Samenvatting
Samenvatting Inzicht In Menselijk Gedrag
- Instelling
- Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Hierin kun je de samenvatting vinden voor de toets inzicht in menselijk gedrag.
[Meer zien]Voorbeeld 4 van de 37 pagina's
Voorbeeld 4 van de 37 pagina's
In winkelwagengesponsord bericht van onze partner
Verkoper
Volgen
Voorbeeld van de inhoud
Inzicht in menselijk gedragLes 1 (hoofdstuk 1.1 t/m 1.4, 2.1 en 6)
Gedrag in organisaties
- = bestudeert de invloed die individuele factoren, groepsprocessen en
organisatiestructuren hebben op menselijk gedrag in organisaties.
- Toegepaste wetenschap met als doel de effectiviteit van organisaties te
verbeteren.
Niveaus van GIO- analyse
- Niveau van het individu.
- Niveau van de groep.
- Niveau van de organisatie.
Discriminatie= een verschil tussen dingen. (Het is niet altijd negatief).
- Bv jij krijgt meer verantwoordelijkheid op werk dan een ander.
Diversiteit
- Diversiteit in de diepte= verschillen in waarden, persoonlijkheden en werk
voorkeuren.
Anciënniteit= het aantal jaren dat iemand in een organisatie dezelfde functie
uitvoert.
Belang van GIO
- GIO= toegepaste wetenschap als belangrijkste doel de effectiviteit van
organisatie te verbeteren.
- Belang voor jezelf.
Kennis opdoen van menselijk gedrag -> je eigen effectiviteit.
Het heeft een relatie met alle andere vakken die je als HBO- jurist krijgt
-> generieke kennis.
Afspiegelingsbeginsel= het gegeven dat de leeftijdsverhouding tussen werknemers
voor en na reorganisatie gelijk moet zijn.
In feite zijn er weinig belangrijke verschillen tussen mannen en vrouwen die van
invloed zijn op hun werkprestaties.
Gedrag is voorspelbaar.
- Er liggen bepaalde fundamentele wetmatigheden ten grondslag aan het
gedrag van individuen.
GIO: weinig absolute uitspraken.
- Toch is gedrag voorspelbaar, als we de contingentie variabelen weten.
- De voorwaarden die maken dat stimulans X leidt tot respons Y of juist tot
respons Z.
,Vier managementactiviteiten
1. Traditioneel management: besluiten nemen, planningen maken en controle
uitoefenen.
2. Communicatie: de gebruikelijke informatie uitwisselen en papierhandel
afwerken.
3. Humanresourcemanagement: motiveren, belonen en corrigeren, conflicten
hanteren en het werven, selecteren en scholen van personeel.
4. Netwerken: borrels en dergelijke aflopen, politieke spelletjes spelen en
contacten onderhouden met mensen van buiten de organisatie.
Systematisch onderzoek
- Het onderzoeken van verbanden tussen verschijnselen.
- Het onderscheiden van oorzaken en gevolgen.
- Conclusies baseren op wetenschappelijk bewijs.
Evidence- based management
- Maakt gebruik van uitkomsten van systematische onderzoek door
beslissingen te baseren op de meest recent wetenschappelijke bewijzen.
Fundamentele gedragswetenschappen
- Psychologie= de wetenschap die het gedrag van mensen wil meten en
verklaren.
- Sociale psychologie= bestudeerd hoe mensen in groepen elkaars gedrag
beïnvloeden.
- Sociologie= bestudeert mensen en hun gedrag in relatie tot hun sociale
omgeving of cultuur.
- Antropologie= de wetenschap die verschillende samenlevingen vergelijkt om
meer te weten te komen over mensen en hun activiteiten.
Contingentie variabelen
- Gedrag X leidt tot gevolg Y, maar alleen onder de voorwaarden die in Z
worden gespecificeerd.
Attitude= een houding die je hebt tegenover dingen, mensen, bepaald gedrag of
gebeurtenissen.
- Componenten
1. Cognitie= omvangt jouw mening of oordeel over een feitelijke toestand
waarvan je aanneemt dat je die correct waarneemt.
