Samenvatting psychopathologie
Boek: Psychiatrie, een inleiding
Hoofdstukken: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 11, 12, 13, 14
Hoofdstuk 1: introductie
1.1 inleiding
Beschrijvingen van psychische problemen bevatten specifieke kenmerken van die
psychische stoornissen. Deze specifieke kenmerken noemen we symptomen.
Mensen met psychische problemen hebben vaak last van bevooroordeeld en afwijkend
gedrag van mensen om hen heen. Er komen dan ook vaker campagnes om het taboe op
psychisch ziek zijn te doorbreken.
1.2 hoe noemen en definiëren we afwijkend gedrag?
Criteria voor afwijkend gedrag
Deskundigen op het gebied van geestelijke gezondheid gebruiken verschillende criteria om
te beoordelen of gedrag afwijkend is:
1. Uitzonderlijk: uitzonderlijkheid op zichzelf is niet voldoende om gedrag afwijkend te
noemen, maar het is wel vaak een maatstaf bij de beoordeling van abnormaliteit.
2. Sociaal afwijkend: alle samenlevingen hebben normen die bepalen welke vormen van
gedrag acceptabel zijn in een bepaalde context. Hierbij moet rekening gehouden
worden met culturele verschillen.
3. Foute perceptie of interpretatie van de realiteit: als iemand dingen ziet of stemmen
hoort, zeggen we dat hij hallucineert. Dat wordt in onze cultuur gewoonlijk opgevat
als een teken van een onderliggende psychische stoornis.
4. Aanzienlijk emotioneel lijden van de persoon: persoonlijk lijden als gevolg van
problematische emoties, kan afwijkend zijn. Voor sommige mensen blijven emoties
als angst en depressie zo hevig, dat ze niet meer goed kunnen functioneren.
5. Ongepast of contraproductief gedrag: gedrag dat geen bevrediging maar onprettige
gevoelens oproept, vinden we over het algemeen afwijkend.
6. Gevaar: gedrag dat gevaar oplevert voor de betrokkene zelf of voor anderen, noemen
we gewoonlijk afwijkend.
Bij de invalshoeken en modellen die in dit boek aan de orde komen zijn de volgende vragen
belangrijk:
- Wat is het afwijkende gedrag en welke karakteristieken heeft dit gedrag?
- Welke oorzaken voor het afwijkende gedrag onderscheiden we?
- Hoe gaan we om met een persoon die afwijkend gedrag vertoond en hoe behandelen
we hem/haar?
- Draagt de cultuur waarin de persoon leeft bij aan het afwijkende gedrag?
Culturele aspecten van afwijkend gedrag
Abnormale gedragspatronen kunnen zich in verschillende culturen op verschillende wijzen
uiten. Zelfs de woorden waarmee we psychische stoornissen beschrijven, hebben in
verschillende culturen een andere betekenis. Uit deze verschillen blijkt hoe belangrijk het is
dat we uitzoeken of onze opvattingen over afwijkend gedrag wel geldig zijn, voordat we ze in
andere culturen toepassen.
1.3 historische visies op afwijkend gedrag
Griekse oudheid: Hippocrates
Hippocrates stelde dat de gezondheid van het lichaam en de geest wordt bepaald door
evenwicht in de humores. Een verstoring van het evenwicht tussen de humores was
verantwoordelijk voor afwijkend gedrag. Hippocrates classificeerde abnormale
gedragspatronen aan de hand van drie hoofdcategorieën die nog steeds herkenbaar zijn:
melancholie is de categorie van de buitensporige depressie; manie verwijst naar
,uitzonderlijke opwinding; en bezetenheid omvat het bizarre gedrag dat we tegenwoordig
aanduiden met schizofrenie.
