Week 1: Inleiding faillissement, surseance van betaling,
WSNP
Literatuur Insolventierecht
Wibier, Compendium, p. 1-62
Literatuur herhaling & verdieping Privaatrecht
Herhaal: Pitlo/Reehuis, Heisterkamp, Goederenrecht, Kluwer: Deventer, 12e druk
(2006) of 13e druk (2012). Nrs. 100 – 129 (Overdracht & Causaal stelsel). (U kunt
het boek en de druk gebruiken dat u bij het vak Goederenrecht gebruikt heeft.)
H. Vermeulen ‘Systematiek en terminologie’ in Nieskens-Isphording e.a., Van Nieuw
BW naar BW, Zwolle: Tjeenk Willink 1993, p. 1-17 (in deze syllabus)
Jurisprudentie
HR 27 februari 2009, JOR 2009, 104 (Aerts e.a./Stichting Waaldijk) (zie
jurisprudentiesyllabus) HR 11 juni 2014, NJ 2014, 407 (ABN Amro/Berzona) (zie
Kluwer-arrestenbundel)
HR 18 december 2015, NJ 2016, 172, (Hoeksma q.q./R.M. Trade) (zie Kluwer-
arrestenbundel)
Onderwerpen
Drie insolventieprocedures
Faillietverklaring
Gevolgen faillietverklaring
Onderscheid goederenrecht en verbintenissenrecht in faillissement
Fixatiebeginsel en paritas creditorum
Systematiek BW en gelaagde structuur Causale stelsel
Aantekeningen
Faillietverklaring
1) Meerdere schuldeisers; pluraliteitsvereiste
2) Ten minste een opeisbare vordering die nog niet is voldaan (Berzona)
Curator kan ook verzet aantekenen (bv. bij een lege boedel).
Gevolgen faillissement, art. 20 e.v. Fw
Verlies beheer en beschikking, art. 23 jo. 68 Fw.
Samengestelde leveringshandelingen 3:94, 3:236 (2) BW openbare verpanding (p.
58 Wibier)
Hypotheek- en pandhouder zijn separatist, art. 57 Fw.
Surseance van betaling,
1. Art. 214 Fw = wanneer
, 2. Art. 215 (2) Fw = gelijk,
Surseance werkt niet tegenover pand- en hypotheek, art. 232 sub 1 Fw jo. 3:278 BW.
Art. 242 Fw, surseance kan worden vervangen door faillietverklaring.
WSNP
Art. 284 Fw e.v.
Art. 299a Fw, werkt niet tegenover studieschulden.
Art. 358 Fw jo. art. 6:3 BW, door de beëindiging van de WSNP zijn vorderingen niet
langer afdwingbaar.
Verschil goederenrechtelijk en verbintenisrechtelijk
1. Waarom onderscheid relevant?
Goederenrechtelijke aanspraak is heel sterk. Je bent dan separist. Je kunt je
recht uitoefenen alsof er geen faillissement was. Verbintenisrechtelijke
aanspraak is heel zwak, je moet je vordering indienen via 26 jo. 108 Fw en
dan is het maar afwachten. Uitkeringspercentage is vaak 3% van je vordering
in die gevallen.
2. Wanneer goederenrechtelijk?
Aanspraak op basis van boek 3 (pand en hypotheek) en boek 5 (eigenaar
(eigendomsvoorbehoud) dan kun je bij faillissement revindiceren, beperkte
rechten (erfdienstbaarheid, vruchtgebruik)).
- Beperkte rechten
- Revindicatie (eigendomsaanspraak)
- Reclamerecht
- Nietigheid, vernietiging
- Pand- en hypotheek
3. Wanneer verbintenisrechtelijk?
Aanspraak op basis van boek 6 (vordering op basis van wanprestatie, OD,
onverschuldigde betaling, zaakwaarneming, onrechtvaardige verrijking,
ontbinding etc.). Moeten worden ingediend bij de curator en dan afwachten.
Vragen
1) U werkt als advocaat op de sectie insolventierecht. Er melden zich drie cliënten.
