Samenvatting structuurmodel: wensen, eisen, ontwerp
Inleiding
Bedrijfsproces: een ordening van activiteiten om een product of dienste leveren die toegevoegde
waarde biedt aan de klant. Een keten van activiteiten, gekoppeld en gestuurd door beslissingen.
Werkproces: een afgebakend geheel van beroepshandelingen binnen een kerntaak. Het werkproces
kent een begin en een eind, heeft een resultaat en wordt als kenmerkend herkend in de
beroepspraktijk. Een werkproces bestaat dus nooit uit één handeling of gedraging.
De fasen in het structuurmodel suggereren dat de fasen precies keurig in die volgorde worden
doorlopen. Maar het sructuurmodel heeft kenmerken van een iteratief proces: er wordt regelmatig
binnen één en dezelfde fase, maar ook tussen verschillende fasen, teruggekoppeld.
Gedurende de periode van het gebruik van een gebouw, zal het gebouw grondig verbouwd moeten
worden. Dit kan op verschillende manieren:
Modernisering
Herbestemming
Uitbreiding
Fase 1. De organisatie, de werkprocessen en de ruimtebehoefte
(programma van wensen)
Toewerken naar het programma van wensen door vanuit het perspectief van de opdrachtgever te
kijken:
Uitgangspunten die het bedrijf hanteert met betrekking tot hun huisvesting. Vraag: waar
kiezen we voor, waar gaan we voor?
Randvoorwaarden die men hierbij stelt, zijn de zijdelingse beperkingen aan het project.
Beheersaspecten kwaliteit, tijd, geld. Interne voorwaarden en later in fase 2 de externe
wetgeving. Vraag: wat staat vast, wat is gegeven?
Harde eisen die naar voren worden gebracht. Functie-eisen, deels functioneel, deels
ruimtelijk. Vraag: wat moet gerealiseerd?
Mider harde eisen, wensen. Vraag: wat zouden we graag ook gerealiseerd zien?
Stap 1.1. vaststellen kenmerken organisatie, de bedrijfsprocessen en de huisvestingsbehoefte
Primaire proces heeft betrekking op het bestaansrecht van een organisatie: wat voor goederen
produceert ze eigenlijk of wat voor soort diensten levert het. Het primaire proces met haar
kenmerken heeft betrekking op de huisvestingsvraag.
Identiteit is de persoonlijkheid van een organisatie. Wat straalt deze uit en waar staat deze voor? De
identiteit van een organisatie wordt bepaald door het geheel van aspecten als visie,
bedrijfsdoelstelling, cultuur en imago. Ook de identiteit heeft gevolgen voor de huisvestingsvraag;
“symbolische eisen”.
Organisatiecultuur. Een onderdeel van de identiteit van een organisatie is de cultuur. Ontstaat door
bepaalde normen en waarden, tradities, regels en symbolen.
Productiviteit: organisatiekenmerken, omgevingskenmerken, sociale factoren en persoonskenmerken
zijn van invloed.
, Flexibiliteit. Een bedrijf kan in haar werkwijze, haar marktpositie en hierdoor in haar productieproces
en organisatiestructuur een hoge mate van flexibiliteit nastreven. De huisvestingsvraag van een
dergelijke organisatie stoelt op de flexibiliteit in huisvesting.
Trends, denk aan de toenemende aandacht voor duurzaamheid. Kantoorinnovatie met aandacht
voor werkplekinrichting, ICT en facilitaire diensten.
Je moet eerst weten wie de organisatie is, waar ze voor staan, wat ze doen om na te denken over de
wijze van huisvesting welke bij ze past bij de weg die de organisatie gaat.
Om meer zocht te krijgen op de aard, omvang en toekomst kun ja vragen stellen als:
Wat is de kern van uw soort organisatie?
Is er iets bekend over de achtergrond van de nieuwbouwplannen?
Is er iets bekend over zaken als de werkwijze van de organisatie, de belangrijkste
werkprocessen, het aantal personeelsleden, de mate van werkzaamheden extern of thuis en
dus de gemiddelde bezettingsgraad?
Welke belangrijke randvoorwaarden stelt de organisatie?
Stap 1.1 is er op gericht om de aard en omvang van een organisatie in beeld te krijgen: de
belangrijkste kenmerken als cultuur, ambitie, identiteit, en het primaire proces en de belangrijkste
werkprocessen.
Stap 1.2. uiteenrafelen van bedrijfsprocessen in werkprocessen en activiteiten
In deze stap is het de bedoeling om de belangrijkste werkprocessen te detailleren, door ze uit te
splitsen in activiteiten. Hierdoor krijgen we compleet en concreet zicht op wat nu eigenlijk dagelijks
in een organisatie plaatsvindt, wie wat doet, welke inrichtingselementen hierbij gebruikt worden en
welke oppervlakte nodig is om activiteiten probleemloos te kunnen verrichten.
De werkprocessen kunnen worden onderscheiden in:
Organisatiegebonden werkprocessen die met het primaire proces te maken hebben
Overige werkprocessen en activiteiten die vereist zijn om de organisatiegebonden
werkprocessen en activiteiten optimaal te kunnen verrichten. Voor de inrichting en indeling
van huisvesting zal dit leiden tot sanitaire ruimten en ruimten voor verzorging, coffeecorners,
kantine of restaurant. En ook verkeersgebieden als verdiepingsgangen, trappenhuizen of
liftkokers in het gebouw.
Facilitaire werkprocessen als schoonmaakonderhoud, kopiëren, opslaan, dus in voorraad
houden van kantoorbenodigdheden of andere materialen. Dit zal leiden tot aandacht voor
specifieke facilitaire voorzieningen, opslagruimte voor kantoorbenodigdheden, maar
mogelijk ook voor chemische stoffen en explosieve materialen. Of denk aan opslag van
schoonmaakmiddelen en het stallen van stofzuigers/veegwagens, textielreiniging. En aan
technische ruimtes om installaties te herbergen met betrekking tot ICT, energieproductie of
klimaatbeheersing.
Naast het soort werkprocessen is het ook van belang iets te zeggen over de aard van de
werkprocessen en activiteiten.
Wat is de aard van deze werkprocessen en activiteiten op het continuüm:
Van individueel tot collectief;