Van 700 na christus: Arabische psychiatrie
Deskundigen uit de Arabische psychiatrie ontwikkelden een wetenschappelijke psychiatrie
met veel aandacht voor behandelingen, theorieën en diagnostiek. Daarbij maakten zij
gebruik van de nieuwste kennis en grepen zij tevens terug op Griekse inzichten. Typerend in
de Arabische psychiatrie was de mensgerichte benadering van geestenziekten.
Middeleeuwen: exorcisme en heksenvervolgingen
In de middeleeuwen nam in Europa het geloof in bovennatuurlijke oorzaken weer toe, met
name de doctrine van bezetenheid van de katholieke kerk. Volgens deze doctrine is
afwijkend gedrag een teken van bezetenheid van boze geesten of de duivel.
Vanaf 1800: hervormingen
Wat de behandeling van psychiatrische patiënten betreft, begint het moderne Europese
tijdperk rond 1800 met de inspanningen van de Franse artsen Jean-Baptiste Pussin en
Philippe Pinel. In hun ogen waren mensen die afwijkend gedrag vertonen gewoon ziek en
hadden ze recht op een menselijke behandeling. Vanuit de inspanningen van artsen als
Pussin en Pinel ontstond een behandelfilosofie die morele therapie wordt genoemd.
Hedendaags trends
Ook de laatste jaren zijn er een aantal ontwikkelingen geweest in de psychiatrie. Zo is de rol
van ervaringsdeskundige en zelfhulpgroepen veel groter geworden.
Een andere belangrijke ontwikkeling is die van evidence-bases medicine en de deels daaruit
voortvloeiende behandelrichtlijnen. Deze zijn een poging om de kwaliteit van zorg te
verbeteren en resultaten meetbaar en vergelijkbaar te maken.
1.4 ethiek in onderzoek
In sociaalwetenschappelijk onderzoek gelden ethische principes voor onderzoek en voor de
manieren om mensen aan onderzoek te onderwerpen. Ethische principes zijn geformuleerd
om de waardigheid van het individu te bevorderen, het menselijk welzijn te beschermen en
de wetenschappelijke integriteit te waarborgen.
,Hoofdstuk 2: visies op afwijkend gedrag en behandelmethoden
2.1 inleiding
Psychische stoornissen kunnen verschillende oorzaken en gevolgen hebben. Het is
belangrijk te onderscheiden wat directe oorzaken zijn en wat de gevolgen zijn die de stoornis
kan hebben. De wijze waarop de patiënt en zijn omgaan met de stoornis, is belangrijk en
verdiend aandacht in de behandeling en de begeleiding. Het kan niet genoeg benadrukt
worden, dat als we naar de oorzaken en gevolgen van een stoornis kijken, de persoon
tegenover ons de resultante is van:
- Het levensverhaal van de patiënt;
- De karakteristieken van de stoornis;
- De context;
- De houding, visie, kennis en vaardigheden van de behandelaar.
2.2 het biologische perspectief
Sinds de jaren 80 zien we de invloed van het biologisch perspectief groeien. Dit heeft
verschillende oorzaken. Zo zijn enkele succesvolle medicijnen voor psychische
aandoeningen ontdekt. Door allerlei maatschappelijke en technologische ontwikkelingen
kunnen we tegenwoordig steeds beter hersenfuncties en andere lichamelijke processen
bestuderen. Maar wat leert de biologie ons over afwijkend gedrag? Allereerst blijkt het
functioneren van het zenuwstelsel een rol te spelen in de ontwikkeling van afwijkend gedrag.
Het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel is opgebouwd uit neuronen. Elk neuron heeft een
cellichaam. Daarin bevindt zich de celkern waarin zuurstof wordt
omgezet, zodat de cel zijn werk kan doen. Uit het cellichaam
steken korte vezels naar buiten, de zogenoemde dendrieten. Ze
ontvangen van naburige neuronen. Elk neuron heeft een axon. Elk
axon eindigt in een aantal kleine, vertakte verdikkingen, die
eindknopjes heten.
