Communicatie
Maandag 27-09-2021:
Leeruitkomsten:
Praktisch: Tentamen (kennistoets) is eind periode 2; week van 24 januari.
Dit is 5 ECTS (studiepunten); 1 ECTS is gelijk aan 28 uur.
Voor de kennistoets moet je zo een 140 uur mee bezig zijn.
Waarom communicatie in de opleiding docent omgangskunde?
- Omdat een manier van communiceren veel invloed kan hebben op een gesprek of op een
verhouding tussen jou en de leerling of collega.
- Alle vaardigheden om iets op een gepaste manier over te brengen op de leerlingen.
- Met verschillende soort mensen communiceren, non verbale communicatie herkennen.
Leeruitkomsten:
Je kan de theorie over de basisprincipes van communicatiemodellen, vormen van communicatie,
metacommunicatie en gespreksmodellen definiëren en demonstreren.
Wat is communicatie? Wat voor vormen van communicatie zijn er?
Wat is metacommunicatie?: Dat is de toon van de boodschap, hoe iets wordt geïnterpreteerd, hier
gaat het om de toon, je lichaamshouding; deze theorie zal je moeten leren om dit te kunnen
analyseren.
Definiëren is de aard van iets in een omschrijving vastleggen.
Je kan het begrip ‘cultuur’ toelichten van waaruit je in staat bent om interculturele
communicatie(modellen) toe te passen in verschillende interculturele contexten en interacties.
Taal van de ruimte, dit kan in verschillende culturen verschillen. Ook nabijheidruimte kan dit
verschillen per cultuur.
Wat?:
Subdomeinen uit de kennisbasis:
- Vormen van communicatie
- Communicatiemodellen
- Meta-communicatie
- Gespreksmodellen
- Interculturele communicatie
Wat weten jullie al?
- Tentamen communicatie
- Hiaten?
Hoe?
- Leerteams vormen (rollen verdelen...)
- Bij de subdomeinen: formuleer je zoveel mogelijk vragen.
- Welke voorkennis hebben jullie al m.b.t. de geformuleerde vragen?
- Zijn de vragen te clusteren naar onderwerp?
- Bespreek welke voorkennis er is binnen het leerteam.
- Zoek samen literatuur en bespreek eventueel wie wat gaat lezen / bestuderen.
- Samen dialoogsessies plannen. Wat wanneer?
- Willen jullie daarna meer informatie? Vraag expertsessie aan (expert = Maartje Goosen)
,Vormen van Communicatie:
Omschrijving
Communicatie kan langs verschillende kanalen lopen en kan in verschillende vormen of manieren
geuit worden (o.a. verbaal, non-verbaal, stemgebruik). Verschillende vormen zijn meer of minder
geschikt voor specifieke contexten (mensen met verschillende achtergronden of mensen met
specifieke behoeften, zoals dementerenden). Indien de communicatie niet optimaal verloopt, is er
sprake van ruis.
Indicatoren
- De student kan verschillende vormen van communicatie benoemen (K).
- De student kan verschillende vormen van communicatie onderscheiden (I).
- De student kan verschillende kanalen van communicatie onderscheiden (I).
- De student kan uitleggen op welke manier ruis kan optreden in de communicatie (I).
- De student kan ruis in communicatie herkennen (I).
- De student kan vormen van communicatie toepassen in een specifieke context (T).
- De student kan beargumenteren op welke wijze verschillende vormen van communicatie
ingezet kunnen worden in een specifieke context (E).
Kernbegrippen
- (Non-)verbale communicatie
- Stemgebruik
- Open en gesloten communicatie
- Digitale communicatie
- Interculturele communicatie
- Feedback geven en ontvangen
- Communicatie met symbolen
- Jongerentaal
- Intermenselijke communicatie
- Communicatie via technische media
De opleiding adviseert ter ondersteuning van de leeruitkomst twee boeken van Oomkes waarbij in de
een de benodigde theoretische kennis uitgebreid wordt behandeld en in de ander de nadruk wordt
gelegd op vaardigheden en toepassing.
Oomkes, F. R. (2013). Communicatieleer (9de editie). Boom Lemma.
Ho 2, 3 en 4
Oomkes, F., & Garner, A. (2021). Communiceren (4de ed.). Boom Lemma.
Ho 3, 20, 21
, Samenvattingen
Feedback window’s: Hoofdstuk 1.1 t/m 1.3 Communicatie
Verschil tussen communicatie en informatie:
- Communicatie is een Uitwisseling van symbolische informatie tussen mensen die zich van
elkaars aanwezigheid bewust zijn
- Onmiddellijk of gemedieerd
- Deze informatie wordt deels bewust, deels onbewust gegeven, ontvangen en
geïnterpreteerd.
