Marketing Samenvatting Edubook
Introductie
Motivator
Marketeers kijken op welke wijze organisaties in staat zijn om doelen te verwezenlijken. Hierbij
houden ze rekening met de markt waarin ze opereren, de concurrenten en de wensen en verlangens
van de klanten. Wat doen marketeers?
Grofweg kun je stellen dat marketeers de volgende taken hebben:
Ze verschaffen marketingkennis en klantinzicht (customer insight);
Ze geven richting aan de marketingstrategieën van de onderneming;
Ze ontwikkelen de zogeheten klantpropositie;
Ze managen en voeren de marketingcommunicatie uit;
Ze ontwikkelen en gebruiken marketing- en marktinformatie;
Ze voeren marketingprogramma’s uit;
Ze stellen marketingplannen op.
Dit alles doen marketeers in samenwerking met zowel interne als externe partijen.
Interne samenwerking: Marketeers en bedrijfskundigen werken vaak samen op het gebied van
productontwikkeling. De samenwerking met financiële deskundigen heeft betrekking op het
financieel onderbouwen van plannen voor productontwikkeling en campagnes, en in een later
stadium het controleren van de bijbehorende uitgaven. HRM'ers zorgen ervoor dat er voldoende
mensen binnen de organisatie rondlopen om de marketingafdeling goed te laten functioneren.
Externe samenwerking: is meestal sprake van het uitbesteden van werkzaamheden. Marketeers
huren bijvoorbeeld bureaus in voor marktonderzoek of om reclamefilmpjes te maken. Bij externe
samenwerking vervullen zij dus veelal de rol van opdrachtgever.
De marketeer denkt na over:
Het product;
Prijszetting;
Hoe het product in de markt te zetten;
Welke communicatie daarbij te gebruiken; en
Hoe te zorgen dat het product bij de klant terechtkomt.
, Introductie
Kranten en nieuwssites staan vol met verhalen over mensen, organisaties, landen en bedrijven. Veel
van deze verhalen gaan in feite over marketing.
Wat is marketing?
Motieven om iets te kopen:
Ik kocht het omdat ik het nodig had> Marketing houdt zich (ook) bezig met de vraag ‘wat
heeft een klant nodig?’. Klanten kopen alleen iets wanneer ze dat nodig hebben. De
noodzaak om iets te kopen kan gebaseerd zijn op allerlei behoeften die soms niets te maken
hebben met producteigenschappen.
Ik kocht het omdat ik het zag/kon vinden> Marketing houdt zich (ook) bezig met de vraag
‘hoe komt een klant eraan?’. Klanten zijn niet altijd bereid veel moeite te doen om een
product of dienst te bemachtigen. Sommigen zijn bereid om in de rij te staan om de nieuwste
Apple-gadgets te kopen op de introductiedag, anderen kopen alleen iets wanneer ze het,
bijna letterlijk, in de handen geduwd krijgen.
Ik kocht het omdat ik het kon betalen> Marketing houdt zich (ook) bezig met de vraag
‘hoeveel is het de klant waard?’. Los van wat ze betalen voor een product of dienst maken
klanten nog andere kosten. Zo moeten ze sommige producten zelf in elkaar zetten.
Ik kocht het omdat ik ervan wist> Marketing houdt zich (ook) bezig met de vraag ‘hoe weet
de klant dat wij de behoefte kunnen vervullen?’. Simpelweg vertellen over het product of
dienst is een optie, maar steeds vaker proberen bedrijven in gesprek te gaan met klanten.
Social media maken tweerichtingsverkeer mogelijk.
Het product dat jij als laatste aanschafte, kocht je om één van de vier bovengenoemde redenen.
Maar ook de drie andere vragen spelen een rol bij marketing.
Het gaat erom dat een bedrijf het antwoord formuleert op vier vragen:
Wat heeft een klant nodig?
Hoe komt een klant eraan?
Hoeveel is het de klant waard?
Hoe weet de klant dat wij die behoefte kunnen vervullen?
,Traditioneel worden deze vier vragen samengevat als de vier p’s: product, plaats, prijs en promotie.
Sommige auteurs hebben een voorkeur voor de vier c’s: customer, convenience, cost en
communication. De vier p’s focussen meer op producten, terwijl bij de vier c’s de klanten centraler
staan.
Marketing: is het creëren van, communiceren over, leveren en ruilen van zaken die waarde hebben
voor klanten, cliënten, partners en de maatschappij in het algemeen
Wanneer je goed leest, dan vind je hier de vier categorieën waar wij eerder over hebben
gesproken:
Het creëren van wat de klant/cliënt/partner/maatschappij nodig heeft;
Het leveren en ruilen van wat de klant/cliënt/partner/maatschappij nodig heeft;
Het leveren en ruilen van waarde aan en van de klant/cliënt/partner/maatschappij;
Het communiceren aan de klant/cliënt/partner/maatschappij.
Niet alle bedrijven doen aan marketing, zeggen ze. Alle bedrijven doen er echter van alles aan om
een ruil tot stand te brengen: hun producten of diensten voor geld van de klant. Vanuit dit
perspectief herkennen we dat bedrijven verschillende marketingoriëntaties hebben
Vanuit de marketing geredeneerd kunnen we vijf typen bedrijven onderscheiden (Kotler &
Armstrong, 2013: 31-33):
Bedrijven die focussen op het leveren van producten (productieoriëntatie). Dit soort
bedrijven gaat ervan uit dat klanten op zoek zijn naar producten die beschikbaar en
betaalbaar zijn.
Bedrijven die zich richten op het bieden van het juiste (beste?) product (productoriëntatie).
Dergelijke bedrijven focussen op research & development (R&D) en productinnovatie, omdat
zij denken dat klanten op zoek zijn naar producten met de hoogste kwaliteit, de meeste
features of de beste prestaties.
Bedrijven die de nadruk leggen op het verkopen (verkooporiëntatie). Dergelijke bedrijven
steken veel moeite in het verkopen en promoten van producten en diensten, omdat zij ervan
uitgaan dat klanten alleen kopen wanneer je bovenop ze zit.
Bedrijven die zoeken naar behoeften en verlangens van hun klanten en hier vervolgens een
juist product voor ontwikkelen (marketingoriëntatie). Dit soort bedrijven stelt de klant
centraal.
Bedrijven die verder kijken dan de korte termijn en ook rekening houden met de
langetermijnbelangen van klanten en maatschappij (maatschappelijke marketingoriëntatie).
Deze bedrijven proberen een evenwicht te vinden tussen kortetermijnverlangens en
langetermijngevolgen voor een klant of maatschappij.
, Sommige auteurs (Baines et al.) wijzen erop dat deze marketingoriëntaties zowel een
historische als een temporele achtergrond hebben.
Historisch: Historisch gezien hadden bedrijven het vroeger ‘makkelijker’: producten waren in
veel minder ruime mate beschikbaar en verkochten vanzelf wel. Toen het aanbod eenmaal
groter werd, gingen klanten ook kijken naar de kwaliteit van een product. Daarna volgde een
periode waarin producten en diensten min of meer vergelijkbaar waren en klanten alles al
leken te hebben… Vanaf toen kwam het erop aan om klanten te overtuigen meer te kopen,
of een aankoop te herhalen. In deze fase waren fabrikanten vooral bezig hun producten aan
klanten te slijten. Op geen enkele manier stelden zij hun klanten centraal en probeerden zij
klantproblemen op te lossen.
De volgende fase in de marketing ‘evolutie’ was om vanuit de behoeften en wensen van klanten te
redeneren en producten en diensten aan te bieden vanuit dat perspectief, in plaats vanuit het
maakperspectief.
De meeste recente wijze waarop naar marketing wordt gekeken is door niet alleen te kijken naar het
bedrijf en de individuele klant, maar ook naar de gevolgen op de lange termijn.
Temporeel: Sommige andere auteurs zien de verschillende fases, zoals aangegeven in de
tijdbalk hieronder, ook binnen één enkel bedrijf terug. Een bedrijf start vanuit een
productoriëntatie om (uiteindelijk) door te groeien tot een bedrijf dat ook de duurzaamheid
van zijn bedrijfsmodel nastreeft.
Het marketingproces
Marketing gaat om het creëren van, communiceren over, leveren en ruilen van zaken die waarde
hebben voor klanten, cliënten, partners en de maatschappij in het algemeen.
Allereerst de klanten. Dit is de meest voor de hand liggende partij waarmee winkels te maken
hebben bij het verkopen van hun producten.