Leervragen bij de samenvatting van
‘Handboek klinische
ontwikkelingspsychologie’
Dit document bevat per hoofdstuk leervragen die je zouden kunnen helpen om
de begrippen en feiten in je hoofd te krijgen. De vragen staan op volgorde van de
informatie in de samenvatting, zo kun je het ook makkelijk nakijken en
terugvinden.
Hoofdstuk 1: ontwikkeling en psychopathologie
1. Wat is de hoofdvraag in de klinische ontwikkelingspsychologie?
2. Uit welke twee elementen bestaat het doel van de klinische
ontwikkelingspsychologie?
3. Wat zijn de sekseverschillen wat betreft probleemgedrag en stoornissen?
4. Wat is de life time prevalentie?
5. Wat impliceert het feit dat er verschillende aanvangsleeftijden zijn?
6. Noem de twee soorten benaderingen van de afwijking van de normale
ontwikkeling en leg het verschil uit.
7. Welke drie groepen maakte Rutter?
8. Wat is een trek (trait)?
9. Waar gaat het trekmodel vanuit?
10.Waar gaat het omgevingsmodel vanuit?
11.Welke drie systemen onderscheid Bronfenbrenner?
12.Hoe wordt probleemgedrag gezien in het omgevingsmodel?
13.Waar gaan interactiemodellen vanuit?
14.Noem de twee soorten interactiemodellen.
15.Wat betekenen de termen goodness of fit en poorness of fit?
16.Wat is een additief model?
17.Noem een kritiekpunt op het goodness of fit model.
18.Waar gaat het transactioneel model vanuit?
19.Waarom wordt het transactioneel model ook wel een transformationeel
model genoemd?
20.Wat is het littekenmodel?
21.Wat kan het transactionele model niet verklaren?
22.Waarvan is psychopathologie het resultaat in het ecologisch transactioneel
model?
23.Noem de twee soorten stressfactoren en geef van beide twee voorbeelden.
24.Waarom is de OPP nog een jonge discipline? Noem drie redenen.
25.Geef de definitie van ontwikkelingspsychopathologie.
26.Noem de vier analyseniveaus van het model van Pennington.
27.Wat is reactiviteit?
28.Wat voegt KLOP toe aan de ontwikkelingspsychopathologie?
29.Wat onderscheidt de OPP en de KLOP van de klinische psychologie?
30.Wat is het verschil tussen de ontwikkelingspsychologie en de OPP?
31.Welke methoden gebruiken clinici om psychopathologie te diagnosticeren?
32.Wat is de opvatting in de OPP over psychopathologie bij kinderen?
33.Wat is een risicofactor?
34.Wat is een correlaat?
35.Wat is kwetsbaarheid?
36.Hinshaw onderscheidt binnen risicofactoren twee soorten markers. Welke
zijn dit en leg het verschil uit?
, 37.Noem de twee trends/benaderingen over ontwikkeling en voortbestaan van
probleemgedrag.
38.Wat is multifinaliteit?
39.Wat is equifinaliteit?
40.Wat is punishment insensitivity?
41.Noem de vier niveaus waarnaar risicofactoren vaak worden opgesplitst.
42.Wat is effortful control?
43.Welke drie groepen maakten de onderzoekers van de Dunedin studie?
44.Wat gebeurt er met het effect van een distale risicofactor?
45.Noem de drie verschillende biases in het informatieverwerkingsmodel.
46.Hoe wordt het informatieverwerkingsmodel ook wel genoemd en welke
therapie hoort erbij?
47.Noem vier problemen die zich voordoen bij het bestuderen van
risicogroepen.
48.Wat is veerkracht?
49.Wat is een beschermende factor?
50.Wat is de relatie tussen beschermende factoren en veerkracht?
51.Noem de drie soorten onderzoekslijnen die onderscheiden worden in het
onderzoek naar beschermende factoren. Leg ook uit welke jongeren in de
groepen zitten.
52.Wat is een beschermend mechanisme?
53.Noem de top-10 factoren die veerkracht van een individu versterken.
54.Waarom is de studie van veerkracht van groot belang voor de KLOP?
55.Wat is coping?
56.Uit welke stappen bestaat zelfcontrole?
57.Wat is de achterliggende gedachte van follow-backstudies?
58.Hoe worden ontwikkelingstrajecten ook wel genoemd?
59.Wat is een gevaar van het beschrijven van ontwikkelingstrajecten?
60.Welke typen antisociale jongeren onderscheiden Patterson en Loeber? Geef
de Nederlandse, Engelse term én de leeftijd.
61.Wat voegt Moffitt toe aan de termen van vraag 60?
62.Waar staat fast voor?
63.Uit welke vijf geïntegreerde preventieve interventieprogramma’s bestaat
fast?
64.Waarop baseren de auteurs van het Australische early intervention project
zich?
65.Welke 5 stappen doorlopen kinderen die leren hun gevoelens van
spanning te hanteren?
Hoofdstuk 6: Gezin en afwijkende ontwikkeling
1. Welk aspect van de sociale omgeving wordt vaak gezien als het meest
belangrijk?
2. Welke vier typen gezinsfactoren kunnen we onderscheiden?
3. Wat benadrukt de differential susceptibility theorie?
4. Wat is een transactionele beïnvloeding?
5. Welke twee elementen worden onderscheiden bij de proximale
gezinsfactoren?
6. Uit welke twee centrale dimensies bestaat opvoedingsgedrag?
7. Noem drie termen die verwijzen naar negatieve controle.
8. Wat is autoritatieve controle?
9. Wat is psychologische controle?
10.Welke vier opvoedingsstijlen kunnen onderscheiden worden?
11.Welke drie dingen moeten ouders doen om gehoorzaamheidstraining
succesvol te laten zijn?
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper carlijnvanneijenhof. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.