- Proces van voortdurende, wederzijdse beïnvloeding.
Onmiddellijk, daarmee wordt bedoeld direct contact, in real life.
uitwisseling wijst op tweerichtingsverkeer. (zender en ontvanger model is van toepassing; zonder
feedback geen communicatie).
Symbolische informatie: informatie verwijst naar iets anders.
Gemedieerd betekent met een medium ertussen. Brief, telefoon, computer, spiegel, camera, tv.
Directe communicatie, face to face. Het staat tegenover indirecte, of gemedieerde communicatie. Zo
maar in je eentje een lied zingen midden op de hei, dat is geen communicatie, als je je juist bewust
bent dat er niemand is.
Veel, waarschijnlijk zelfs verreweg de meeste, communicatie wordt onbewust gegeven, ontvangen
en geïnterpreteerd. Denk aan lichaamstaal, maar ook bijvoorbeeld angstzweet. Nee schudden met je
voet, terwijl je ja zegt. Of je aanpassen in de onderste brom van je geluid. Spiegelen, gedrag
nabootsen.
Informatie versus Communicatie:
- Alles wat de menselijke zintuigen bereikt dient informatie.
- Bij communicatie is er (altijd) sprake van signalen (geluiden, beelden) die symbolisch zijn:
Deze verwijzen naar iets anders. Spreekt jou aan/ is een boodschap.
Communicatie verklaard:
1. Inhoudsniveau: Letterlijke inhoud van de woorden, wat je ook kunt opschrijven
2. Betrekkingsniveau: Hoe worden de woorden opgevat?
BETREKKINGSNIVEAU:
Communiceren op betrekkingsniveau:
- In eerste instantie zonder woorden.
- Niet begrepen worden, dan voeg je woorden toe.
Boodschappen op betrekkingsniveau:
- Verzoeken & Bevelen.
De metacommunicatie geeft de bedoeling van de zender weer:
- Wat wil je van de ontvanger?
BEDOELD OF ONBEDOELD?
Communicatie =
• Alle gedrag, met of zonder woorden, in aanwezigheid van een ander mens, van wie men zich
bewust is, is communicatie.
• Woordeloos ‘gedrag’ (onbedoeld?) Vaak belangrijker dan woorden.
• Naast woorden en gedrag ook ander medium mogelijk: Brief, telefoon, internet.
, • Men kan niet niet communiceren!
We nemen aan dat wat we zeggen communicatie is, maar alle gedrag met en zonder woorden in
aanwezigheid van een ander mens (waarvan men zich bewust is) is communicatie
Denk maar aan houding leerling op stage: onderuitgezakt, pet oplaten (voelt zich niet op zijn
gemak)..
We hebben het nu gehad over wat communicatie is, nu gaan we in op waarom we communiceren..
WAAROM COMMUNICEREN WE?
Mensen kunnen niet zonder en zij kunnen niets zonder.
3 motieven zijn dus 3 redenen om te communiceren:
1. Biologische motieven
2. Interpersoonlijke motieven
3. Maatschappelijke motieven
Biologische motieven:
lichamelijke (=fysiologische) behoeften + veiligheid (=zekerheid)
De mens communiceert om behoeften te bevredigen: Basisbehoeften van de Maslov piramide.
Basisbehoefte van de mens volgens maslow:
De communicatie begint bij de baby. Baby is hulpeloos, dat brengt de meeste mensen er toe het te
gaan verzorgen, wat vervolgens beloond wordt door de baby.
Kind dat zich niet veilig voelt hechtingsproblematiek
Als kind: behoefte aan aandacht (om in leven te blijven hebben we dat nodig)
Onder de piramide van Maslov valt de interpersoonlijke motieven bij het derde slide: Sociale
acceptatie. Eerst heb je daar de biologische motieven voor nodig en dat is fysiologische behoeften.
Interpersoonlijke motieven:
- Communicatie is transactie.
Inter betekent in het Latijns tussen – interpersoonlijk betekent tussen mensen. Dit is een
ruilmiddel; ik doe iets voor jou en jij doet iets voor mij. Dit kan met of zonder medium (mail,
appje).
- Behoefte aan aandacht: wie genegeerd wordt is nergens.
- (Soort) aandacht bepaalt of iemand zich veilig, aanvaard en gewaardeerd voelt Identiteit
en zelfwaardering ontwikkelen.
Elk contact tussen mensen betekent dat er een ruil (transactie) plaatsvindt. Soms materiële en vaker
immateriële "goederen". Deze laatste vormen de bevrediging van sociale behoeften erkenning,
invloed en genegenheid.
Aandacht is nodig voor lichamelijke en geestelijke groei.
Zelfbeeld berust op communicatie: op de ontelbare boodschappen die de persoon in de dagelijkse
omgang over zichzelf krijgt.