100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten
logo-home
Samenvatting Algemene Economie €6,49
In winkelwagen

Samenvatting

Samenvatting Algemene Economie

 0 keer verkocht

Een samenvatting over de eerste zes hoofdstukken van het boek. In dit boek wordt er uitgelegd hoe de economie in elkaar zit.

Voorbeeld 3 van de 22  pagina's

  • Nee
  • Hoofdstuk 1 t/m 6
  • 19 januari 2022
  • 22
  • 2021/2022
  • Samenvatting
book image

Titel boek:

Auteur(s):

  • Uitgave:
  • ISBN:
  • Druk:
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
oerlemanssanna
Hoofdstuk 1

Transactiekosten: kosten die gepaard gaan met ruil van goederen en diensten.
Economie ingewikkelder-> noodzaak ruil-> arbeidsdeling neemt toe-> specialiseren ->
transactiekosten verminderen.

Functies geld:
- Ruilmiddel: mogelijkheid om door gebruik van geld de ruil van goederen in twee
delen te splitsen -> klant en leverancier kunnen verschillende partijen zijn.
Goederenruileconomie: goederen tegen elkaar geruild.
Geldeconomie: goederen tegenover geld-> tijdsverschil verkoop en aankoop mogelijk
Liquide middelen: algemeen aanvaard ruilmiddel waarmee betalingen kunnen
worden verricht.
- Rekeneenheid: mogelijkheid die geld biedt als waardemaatstaf van goederen en
diensten -> transparanter
- Oppotmiddel: mogelijkheid die geld biedt om vermogen aan te houden

De kosten van omwisselen verschillende valuta’s is weggevallen -> versterkt
concurrentiepositie-> geen valutarisico-> transactiekosten en informatiekosten gedaald

Functies geld verdwijnen bij hoge inflatie (= voortdurende stijging prijzen goederen en
diensten). -> oorzaak is streven van sociaaleconomische groeperingen naar hun
deelbelangen -> welvaart daalt -> inflatie wordt zelfversterkend proces -> onzekerheid ->
planning onmogelijk

Intrinsieke waarde: marktwaarde van het materiaal waarvan het geld is gemaakt.

Proces ontstaan bankbiljetten
1. Kassier neemt goud in bewaring in ruil voor promessen
2. Bankier leent promessen uit aan debiteuren
3. Centrale bank geeft promessen uit als bankbiljetten in omloop

Geldscheppingswinst: winst die centrale bank maakt op uitgifte van bankbiljetten -> ontstaat
doordat productiekosten van bankbiljet lager zijn dan waarde in economische verkeer.

De centrale bank werkt samen met de algemene banken.
Chartaal geld: munten en bankbiljetten
Giraal geld: direct opeisbare vordering van het publiek op een monetaire financiële instelling
waarmee betalingen kunnen worden verricht.
 Primaire liquiditeiten (gelijk betalen met geld)
Bankrekening: direct opeisbaar te goed bij de bank.

Toelichting bankbalans:
1. Vermogende particulier houdt bankbiljetten aan
2. Vermogend particulier leent bankbiljetten uit
3. Bank leent geld in de vorm van Tegoeden in rekening-courant

, 4. Bank verricht betaling voor cliënten zonder tussenkomst van bankbiljetten of
munten.
Debiteur: leent het geld
Crediteur: leent het geld uit

Wederzijdse schuldaanvaarding: kredietverlening, waarbij een monetaire financiële instelling
een direct opeisbare schuld accepteert en de klant een schuld op termijn.
Geldschepping: door activiteiten van banken de geldhoeveelheid in handen van publiek
toeneemt.
Meer tegoeden -> minder kasgeld om tegoeden te dekken
Substitutie: het omzetten van girale tegoeden in bankbiljetten en omgekeerd -> hoeveelheid
geld blijft gelijk

Europese centrale bank (ECB) meet hoeveelheid geld in eurozone door balansen van de
monetaire financiële instelling te analyseren.

Primaire liquiditeiten bestaan uit:
- Munten die overheid in omloop brengt
- Bankbiljetten die centrale bank in omloop brengt
- Girale geld dat banken in omloop brengen

Primaire liquiditeitenmassa is het geld in handen van het publiek. -> ECB berekent dit door
hoeveelheid primaire liquiditeiten te verminderen met geld dat in kassen van
geldscheppende instellingen bevindt. -> maatschappelijke of totale geldhoeveelheid/ M1.

