H1 De strategische plaats van inkoop in het universum
Inkoop is alles waar een externe factuur tegenover staat en wordt onder
ondersteunende processen gerekend. Hier bij zijn twee verschillende
inkoopsoorten. Bij primaire inkoop gaat het om de inkoop voor de primaire
activiteiten, zoals de productie en verkoop. Bij secundaire inkoop gaat het over
de inkoop voor de ondersteunende activiteiten.
Tactische inkoop houdt zich bezig met de eerste drie stappen van het
inkoopproces en wordt ook wel initiële inkoop genoemd;
1. Specificeren van wat er precies nodig is voor een organisatie
2. Selecteren van een of meerdere leveranciers
3. Contracteren van geselecteerde leveranciers
Na de tactische inkoop komen de drie fasen van de operationele inkoop;
1. Bestellen of afroepen van goederen en diensten
2. Bewaken van levertijden, accorderen van facturen en corrigeren van foutieve
bestellingen
3. Nazorg betreft afhandelen van claims en creditfacturen, archiveren van
besteldocumenten en evalueren van leveranciersprestaties
Porter vind dat het formuleren van een algemene ondernemingsstrategie niet
voldoende is om een voorsprong op de concurrentie te behalen. Om dit te
illustreren maakt hij gebruik van een waardeketen. Deze verdeelt de organisatie
in afzonderlijke activiteiten op het gebied van ontwerp, productie, verkoop,
levering en onderhoud van producten. Door deze activiteiten zo goedkoop
mogelijk uit te voeren, kan je concurrenten voor zijn.
De waardeketen geeft een overzicht van de waarde activiteiten verdeeld over
primaire en secundaire activiteiten en de marge die daarbij hoort. De marge is
het verschil tussen de totale waarde (opbrengst) en de gezamenlijke kosten voor
het uitvoeren van alle waarde activiteiten. De marge vormt de beloning voor het
ondernemingsrisico.
Porter maakt een onderverdeling in vijf typen primaire activiteiten;
1. Inkomende logistiek: ontvangst, ingangscontrole, kwaliteitscontrole en
opslag
2. Operationeel management : bewerken, assembleren, verpakken en testen
3. Uitgaande logistiek : verzendklaar maken en transporteren
4. Marketing en verkoop : verschillende soorten verkoop, vaststellen van
prijzen
5. Service : onderhouden van afgeleverde producten
De ondersteunende, ook wel secundaire activiteiten genoemd, zijn verdeeld over
vier typen;
1. Inkoop (procurement) : verzorgt inkoop, beschikbaar stellen van alle
goederen
2. Technologie en ontwikkeling : verbetering van productie, producten en
processen
3. Humanresourcesmanagement : mensen in dienst nemen, betalen, opleiden
en trainen
4. Infrastructuur organisatie : financiële administratie, juridische zaken
,Het rendement van een onderneming bepaalt de levensvatbaarheid. Hoe hoger
het rendement, hoe tevredener de aandeelhouders zijn. Verbetering van het
rendement verdient daarom alle aandacht en daarbij komen ook de inkoop
gebonden kosten om de hoek kijken. Figuur 1.3 laat de DuPont-chart zien, kijk
boek. Uitgaande van de DuPont-analyse kunnen inkoopbeslissingen twee
richtingen uitgaan. De ene richting gaat ervan uit dat je de marges kunt
vergroten door het realiseren van inkoopbesparingen. De andere richting zoekt
het in het verbeteren van de omloopsnelheid van het netto geïnvesteerde
vermogen door vermindering van het werkkapitaal. Combineren is het best.
Inkoop vormt een (potentiële) winstbron, maar heeft nog niet altijd de prioriteit
van het hoger management. Men investeert liever aan de verkoopzijde door extra
reclame, acties of het inzetten van meer verkopers.
Daarnaast blijkt inkoop ook een barometer voor de economie te kunnen zijn aan
de hand van de Purchasing Managers Index PMI. De PMI geeft een beeld van
de staat waarin de industrie van een land verkeert. Een selectie van industriële
inkoopmanagers in de deelnemende landen vult maandelijks een enquete in. Een
score van een PMI onder de 50,0 geeft een daling van de economische
activiteiten aan, een score boven 50,0 geeft een groeiende economie aan.
Om er achter te komen welke inkopen onder het begrip inkoop vallen, hou je een
spendanalyse die gebaseerd is op kwantitatieve informatie. De inkoper voert de
analyse uit voor de verschillende producten en diensten die de organisatie
inkoopt, daarbij kennen we enkele hoofdgroepen.
- Investeringsgoederen Goederen die niet in 1x worden afgeschreven
- Grondstoffen Materialen uit de natuur, om er iets van te
maken
- Hulpstoffen Smeermiddelen, industriële gassen,
koelvloeistoffen en zuren
- Halffabricaten Hebben enkele bewerkingen ondergaan,
worden verder bewerkt
- Componenten Geen bewerkingen meer, maken deel uit van
eindproduct, bumper
- Gereed product Producten inkopen, om gelijk weer door te verkopen
- Maintenance, Repair and Operating supplies Noodzakelijk voor functioneren,
meubilair
- Diensten Diensten inkopen
Onder kwantitatieve informatie verstaan we de boekhouding van een bedrijf. Bij
het opstellen van de boekhouding kijken ze eerst naar alle inkoopsegmenten.
Inkoopsegmenten zijn samenhangende groepen van kostensoorten. Na het
opstellen van de inkoopsegmenten voegt men deze weer samen in zogenaamde
clusters.
