Samenvatting huisvestingsmanagement
Hoofdstuk 9. Programmeren
Een programma van eisen is een geordende verzameling van gegevens over de huisvestingsbehoefte
van een organisatie en de vereiste prestaties van de locatie, het gebouw, de ruimten, de
gebouwdelen en de voorzieningen in het gebouw en op het terrein. Het in kaart brengen van eisen,
wensen en randvoorwaarden wordt in het bouwproces programmeren genoemd. In het engels ook
wel programming of briefing. In het PVE worden de eisen en wensen vastgelegd.
Functies pve:
- Dwingt de opdrachtgever en andere betrokkenen tot reflectie op de huisvestingsopgave;
- Overdragen van informatie tussen betrokkenen;
- Toets in een vroeg stadium van de planontwikkeling of de opgave haalbaar is en of het
ambitieniveau past bij het budget.
- Biedt een goede basis voor contractvorming tussen opdrachtgever en ontwerpende partijen.
NEN 2658: volgens NEN 2658 dient het PVE te bestaan uit de volgende drie onderdelen:
1. Randvoorwaarden, met name van toepassing zijnde wet- en regelgeving, technische en
financiële aspecten;
2. Karakteristieken van de te huisvesten doelgroepen. Moet inzicht geven in de doelstelling van
de organisatie, de gebruikers en hun activiteiten, in de te leveren diensten of producten, in
de organisatorische, economische, functionele en ecologische aspecten en in de
verwachtingen voor de toekomst;
3. Eisen aan het object, onderscheiden in eisen aan de locatie, aan het gebouw als geheel, aan
de ruimtedelen, aan de gebouwdelen en aan de voorzieningen op het terrein.
SBR 258: bevat een handleiding voor het samenstellen van PVE’s, met een indeling in vijf blokken:
a. Gebruikseisen de eisen en wensen betreffende de huisvesting die direct voortvloeien uit
het beoogde gebruik;
b. Functies en prestaties vertalen van de kenmerken van de te huisvesten organisatie in
ruimtelijk-bouwkundige eisen en wensen met betrekking tot de locatie en eisen en wensen
met betrekking tot het gebouw;
c. Beeldverwachtingen de beeldverwachtingen van de opdrachtgever;
d. Interne voorwaarden betreffen in ieder geval de financieel-economische voorwaarden en
voorwaarden met betrekking tot de tijd;
e. Externe eisen en voorwaarden de eisen vanuit de ruimtelijke ordening en andere wet- en
regelgeving.
Indeling PVE volgens SBR 421.04 in zes bouwstenen:
a. Projectdefinitie. Algemene beschrijving huisvestingsopgave;
b. Gebruiksfuncties. De gebruiksfuncties waarin de locatie moet voorzien en waaraan het
gebouw onderdak moet bieden;
c. Waarden. De waarden die de organisatie uit het oogpunt van de gebruiksmogelijkheden aan
de gebruiksfuncties toekent;
d. Beeldvorming. Maatstudies, referentiebeelden en oplossingsprincipes.
, e. Budgetten. Vermeldt het beschikbare budget voor de investering en de exploitatie van het
gebouw en de milieudoelen betreffende het beperken van de energie-, water-, en
materiaalverbruik.
f. Normen. Een technische vertaling van de in ‘gebruikerstaal’ verwoorden waarden en dienen
als maatstaven waarmee het ontwerp voor het gebouw kan worden getoetst.
De eisen en wensen liggen niet meteen vast. In praktijk wordt het PVE vaak gefaseerd ontwikkeld,
van grof naar fijn, van globaal naar gedetailleerd, van visiedocument en functioneel programma tot
een uitgewerkt technisch programma van eisen.
SBR 258 onderscheidt vijf fasen van ontwikkeling van een globaal naar gedetailleerd programma:
1. Globaal PVE;
2. Basis-PVE als onderlegger voor het structuurontwerp;
3. PVE voor het voorlopige ontwerp (VO);
4. PVE voor het definitieve ontwerp (DO);
5. Definitief PVE als basis voor het bestek.
De Rijksgebouwdienst volstaat met drie soorten PVE’s:
1. Globaal PVE;
2. Basis-PVE;
3. Gedetailleerd PVE.
Deze indeling sluit beter aan bij het ontwerp dan in de SBR 258.
Functioneel PVE: vierkante meters, ruimtelijke relaties, gebouwvorm.
Technisch PVE: bouwfysische eisen, veiligheid.
Een globaal PVE is nodig om in de initiatieffase de haalbaarheid te kunnen toetsen aan het budget
voor de investeringskosten en de exploitatiekosten. Of omgekeerd. Verder is een PVE nodig voor een
verkenning van de eisen aan de locatie dan wel om alternatieve locaties te kunnen toetsen op
geschiktheid.
Het basis-PVE is een uitwerking van het globale PVE. Het moet voldoende gedetailleerd zijn om een
structuurontwerp en voorlopig ontwerp te kunnen maken. naast gebruikseisen moet het basis-PVE
inzicht geven in de vereiste functies en prestaties, de symbolische functies van het gebouw en de
interne en externe eisen voorwaarden.
Een gedetailleerd PVE bevat alle technische gegevens. Het dient als basis voor een definitief ontwerp
en voor contractstukken ter voorbereiding van de uitvoering. Wordt meestal pas gemaakt tijdens de
uitwerking van het definitief ontwerp of tegelijk met de werktekeningen.
Het PVE is in feite een vertaling ‘van organisatie naar huisvesting’. In beide componenten zijn twee
niveaus te onderscheiden: een conceptueel niveau en de concrete uitwerking in respectievelijk de
opbouw en inrichting van de organisatie en de eisen en de wensen ten aanzien van de huisvesting.
Een concept is een paradigma of leidend beginsel, een kernachtige samenvatting in worrd, vaak ook
in beeld, van wat de organisatie wil en hoe zij dit wil bereiken.
Belangrijke elementen van een organisatieconcept:
- De missie en visie van de organisatie;