Na 1990 toename vrijhandel → vrijemarkteconomie belangrijkste economisch
systeem.
Kenmerken:
- Vrij ondernemerschap
- Prijs bepaald door vraag en aanbod → concurrentie
- vrijhandel tussen landen
Gevolg handelsstromen → niet meer binnen blokken maar wereldwijd.
Voordelen:
- specialiseren
- buitenlandse afzetmarkt
Nadelen:
- concurrentie (gaan failliet)
→ protectionisme (dmv importheffing)
In de BRICS-landen wordt steeds meer industriegoederen gemaakt.
Al sinds 1980 verplaatsen westerse mno’s zich hun maakindustrie naar de
langelonenlanden.
Begrippen:
- lagelonenlanden → Landen in de (semi)periferie die een veel lager
loonniveau kennen dan de rijke landen. zij vormen daardoor een
aantrekkelijke vestigingsplaats voor arbeidsintensieve bedrijven.
- BRICS-landen → Brazilië, Rusland, India, China, South-Africa.
- productieketen → de schakels waaruit het productieproces van goederen
bestaat, van grondstof tot eindproduct.
- Just in time → Principe dat goederen precies op tijd worden aangeleverd.
voorraadvorming en dure opslag van goederen worden hierdoor beperkt.
- WTO → Internationale organisatie die pleit voor vrijhandel.
- globalisering → Proces waarbij gebieden op aarde op tal van terreinen
(economisch, cultureel, sociaal en politiek) steeds meer met elkaar
verbonden worden.
- global shift → De verschuiving op aarde van het economisch kerngebied.
Vaak verstaat men hieronder de verschuiving van de randen van
Noordelijk Atlantische Oceaan naar de randen van de Stille Oceaan.
- multipolaire wereldeconomie → Een economie waarbij op meerdere
plaatsen in de wereld belangrijke economische kerngebieden zijn. Dit
systeem vervangt het wereldsysteem van centrum-semiperiferie-periferie
, Paragraaf 3: Ontwikkeling van de handelsstromen
Koloniale verhoudingen (1500-1950)
- 1500-1800: de fase van het handelskolonialisme.
- 1800-1950: de fase van het industrieel kolonialisme.
Einde van een oude relatie (1950-1990)
De afloop van WO2 levert twee belangrijke veranderingen op in de wereldorde:
- De koloniën worden in snel tempo afhankelijk. Door deze dekolonisatie worden niet
alle banden met het moederland doorgesneden.
- Er ontstaan 3 blokken, de ontwikkelingslanden, het westerse en het communistische
blok, met name de VS en Sovjet-Unie, staan lijnrecht tegenover elkaar. Door de
dreiging van atoomoorlog begint de koude oorlog. De westerse en communistische
landen dreven vooral handel binnen hun eigen machtsblok.
Vrijhandel verandert de wereld (na 1990)
na de instorting van Sovjet-Unie in 1989 wordt de wereldorde weer opgeschud. De
vrijemarkteconomie wordt het belangrijkste economisch systeem op aarde.
(vrije ondernemerschap en prijs door vraag en aanbod.)
Voordelen:
- Specialiseren in de productie van goederen of diensten die het land het beste of
goedkoopste kan produceren. (NL bijvoorbeeld pootaardappelen)
- Bedrijven hebben toegang tot buitenlandse afzetmarkten.
Na 1990 verliest het protectionisme snel terrein en gaat de liberalisering
van de wereldhandel door. Grootmachten als China en India profiteren hiervan en heroveren
in deze eeuw een deel van hun vroegere positie in de wereldeconomie.
Begrippen:
- Handelskolonialisme → Fase (1500-1800) van vestiging van Europese
handelsmaatschappijen in de nieuwe ontdekte gebieden van Afrika,
Amerika en Azië, met het doel handel te drijven.
- Industrieel kolonialisme → Fase (1800-1950) waarin Europese
moederlanden koloniën stichtten die ze zelf bestuurden, met als doel de
aanvoer van grondstoffen veilig te stellen en een afzetmarkt voor hun
industriële eindproducten te vormen.
- Dekolonisatie → Periode (1945-1975) waarin de vroegere koloniën
onafhankelijk werden.
- Koude oorlog → Periode (1945-1989) waarin de twee wereldmachten -Vs
en Sovjet-Unie- vijandig tegenover elkaar stonden.
- Vrijemarkteconomie → Economisch systeem waarbij de productie in
handen is van particuliere ondernemers.
- Vrijhandel → Handel waarbij de grenzen tussen handelsgebieden zo veel
mogelijk worden weggenomen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Reneetjer. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €2,99. Je zit daarna nergens aan vast.