Zodra de gegevens uit de boekhouding beschikbaar zijn, kan men met de echte
spendanalyse beginnen. In de literatuur wordt dit ook wel ABC-analyse
genoemd en in grafiekvorm heet het een Pareto-curve De drie belangrijkste
,parameters zijn inkoopvolume, het aantal leveranciers en het aantal facturen en
schrijven deze drie uit voor alle inkoopsegmenten. De analyse maakt duidelijk
hoeveel geld de organisatie uitgeeft, voor wie dat gebeurt en aan welke
leveranciers dat wordt uitgegeven. Daarnaast biedt de analyse op basis van de
financiële omvang een eerste inzicht in de mate van invloed van
inkoopsegmenten op de kosten en de winst. Daarna kan men zien welk
inkoopsegment de meeste aandacht verdient. Kijk Figuur 1.6
Organisaties hebben vaak de behoefte aan het zo veel mogelijk flexibiliseren van
het vaste deel van de kosten. Ook willen organisaties zich meer en meer
concentreren op hun kernactiviteiten. Dit kan worden bereikt door het
uitbesteden van activiteiten. Door uitbesteding neemt het variabele deel van
de kosten en het inkoopaandeel toe. Bij een toenemend inkoopaandeel is de
keuze van de juiste leveranciers van nog groter belang vanwege de impact die
leveranciers dan hebben op de prestaties van een organisatie.
Als men het inkoopvolume tot op inkoopsegment bepaalt, kan men aan de hand
van de in kooporders en inkoopcontracten bepalen hoeveel van dit volume de
inkoopafdeling afhandelt. Is dat percentage laag, onder de 25%, dan heeft het
haar bestaansrecht binnen de organisatie niet voldoende aangetoond. Komt het
percentage hoger uit, boven de 75%, dan mag je zeggen dat de organisatie op
weg is richting Purchasing Excellence.
Naast kwantitatieve gegevens, zijn er ook kwalitatieve gegevens om de positie
van de inkoopfunctie van een organisatie te beoordelen. Hiervoor gebruikt men
het Purchasing Excellence programma. Dit is ontwikkelt door Robert Monchka,
Michigan State University. Het doel van het Purchasing Excellence programma
is via verbeterede inkoop processen de inkoopfunctie te professionaliseren en
aantoonbare kostenbesparingen te realiseren. Benchmarketing, het vergelijken
van processen, vormt hierbij een integraal onderdeel van het programma.
Het MSU-model kan het volwassenheidsniveau van de inkoopfunctie binnen
een organisatie worden vastgesteld. Op basis van deze meting worden
verbeteringstrajecten gedefinieerd om de inkoopfunctie verder te
professionaliseren. De volwassenheidsmeting wordt uitgevoerd op acht
strategische processen en zes ondersteunende processen op het gebied van
inkoop en supply management. Dit onderscheid Porter in een waardetheorie. Elk
van deze onderstaande veertien processen krijgen een cijfer van 1 op 10, op
volwassenheid beschreven.
De acht strategische processen zijn het:
1. Nemen van een besluit over inbesteden (intern) of uitbesteden
2. Ontwikkelen van een strategisch inkooppakket
3. Optimaliseren van het leveranciersbestand
4. Ontwikkelen van managen van de leveranciersrelatie
5. Optimaliseren van product/procesinnovatie en ontwikkeling
6. Integreren van leveranciers in het orderproces
7. Verbeteren van leveranciersprestaties en het bewaken en vergroten van
kwaliteit
8. Uitvoeren van strategisch kostenmanagement
De zes ondersteunende processen zijn:
1. Vaststellen van plannen en beleid voor inkoop
2. Inrichten van inkooporganisaties
3. Ontwikkelen van inkoopprocedures
, 4. Ontwikkelen van prestatie-indicatoren voor inkoop
5. Ontwikkelen van informatietechnologie voor inkoop
6. Ontwikkel van humanresourcesmanagement voor inkoop
Het inkoopactieplan is een middel waarmee een inkoopafdeling aandacht kan
claimen voor de doelstellingen van de inkoopfunctie in relatie tot de algemene
organisatiedoelstellingen. Verder kan men met het inkoopactieplan de
inkoopfunctie structureel op een hoger niveau brengen aan de hand van het
MSU-inkoopmodel. De doelstelling van een inkoopactieplan moet zijn dat met
inzet van alle denkbare middelen op alle onderdelen van de inkoopfunctie een
structurele verbetering van het inkoopresultaat mogelijk wordt. Onderwerpen die
terugkomen in het inkoopactieplan:
- Strategie de weg die naar de doelen leid
- Structuur inrichting van de verantwoordelijkheid en
bevoegdheden
- Cultuur waarden en normen binnen een organisatie
- Personeel en vaardigheden opleidingen, vakkennis, eigenschappen die
men nodig is
- Systemen en hulpmiddelen formele en informele procedures
Voor kort termijn (3jaar) gelden de volgende uitwerkingen:
- Wat wil de inkoopafdeling realiseren?
- Hoe gaat de inkoopafdeling dit tot stand brengen?
- Waarmee gaat de inkoopafdeling dit realiseren?
- Wanneer zal de inkoopafdeling deze doelen bereiken?
- Wie moeten deze resultaten tot stand brengen?
Ieder actieplan begint met een analyse van de huidige situatie. De analyse
bestaat uit twee hoofdonderdelen:
Interne analyse
- interne klanten
- beleid en processen van gehele organisatie en inkoop
- wisselwerking en relatie tussen ondernemings- en
inkoopbeleidsprocessen