginale kosten, dat wil zeggen: zolang een extra
geproduceerde eenheid nog meer oplevert dan hij kost, zal er een stimulans zijn om de afzet verder
te laten stijgen. (hoofdstuk 13).

De overheid probeert producenten te dwingen om deze externe kosten mee te nemen bij hun
productiebeslissingen door de kosten te internaliseren via belastingen die zijn gebaseerd op de
schade die door de externe effecten toegebracht worden aan de maatschappij.

2.7 kosten en misgelopen opbrengsten
Opportunity costs zijn de kosten van misgelopen netto-opbrengsten, omdat ervoor gekozen is om
een ander alternatief uit te voeren. In feite ontstaan er bij elke of/of-keuze opportunity costs. We
spreken dan van knelpuntbeslissingen.

Hoofdstuk 3
3.1 het hoeveelheidselement
Het feit dat bij gebruik van standaardkosten uitgegaan dient te worden van hoeveelheden die in
economische zin optimaal zijn (en niet in technische zin), kan er dus toe leiden dat de hoeveelheid
grondstof die als input voor de productie dient, groter is dan de grondstof die is opgenomen in het
gerede product. Dit verlies aan grondstof noemen we afval. Deze afval maakt deel uit van de
kostprijs, indien het productieproces deze grondstofverliezen met zich meebrengt.
Het kan bovendien voorkomen dat geproduceerde eindproducten bij kwaliteitscontrole afgekeurd
worden. Dit is uitval. Ook uitval wordt in de standaardkosten meegenomen, als die gegeven de aard
van het productieproces onvermijdelijk is.

3.2 het prijselement
Er wordt alleen ruilwinst gerealiseerd, als de onderneming een gelijktijdig (positief) prijsverschil weet
te bewerkstelligen tussen de inkoopmarkt (waar de productiemiddelen ingekocht worden) en de
verkoopmarkt ( waar de producten verkocht worden).
Onafhankelijk van de ruil kunnen er ook voorraadresultaten ontstaan. Voorraadresultaten of holding
gains zijn volgtijdige prijsverschillen op de inkoopmarkt tussen het moment van inkoop en het
moment van verkoop. Deze winst is echter niet voor uitkering vatbaar als de onderneming haar
activiteiten op het huidige niveau wil voortzetten. Voorraadwinsten worden daarom ook wel
aangeduid als ‘schijnwinsten’.

3.3 het tijdselement
Omlooptijd: de tijd die verloopt tussen de investering in een productiemiddel en het moment waarop
deze investering weer in geldvorm vrijkomt.

Samengestelde interest dat wil zeggen dat er ook weer rente wordt berekend over de maandelijkse
berekende rente. ‘rente op rente’.

Enkelvoudige interest er wordt alleen rente berekend over het geïnvesteerde vermogen en niet over
de tussentijds berekende rente.




2

,Eigen vermogen is ter beschikking gesteld door de eigenaren; het is permanent vermogen, dat in
beginsel door de onderneming niet behoeft te worden terugbetaald, tenzij de eigenaren anders
besluiten. Voor het ter beschikking stellen van EV dient een vergoeding betaald te worden; bij een nv
en bv wordt dit gevormd door het jaarlijks uit te keren dividend.

Vreemd vermogen is ter beschikking gesteld door schuldeisers; het is in het algemeen tijdelijk
vermogen. Bij het afsluiten van de financieringsovereenkomst is een termijn van terugbetaling
vastgesteld; deze termijn verschilt per overeenkomst.
Kort vreemd vermogen terugbetaling binnen een jaar na terbeschikkingstelling
Lang vreemd vermogen terugbetaling na ten minste een jaar.

Kostenvoet eigen vermogen
Wordt bepaald door een schatting te maken van de minimale winstuitkering (en koerswinst) die
noodzakelijk is om de eigenvermogenverschaffers tevreden te houden. Bij nv’s en bv’s kan dus
gesteld worden dat de kostenvoet van het eigen vermogen bepaald wordt door het minimaal door de
aandeelhouders vereiste rendement.

Bèta is een maatstaf voor het risico van beleggingen. De bèta voor risicoloze beleggingen (de
spaarrekening) is 0. De bèta voor een perfect gespreide aandelenportefeuille is per definitie 1, dat wil
zeggen dat het risico van de betreffende portefeuille gelijk is aan het risico dat gemiddeld op de
aandelenmarkt wordt gelopen.