2. Affect= het gevoel dat het bij je oproept.
3. Gedragsintentie= verwijst naar een intentie om je op een bepaalde manier
te gedragen.
,Sociale cognitie= hoe mensen informatie selecteren, interpreteren, onthouden en
gebruiken om te oordelen en te beslissen.
Leon Festinger: cognitieve dissonantie= tegenstrijdigheden die een individu
waarneemt tussen eigen attitudes en gedrag.
- Of we iets aan onze dissonanties willen doen hangt af van verschillende
factoren.
1. Het belang van de attitudes die de dissonantie veroorzaken.
2. De invloed die je over de elementen denkt te hebben.
3. De beloningen van dissonantie.
- Attitudes volgen op gedrag.
- Mensen streven naar minimale dissonantie.
Moderatorvariabelen= factoren die de relatie kunnen versterken of verzwakken.
1. Het belang van de attitude.
2. De specificiteit van de gedragsintentie.
3. De toegankelijkheid van de attitude.
4. De aanwezigheid van sociale druk.
5. Directe ervaring met de attitude.
Diversiteit
1. Diversiteit aan de oppervlakte= gemakkelijk waarneembare verschillen.
2. Diversiteit in de diepte= verschillen in waardes, persoonlijke heden en
werkvoorkeuren.
- Kans op miscommunicatie, misverstand en conflict.
- Kans op innovatie, creativiteit en persoonlijke groei.
Stereotyperen= je een oordeel over iemand hebt op basis van jouw beeld van de
groep waartoe die persoon behoort.
Stereotypebedreiging= de mate waarin we het diep van binnen eigenlijk eens zijn
met de doorgaans negatieve stereotypering opvattingen voor onze groep.
Biografische kenmerken= zichtbare en meetbare verschillen maar, de verschillen
binnen de groep zijn groter dan verschillen tussen de groep.
- Vormen duidelijk zichtbare en meetbare verschillen tussen mensen.
Leeftijd
Gender
Functiebeperking
Etniciteit
Dienstjaren
Intelligentie
Yogyakarta- beginselen= 29 beginselen met krachtige richtlijnen om discriminatie
wereldwijd tegen te gaan.
Tck (Third culture kid)
- Vaak meertalig opgevoed.
- Hebben meer dan een indentiteit.
, Soorten discriminatie
- Discriminerende maatregelen of praktijken.
- Seksuele intimidatie.
- Intimidatie.
- Bespottingen of beledigingen.
- Uitsluiting.
- Onbeleefd gedrag.
Vermogen
1. Intellectuele vermogen= vermogens die nodig zijn om verstandelijke
activiteiten uit te voeren: denken, redeneren en problemen oplossen.
2. Lichamelijke vermogens
Functiebeperkingen= lichamelijke, zintuigelijke of andere stoornissen die het
werken (of studeren) kunnen belemmeren.
- Visuele beperkingen
- Auditieve beperkingen
- Motorische handicaps
- Psychische beperkingen
- Beperkingen door een bijzondere hersenfunctie.
- Beperkingen door een chronische ziekte.
Fysieke en intellectuele vermogens
- Intellectuele vermogens.
- Lichamelijke vermogens.
- Functiebeperkingen: zichtbaar en onzichtbaar.
Cultuur
- Cultuur met een grote C.
- Cultuur met een kleine c.
Cultuur met een grote C
- Architectuur
- Kunst
- Literatuur
- Muziek
- Theater
- Niet echt op het domein van GiO.
Cultuur met een kleine c
- Doelen op patronen van denken, voelen en handelen die wij hebben
aangeleerd.
Culturele intelligentie= het vermogen om effectief te werken met en tussen mensen
van verschillende culturen.
Cultureel diverse teams presteren of heel slecht of heel goed.
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper sanneeeeeee. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €3,49. Je zit daarna nergens aan vast.
Is Stuvia te vertrouwen?
4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)
Afgelopen 30 dagen zijn er 56326 samenvattingen verkocht
Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen