Grondslagen Samenvatting alle stof
Wat is recht?
Rechtsfilosofie: 3 rechtsgebieden:
Rechtspositivisme: regels zijn regels: wetgever maakt wetten, rechter past toe en geeft geen visie op
wet, rechter heeft niks te maken met beleid. Recht: rationele redeneringen, geen gevoelens. Voor
recht is moraal niet noodzakelijk. Keen: sociale gevolgen spelen geen rol, verantwoordelijkheid van te
voeren beleid ligt bij wetgever en bestuur. Als rechter soms moeilijke keuzes maken, niet alleen
omwille rechtszekerheid, ook om volk te herinneren dat hun verantwoordelijkheid is om voor goede
wetgeving te zorgen
Natuurrecht = rechtsmoralisme: recht vloeit voort uit normen van goed en kwaad die er gewoon zijn,
onafhankelijk van ons mens, universele rechten. Recht- rechtvaardigheid in noodzakelijk verband:
hogere beginselen van rechtvaardigheid, onduidelijk wat rechtvaardigheid is. Brengt rechtszekerheid
in gevaar. Foster
Rechtsrealisme: doelmatigheid: idealen, praktische belangen, bijv milieu/eco. Rechtseconomie: bij
beoordeling rechtszaak rekening houden met economische/ maatschappelijke effecten.
Werking van recht in maatschappij: rechters moeten bredere kennis hebben dan alleen hun
vakgebied, om goed te kunnen oordelen: Law in action, not only in books. Rechter en beleidsmaker
staan dichtbij elkaar. Recht als hulpmiddel voor beste uitkomst, kiezen tussen regels en
rechtsgebieden: rechters al besluit genomen qua oordeel, daarna regels en wetten erbij zoeken om
het al genomen besluit te beargumenteren: Conclusie→ argumentatie die hierbij aansluit.
Recht is onbepaald, niks staat vast. Gaat niet om theorie, maar hoe recht in praktijk wordt
uitgevoerd. Recht gaat niet om alleen toepassen regels, maar het dienen van de samenleving.
Handy: letterlijk peilen in maatschappij welke mening heerst onder volk
Holmes: regels in praktijk niet zo allesbepalend, recht is veel meer dan alleen logica, ervaring is ook
belangrijk→ link naar maatschappij, bredere kijk, rekening houden met andere aspecten van
samenleving, rechter moet kennis hebben van andere disciplines. Law= training in logic→ u kunt alles
recht praten wat krom is.
Holmes en Keen staan pal tegenover elkaar
Geen inhoudelijke argumentaties:
Tatting opzoek naar middelpunt in deze driehoek; trekt argumentatie van Foster in twijfel. Kan zelf
geen keuze maken
Truepenny sluit aan bij recht positivisme, maar geeft niet veel argumentatie hiervoor
Rechtsbronnen van deze stromingen:
Rechtspositivisme← gecodificeerde bronnen
Rechtsrealisme← tegenstrijdige rechtsbronnen
Natuurrecht← hoger recht
Objectief recht: alle erkende rechtsnormen: Law
Subjectief recht: juridische aanspraak, persoonlijke rechten die individu ontleent aan objectieve
recht: Right
Sociale regels: groepsregels, morele regels, regels van beroepsethiek
Rechtsregels: geven aan welke rechten en plichten er zijn: typen normen binnen rechtsregels:
Gedragsnormen: gedraging gebieden/verbieden/toestaan
Sanctienormen: gevolgen bij schending gedragsnorm
Bevoegdheidsverlenende normen: geven staatsorganen bepaalde macht
, Augustinus: onrechtvaardig recht is geen recht
Martin Luther King: noodzakelijk verband recht en rechtvaardigheid, iedereen bepaald voor zichzelf
wat rechtvaardigheid is.
Theorie Radbruch: recht moet voldoen aan minimale standaarden rechtvaardigheid. balans
natuurrecht en rechtspositivisme: rechtspositivisme: duidelijkheid.
Radbruchformule: in beginsel geld positieve recht altijd, ook als je het niet leuk vindt, behalve
wanneer kloof tussen rechtvaardigheid en positieve recht ondraaglijk wordt→ wet moet wijken voor
gerechtigheid bij geen ambitie om rechtvaardig te zijn. Bij deze moet bepaalde vaagheid
geaccepteerd worden, zoals: wanneer is kloof te groot? Overtredingen universele regels kunnen niet
beschermd worden met legaliteitsbeginsel, maar met fundamentele principes van rechtvaardigheid.
Geen enkele rechtsregel staat vast, altijd uitzonderingen→ vaagheid: accepteren voor
rechtvaardigheid.
Hugo de Groot: natuurrecht: bepaalde zaken uit zichzelf goed/slecht
Radbruch: tussenpositie: interpretivisme
H.L.A Hart: rechtspositivist:
Primitieve gemeenschappen:
traditionele visie: recht als samenhangen systeem→ creëren rechtszekerheid:
Primaire regels ←gewoonte, groepsmoraal: gedragsregels:
• Gebruik geweld beperken
• Eigendom beschermen
• Afspraken nakomen, deze regels maken overeenkomsten mogelijk
• Regels die sancties stellen op overtreding bovenstaande
Primitieve→ complexe samenleving: geen vanzelfsprekende regels meer← geen 1 gewoonte/
groepsmoraal meer.
Pluriforme samenleving met uitsluitend primaire regels→
• Onzekerheid
• Statisch karakter, regels veranderen stroef, omdat groepsmoraal en gewoontes ook niet snel
veranderen.
• Gebrekkige handhaving en geschilbeslechting
Secundaire regels schrijven procedure voor: alleen mogelijk bij hiërarchische gezagsstructuur
• Herkenningsregels: sociale conventie van een rechtscultuur waarbij rechtsregels worden
uitgevaardigd door het bevoegde gezag. Kenbaar wordt gemaakt welke regels tot het
geldende recht behoren. Wat is recht? Wat niet? Welke zijn juridische regels en welke zijn
morele regels? Sociale praktijk→ om te weten wat recht is: af te leiden uit gedrag
maatschappij.
Common law: verzamelingen vaan uitspraken rechter: jurisprudentie
Civil law: in wetten
• Veranderingsregels: maken mogelijk rechtssysteem te wijzigen. Rechtshandeling brengt iets
teweeg in rechtssysteem.
• Rechtspraakregels: voor rechterlijke macht: hoe het recht te handhaven: procesrecht:
formeel recht.
Dwingend recht: geheel aan rechtsregels waarvan niet mag worden afgeweken
Aanvullend recht: in verbintenissenrecht: aanvulling op dwingend recht