Betaalinstrument: bepaalpas/ creditcard -> geen geld -> middel om betaling te regelen

Secundaire liquiditeitenmassa: vorderingen van publiek op de monetaire financiële
instellingen die op korte termijn, massaal en zonder koersverlies kunnen worden omgezet in
geld. -> Belegging korter dan 2 jaar
Transformatie: omzetting primaire liquiditeiten in secundaire liquiditeiten.

M3= M1 + secundaire liquiditeitenmassa
Overmatige groei van binnenlandse liquiditeitenmassa (M3) als oorzaak van inflatie
Aan creditzijde staan de posten die geldscheppende instellingen als schuld aanvaarden en
een liquide karakter dragen.
Aan debetzijde ziet men de posten die als dekking dienen voor het geschapen geld.

Berekenen primaire liquiditeitenmassa:
Bankbiljetten in omloop
Crediteuren in rekening- courant
Munten
= primaire liquiditeiten
- kasmiddelen van de bank
= primaire liquiditeitenmassa (M1)

Secundaire liquiditeitenmassa:

, Termijndeposito’s
Kortspaargeld
= secundaire liquiditeitenmassa

Tertiaire liquiditeiten: voor volledigheid vermelden we dat het publiek (= consumenten en
bedrijven) overtollige liquide middelen ook voor langere tijd kan beleggen in
waardepapieren.

Brutogeldscheppend bedrijf: de totale kredietverlening aan de private sector en de overheid.
Netto geldscheppend bedrijf: bruto geldscheppend bedrijf- lange aangetrokken middelen.

Financiële instellingen behoren tot het financiële systeem (= de manier waarop geldstromen
in een economie worden georganiseerd) van een economie.
Functies financiële systeem:
1. Geldschepping (alleen door monetaire financiële instellingen)
2. Doorsluizen van spaargeld naar kredietverlening
3. Voorzien in een efficiënt betalingsverkeer
4. Overige diensten (verzekeringen, bemiddeling bij handel in effecten etc)
Rentemarge: verschil tussen rente die bank ontvangt op uitzettingen (debetrente) en de
rente die een bank betaalt op aangetrokken middelen (creditrente). -> nog wel kosten
Rentebedrijf: totale rentemarge die financiële instellingen verdienen met kredietverlening.
Provisiebedrijf: ontvangen provisie

Soorten financiële instellingen:
- Geldscheppende instellingen: mogen primaire liquiditeiten scheppen door de uitgifte
van bankbiljetten en munten en door de wederzijdse schuldaanvaarding.
- Niet-geldscheppende instellingen: mogen alleen maar krediet verlenen uit het aan
hen toevertrouwde spaargeld. -> Geven alleen geld door

Liquiditeit: de mate waarin de (kortlopende) verplichtingen van banken gedekt zijn met
liquide middelen
Liquiditeitsdekking: aanwezige liquiditeit als percentage van de vereiste liquiditeit in
bepaalde periode -> hoger dan 100%
De aanwezige liquiditeit bestaat uit liquide bezittingen en de geldontvangsten van een bank
in bepaalde periode.
Vereiste liquiditeit bestaat uit de verwachte betalingsverplichtingen van een bank in
bepaalde periode.
Geldscheppend vermogen bank hangt af van verschil tussen aanwezige en vereiste
liquiditeit.

Solvabiliteit: mate waarin een bank met het aansprakelijk vermogen garant kan staan voor
verliezen op debiteuren. -> eigen vermogen en achtergestelde vreemd vermogen.

Rentabiliteit: de verhouding tussen de winst en het eigen vermogen.
Toevertrouwde middelen: schulden van banken aan het publiek, zoals girale tegoeden,
spaartegoeden en termijndeposito’s.

Dit zijn jouw voordelen als je samenvattingen koopt bij Stuvia:

Bewezen kwaliteit door reviews

Bewezen kwaliteit door reviews

Studenten hebben al meer dan 850.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet jij zeker dat je de beste keuze maakt!

In een paar klikken geregeld

In een paar klikken geregeld

Geen gedoe — betaal gewoon eenmalig met iDeal, creditcard of je Stuvia-tegoed en je bent klaar. Geen abonnement nodig.

Direct to-the-point

Direct to-the-point

Studenten maken samenvattingen voor studenten. Dat betekent: actuele inhoud waar jij écht wat aan hebt. Geen overbodige details!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper oerlemanssanna. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 68175 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 15 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Begin nu gratis
€6,49
  • (0)
In winkelwagen
Toegevoegd