Alle boodschappen verplaatsen zich in de vorm van elektrische Figuur 1: anatomie van een neuron
impulsen, die het neuron als het ware afvuurt. Deze impulsen
bewegen zich altijd in één richting over het neuron: via de ontvangende dendriet naar het
cellichaam en dan weer verder via het axon naar de eindknopjes.
Om een boodschap naar een andere neuron te versturen maakt het neuron gebruik van
chemische substanties die we neurotransmitters noemen. Deze neurotransmitters
veroorzaken een chemische verandering in de ontvangende neuronen, waardoor de dendriet
en het axon worden geprikkeld om de boodschap verder te sturen.
De synaps vormt de verbinding tussen twee neuronen. Vanuit de eindknopjes van het axon
worden neurotransmitters in de synaptische spleet vrijgelaten.
Elke neurotransmitter heeft een eigen chemische structuur die alleen door één soort
rectorplaats op het ontvangende neuron kan worden opgevangen.
Psychofarmaca, inclusief medicijnen tegen angst, depressie en schizofrenie, lijken de
beschikbaarheid en werking van neurotransmitters in de hersenen te beïnvloeden. Daarom
vermoeden veel wetenschappers dat onregelmatigheden in de werking van
neurotransmitters in de hersenen een belangrijke factor vormen in het ontstaan van
abnormale gedragspatronen.
, Onderdelen van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit twee onderdelen. Het centrale zenuwstelsel en het perifere
zenuwstelsel. Het centrale zenuwstelsel wordt gevormd door de hersenen en het
ruggenmerg. Het perifere zenuwstelsel bestaat uit de zenuwen die sensorische
boodschappen ontvangen en naar de hersenen en het ruggenmerg verzenden, en de
zenuwen die boodschappen vanuit de hersenen en het ruggenmerg verzenden naar de
spieren en klieren.
Onderdelen van het centrale zenuwstelsel:
Het onderste deel van de hersenen, de achterhersenen, bestaat uit de medulla, de
pons en het cerebellum. De medulla speelt een rol in essentiële functies als
hartslag, ademhaling en bloeddruk. De pons geeft informatie over bewegingen en
de stand van het lichaam. Achter de pons ligt het cerebellum. Het cerebellum speelt
een rol in het evenwichtsgevoel en de motoriek.
Figuur 2: de
achterhersenen
De middenhersenen liggen boven de achterhersenen. Hier lopen de zenuwbanen die de
achterhersenen verbinden met de voorhersenen. Het reticulaire activeringssysteem begint in
de achterhersenen en loopt via de middenhersenen door tot onder in de lage voorhersenen.
Het RAS speelt een rol in slaap, aandacht en activering.
Belangrijke gebieden in de voorhersenen zijn de thalamus, de hypothalamus, het limbische
systeem, de basale ganglia en het cerebrum. De thalamus stuurt sensorische informatie naar
hogere hersengebieden en is ook betrokken bij slaap en aandacht.
De hypothalamus speelt een rol in de regulatie van lichaamstemperatuur, concentratie van
vloeistoffen, opslag van voedingsstoffen, motivatie en emotie.
Het limbische systeem bestaat uit de hypothalamus, delen van de
thalamus en andere delen van de hersenen. Het speelt een rol in
herinneringen en in de regulatie van meer basale drijfveren die te
maken hebben met honger, dorst en agressie. De basale ganglia
spelen een rol in de coördinatie an beweging en houding.
Het cerebrum en de hersenschors zijn het meest geavanceerde deel
van de hersenen. Het cerebrum bestaat uit diverse hersenkwabben
die alle een eigen functie hebben. Elke hersenhelft bestaat uit vier
kwabben. De occipitaalkwab heeft vooral te maken met zien. De Figuur 3: de voorhersenen
temporaalkwab heeft te maken met verwerking van geluiden of
auditieve stimuli. De partiële kwab is betrokken bij het verwerken van sensaties op het
gebied van tast, temperatuur en pijn.
Figuur 4: Geografie van de hersenen