Kostenvoet eigen vermogen = risicovrije kostenvoet + bèta x (overall rendement aandelenmarkt –
risicovrije kostenvoet)

Partiële financiering er wordt een rechtstreeks verband gelegd tussen de betreffende investering en
de manier waarop die specifieke investering wordt gefinancierd.

Totale financiering: aan iedere investering dienen de gemiddelde vermogenskosten (weighted
average cost of capital, WACC) te worden toegerekend.


Hoofdstuk 4
4.1 totale kosten en gemiddelde kosten
Bij proportioneel variabele kosten zijn de gemiddelde kosten per eenheid een vast bedrag,
onafhankelijk van de grootte van de productie. Constante kosten worden ook wel capaciteitskosten
genoemd: ze worden gemaakt om productiecapaciteit ter beschikking te stellen. De mate waarin
gebruik wordt gemaakt van die capaciteit heeft geen invloed op de hoogte van de kosten.

VOORBEELD 4.1 -> Belangrijk

4.2 verwachte bezetting en normale bezetting
In het geval van degressief variabele kosten nemen de totale variabele kosten minder dan evenredig
toe bij een productiestijging. In dat geval worden de gemiddelde variabele kosten dus lager bij een
uitbreiding van de productie.

Bij progressief variabele kosten nemen de totale variabele kosten meer dan evenredig toe bij een
productiestijging. , hetgeen leidt tot hogere gemiddelde variabele kosten.




3

, Het ligt voor de hand om het begrip kostprijs op te vatten als: de gemiddelde kosten, de kosten per
eenheid. De kostprijs kan dan als volgt bepaald worden:




Om tot een kostprijs te komen, dient er een productiegrootte ofwel bedrijfsdrukte vastgelegd te
worden, op basis waarvan de constante kosten toegerekend worden: de production denominator
level.


Alleen als de productie exact uitkomt op de vooraf gekozen bedrijfsdrukte zal de kostprijs verkopen
overeenkomen met de werkelijke kosten. In dit geval levert het tarief dat voor de constante kosten is
opgenomen in de kostprijs vermenigvuldigd met de geproduceerde hoeveelheid het werkelijke
constante kostenbedrag op. Het aldus bekende transactieresultaat is dan gelijk aan de werkelijke
winst over de periode.
In alle andere gevallen dient er een correctie gemaakt te worden wegens onder- of overdekking van
vaste kosten. Deze correctie wordt het bezettingsresultaat genoemd en kan als volgt worden
berekend:

Bezettingsresultaat = (werkelijke bezetting – gekozen bedrijfsdrukte) x in de kostprijs opgenomen
tarief voor dekking van de constante kosten.

Procyclische werking: het werkt elkaar tegen en naar beneden. Bijvoorbeeld: door de afname van de
bedrijfsdrukteniveau worden de constante kosten per eenheid hoger en zal de kostprijs dus stijgen.
Als dit aanleiding is voor het management om de verkoopprijs te verhogen, dan zal de vraag nog
verder teruglopen, de gebudgetteerde productie nog verder dalen, de kostprijs nog verder stijgen etc.
Daarom verdient het aanbeveling om niet uit te gaan van de gebudgetteerde productie, maar van de
normale bezetting.

Normale bezetting: is de gemiddelde, op lange termijn (bijvoorbeeld de komende vijf jaar) verwachte
afzet.

4.3 integrale kostprijs en differentiële kostprijs
De kostprijs omvat alle kosten die gemaakt worden ten behoeve van een product en bestaat dus uit
zowel de variabele kosten als de constante kosten. Het is een integrale kostprijs. Deze kostprijs omvat
niet alleen kosten die zich ook manifesteren door (op enig moment gedane) uitgaven, maar omvat
ook misgelopen opbrengsten, opportunity costs.

Differentiële kostprijs: voor incidentele orders geldt dat deze winstgevend zijn als ten minste de extra
kosten die door deze order ontstaan worden goedgemaakt. Een kostprijs die op deze extra kosten is
gebaseerd wordt de differentiële kostprijs genoemd.

4.4 normale bezetting en capaciteitsbepaling
Initiële overcapaciteit: de actuele bezettingsgraad is lager dan de beschikbare capaciteit.




4

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper daphnegerrits26. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,99. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€4,99
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd