H17 aanbod van geld
Functies van geld:
1. Geld als ruilmiddel (liquide middelen). Een hoge inflatie belemmert de splitsing van de ruil, omdat
geld zijn koopkracht snel verliest.
2. Geld als rekeneenheid
3. Geld als oppotmiddel: je kunt je geld bewaren en het in de toekomst gebruiken.
Geldsoorten:
1. Munten (nominale waarde: waarde die op de munt staat)
2. Bankbiljetten
Munten en bankbiljetten = chartaal geld.
3. Giraal geld (geld op de bankrekening)
De geldhoeveelheid: M1.
De Europese Centrale Bank (ECB) meet de hoeveelheid geld in de eurozone door de balansen van de
monetaire financiële instellingen (MFI’s) te analyseren. De primaire liquiditeiten in handen van het
publiek noemt men de geldhoeveelheid.
De binnenlandse liquiditeitenmassa: M3.
Mensen hebben geld vaak niet meteen nodig voor uitgaven. Ze vertrouwen het dan toe aan een bank
in ruil voor rente. Als de looptijd ervan korter is dan twee jaar, behoren ze tot de secundaire
liquiditeitenmassa.
Financiële instellingen, zoals banken en pensioenfondsen, zijn bedrijven die handelen in geld. Het
financieel systeem kunnen we omschrijven als de manier waarop geldstromen in een economie zijn
georganiseerd. Het vervult allerlei functies die voor een evenwichtige economische groei van belang
zijn:
1. Geldschepping
2. Doorgifte van geld: huishoudens geven geld aan huishoudens die het minder hebben.
3. Efficiënt betalingsverkeer: snel en tegen lage kosten betalen in het binnen- en buitenland.
4. Aanbieden andere financiële diensten: het gaat vooral om allerlei verzekeringen (levens, pensioen)
en om bemiddeling en advies bij aan- en verkoop van effecten.
De financiële positie van een bedrijf beoordelen we aan de hand van de liquiditeit, solvabiliteit en de
rentabiliteit.
Liquiditeit
De liquiditeit van een bank geeft aan of zij kan voldoen aan haar kortlopende verplichtingen. De
aanwezige liquiditeit bestaat uit de liquide bezittingen en de geldontvangsten van een bank in een
bepaalde periode. De vereiste liquiditeit bestaat uit de verwacht betalingsverplichtingen van een
bank in een bepaalde periode. de centrale bank ziet erop toe dat de liquiditeitsdekking – de
verhouding tussen de aanwezige en vereiste liquiditeit – hoger is dan 100%.
Solvabiliteit
Onder de solvabiliteit van een bank verstaan we de mate waarin zij met haar kapitaal verliezen op
debiteuren kan ontvangen. Het kapitaal van een bank bestaat uit het eigen vermogen en het
achtergestelde vreemd vermogen. Het eigen vermogen is de belangrijkste kapitaalbuffer. Met het
aandelenkapitaal en de ingehouden winsten kan een bank verliezen opvangen en zo het bedrijf
draaiende houden. Het achtergestelde vreemd vermogen bestaat uit de leningen die een bank bij
faillissement als laatste aflost.
, Rentabiliteit
De rentabiliteit meet de verhouding tussen de winst en het eigen vermogen. Een bank gebruikt de
winst voor dividenduitkeringen aan de aandeelhouders en voor de versterking van het eigen
vermogen.
Liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit in de bankbalans.
Liquide activa → toevertrouwde middelen (spaargeld, girale tegoeden, termijndeposito’s) →
kredietverlening (toevertrouwde middelen nodig voor kredietverlening) → kapitaal
Bankenunie zorgt ervoor dat bank en overheid losser van elkaar komen te staan. De Europese bankunie
rust op vier pijlers:
1. Centraal toezicht
2. Centrale sanering van falende banken: de afwikkelingsprocedure bepaalt of, en zo ja, hoe falende
banken kunnen voortbestaan.
3. Centraal bankfonds: falende banken mogen een beroep doen op het Europese bankenfonds als ze
onvoldoende geholpen worden om ze weer gezond te maken.
4. Geharmoniseerde depositogarantiestelsel: als mensen weten dat hun spaargeld veilig is, zullen zij
bij een dreigend faillissement van een bank minder snel in paniek raken.
→ samenvatting bladzijde 375 en 376.
H18 vraag naar geld en monetair beleid
Motieven voor het aanhouden van geld:
Transactiemotief: gezinnen en bedrijven hebben in de eerste plaats geld nodig om producten te
kopen.
Voorzorg motief: het geld dat huishoudens en bedrijven aanhouden uit voorzorg tegen financiële
tegenvallers.
Speculatie motief: huishoudens houden geld als oppotmiddel of vermogensbestanddeel aan.
Actief kasgeld: de vraag naar geld voor transacties.
Inactief kasgeld: de vraag naar geld op grond van het voorzorgs- en speculatiemotief tezamen.
De vraag naar inactief kasgeld is hoog bij een lage rente en/of een verwachte rentestijging.
De kwantiteitstheorie van de vraag naar geld.
We kunnen de behoefte aan liquide middelen in een economie analyseren met behulp van de
kwantiteitstheorie. Volgens deze theorie hangt de vraag naar geld af van de nominale waarde van de
productie en de omloopsnelheid van het geld:
MxV=PxQ
M = (vereiste) geldhoeveelheid
V = omloopsnelheid van het geld (aantal keren per jaar dat een geldeenheid wordt gebruikt voor de
aanschaf van goederen en diensten die deel uitmaken van het bbq).
P = prijsniveau van het bbq
Q = volume van het bbq
Omloopsnelheid van geld: een bedrijf die producten verkoopt en vervolgens weer het geld gebruikt
voor de inkoop van producten. Deze meet het aantal keren per jaar dat een euro wordt gebruikt om
er producten mee te kopen. Een lage rente zorgt voor een lage omloopsnelheid van geld.
Doelstellingen van het monetair beleid
In de eurozone voert de Europese Centrale Bank (ECB) het monetair beleid. Zij maakt samen met de
centrale bank van de EU-lidstaten deel uit van het Europese Stelsel van Centrale Banken (ESCB) dat tot
taak heeft de prijsstabiliteit in de Europese Unie te bevorderen.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper bregjesloots224. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €5,49. Je zit daarna nergens aan vast.