Alle drie kampen zij met betalingsachterstanden en worden door crediteuren
dreigend benaderd. Zij vragen u naar de mogelijkheden en de gevolgen van de
verschillende insolventieprocedures.
a) Bestuurder en enig aandeelhouder van Arkel N.V. is de heer Arkel. Nadat
de onderneming in de jaren ‘90 en begin jaren ’00 veel succes had met het
ontwikkelen van webapplicaties, heeft de onderneming de laatste drie jaren
verlies gemaakt. De heer Arkel is gaan zitten met zijn boekhouder en is tot de
conclusie gekomen dat Arkel N.V. haar schulden niet meer kan betalen. Ook
ziet hij geen mogelijkheden meer voor een sanering waarbij de onderneming
weer winstgevend wordt gemaakt. De Heer Arkel wil van u weten welke
insolventieprocedure beschikbaar is en of hij zelf ook aansprakelijk is voor de
onbetaalde schulden. I) Faillissementsprocedure, zelf aanvragen op grond
van art. 4 (1) Fw. Alleen aansprakelijk voor hetgeen hij zelf in de NV heeft
, gestopt. II) Surseance van betaling, geen optie omdat Arkel zelf geen
mogelijkheden ziet tot sanering.
b) Buiten B.V. met mevrouw Smulders als enig bestuurder, ontwikkelt
milieuvriendelijke vakantiewoningen. Na een lange opstartfase, verwacht
Smulders dat de komende zomer veel orders afgeleverd kunnen worden en
dat er dan eindelijk geld binnen zal gaan komen. Op dit moment zijn er
onvoldoende liquide middelen (geld) om de leveranciers van materialen te
betalen. Smulders is er niet in geslaagd de leveranciers te overtuigen nog
even geduld te hebben. De leveranciers staan er op nu betaald te krijgen en
hebben zelfs al een verzoek tot faillietverklaring ingediend bij de rechtbank.
Het is vrijdagmiddag en dinsdag zal de rechtbank het verzoek tot
faillietverklaring behandelen. Hoop op een betere toekomst voor Buiten B.V.
heeft Smulders wel. Financiële middelen om nu de leveranciers te betalen
echter niet. Wat adviseert u? Surseance van betaling, ze wilt wel betalen
maar kan niet op dit moment. Art. 232 Fw; werkt niet tegenover
vorderingen met voorrang. Indien tegelijk met surseance ook
faillissement wordt ingediend, heeft surseance voorrang, art. 218 (6) Fw.
c) De heer Claessens is een jaar geleden in het kader van een grote
reorganisatie ontslagen bij een krantenconcern. Hij werkte op de
acquisitieafdeling. Hij heeft weer werk gevonden voor 4 dagen per week bij
een kleine lokale krant, maar verdient slechts de helft van wat hij voorheen
verdiende. Hij heeft zijn huis inmiddels moeten verkopen, maar heeft door de
economische crisis flink op de verkoop moeten toeleggen. Ook heeft hij
aanzienlijke schulden opgebouwd bij verschillende credit card-maatschappijen
en klantenkaarten van warenhuizen. Hoewel hij een bescheiden inkomen
heeft, ziet hij geen kans ooit van z’n leven nog van de veelal agressieve
schuldeisers af te komen. Hij verzoekt u daarom maar zijn faillissement aan te
vragen. Wat adviseert u de heer Claessens? WSNP,
2) U heeft als cateraar voor een bedrijfsfeest van Deco Deca B.V. gecaterd. U wacht
al zes maanden op betaling en ondanks vele beloften heeft u nog niets ontvangen. U
overweegt een procedure maar bent bang voor de kosten. De vordering zelf is ook
niet betwist, maar als reden voor het uitblijven van betaling wordt nu gegeven dat
Deco Deca B.V. door de financiële crisis momenteel geen mogelijkheden tot betaling
ziet. Toch wil u het er niet bij laten zitten en overweegt u het faillissement aan te
vragen als drukmiddel.
a) Hoe kunt u het faillissement aanvragen? Art. 1 Fw; 1) pluraliteitsvereiste,
2) meer dan 1 vordering (steunvorderingen) HR Berzona.
b) Dient u daarvoor een advocaat in te schakelen? Ja, art. 5 (1) Fw.
c) Is aan de voorwaarden voor het uitspreken van een faillissement voldaan?
Nee, er blijkt niet van meerdere schuldeisers uit de casus waardoor niet
aan het pluraliteitsvereiste is voldaan. Deco Deca dient eerst
steunvorderingen te zoeken bij andere partijen. Vereisten voor
steunvordering in HR Berzona, ro. 3.4.2.; hoeft niet opeisbaar te zijn.