Fysiologie is de leer der levensverrichtingen, de normale werking van bijvoorbeeld de spier.
De celmembraan bestaat uit lipide dubbellaag en is opgebouwd uit fosfolipiden (triglyceride
waarbij een vetzuur is vervangen door een fosfaatgroep + bijvoorbeeld choline). In de lipide
dubbellaag drijven eiwitten rond (het is een vloeibaar mozaïek.) Hoe meer cholesterol, hoe
minder vloeibaar dus hoe steviger.
Soorten eiwitten en vetten: perifeer en integraal eiwit, glycoproteïne ( = eiwit met daaraan
gekoppeld een of meer suikereenheden, oligosachariden) en glycolipide (= lipide met
daaraan gekoppeld een of meer suikereenheden polysachariden). Deze laatste twee samen
zijn de glycocalix.
Functies membraaneiwitten: cel-cel herkenning, signaalverwerking, intercellulaire hechting,
hechting aan cytoskelet, enzym en transport.
Functies celmembraan: biedt bescherming tegen de buitenwereld, handhaaft concentratie
verschillen, zorgt door middel van concentratiegradiënten voor energiebron. Nadeel →
maakt specifieke transportwegen door de celmembraan noodzakelijk.
Membraan is selectief permeabel. En de doorlaatbaarheid van een molecuul of ion wordt
bepaald door grootte, vorm en lading.
,Vormen van transport
→ Diffusie, is altijd passief en met de concentratiegradiënt mee, dit kost geen energie.
Diffusie kan op meerdere manieren:
- Via lipide dubbellaag (simple diffusion)
- Via kanalen (channel mediated facilitated diffusion)
Ionkanalen
Waterkanalen (aquaporines)
- Via carriers (carrier mediated facilitated diffusion)
→ Osmose = de diffusie van water -> water diffundeert naar het compartiment met de
hoogste osmolariteit (meeste opgeloste deeltjes). Isotoon = concentratie binnen de cel en
buiten de cel is gelijk. Hypertoon = concentratie buiten de cel is hoger dan binnen de cel,
water verlaat de cel en cel krimpt in. Hypotoon concentratie binnen de cel is hoger en water
komt de cel in, de cel zwelt dus op.
→ Actief transport (primair en secundair)
Primair -> werkt tegen concentratiegradiënt in en kost energie in de vorm van ATP.
Voorbeeld natrium/kalium pomp (antiporter).
Secundair -> werkt ook tegen concentratiegradiënt in en gebruikt indirect energie van ATP.
Bijvoorbeeld het co-transport van natrium en glucose (symporter) -> glucose komt tegen de
concentratiegradiënt de cel binnen dankzij de concentratiegradiënt van natrium, maar er is
wel ATP nodig om natrium terug te pompen en deze gradiënt te handhaven.
Uniporter, symporter en antiporter:
→ Vesiculair transport = transport door middel van blaasjes. Is altijd actief (verbruikt dus
ATP), endocytose (= de vorming van het blaasje) en exocytose (= het open gaan van het
blaasje).
,Samenvatting membraantransport:
Membraanpotentiaal en rustpotentiaal:
- De binnenzijde van de celmembraan is licht negatief geladen t.o.v. de buitenzijde (de
buitenzijde wordt op nul gesteld)
- De spanning (het potentiaalverschil) over de celmembraan heet de transmembraan-
potentiaal of kortweg membraanpotentiaal
- Rustpotentiaal = membraanpotentiaal van een cel in rusttoestand
- De rustpotentiaal van cellen loopt uiteen van −10 tot −100 mV
, - Bij prikkelbare cellen (zenuw, spier) verandert de membraanpotentiaal na een prikkel
De basis van de membraanpotentiaal: door lekkanalen (kalium en natrium kanalen die altijd
open staan) en door concentratiegradiënten voor kalium en natrium (gehandhaafd door de
Na-K-pomp.
Een cel met alleen maar kalium lekkanalen zou een evenwichtspotentiaal (E k) van -90 mV
hebben, een cel met alleen maar natrium lekkanalen zou een evenwichtspotentiaal (E Na) van
+70 mV hebben. Ergens tussen deze evenwichtspotentialen is er een membraanpotentiaal
waarbij de efflux van kalium gelijk is aan de influx van natrium (= de rustpotentiaal). En de
rustpotentiaal van een cel hangt af van de relatieve aantallen kalium en natrium lekkanalen.
De membraanpotentiaal van prikkelbare cellen (= zenuwen, spieren) kan veranderen door
het openen van ion kanalen die in rust gesloten zijn (gated channels). → Extra instroom van
natrium en extra uitstroom van kalium.
Soorten gated channels:
- Receptor gestuurd ion kanalen (chemically gated, ligand gated)
- Spanningsafhankelijke ionkanalen (voltage gated)
De receptor gestuurde ionkanalen zitten op dendrieten en de soma van een neuron en gaan
open als een specifiek molecuul hecht aan de receptor → produceren een graded potential.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper gittacuijpers87. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €6,49. Je zit daarna nergens aan vast.