Financieel theorie
Hoofdstuk 2
Wat moet er in een ondernemingsplan (foto)
1. Investeringsplan (hfst 14 en 15)
Alles wat links van de balans staat = een investering
Vb. Vraag tentamen : wat is een investering? —> alles wat links van
de balans staat
Investering —> het is van jou en het heeft waarde
2. Financieringsplan (foto)
3. Beginbalans (wat staat er op de balans als je begint) (foto)
4. Exploitatiebegroting (alle winsten en verliezen die je gaat halen dit jaar,
dus wordt je er rijker van of wordt je er armer van) (resultatenbegroting)
(film, veranderd elke dag en toekomstig)
5. Liquiditeitsbegroting (Je bank/kassaldo) (film)
Vb. Vraag tentamen —> welk hoort in het rijtje niet thuis van het
ondernemingsplan? (Bv kostprijs staat erbij)
Verschil tussen liquiditeit en exploitatie is als jij een auto koopt, gaat je
liquiditeitsbegroting enorm omlaag. Echter gebeurt er niks met je
exploitatiebegroting/resultaat, want het geld staat gelijk aan de auto dus je
wordt er niet rijker of armer van.
Vb. Vraag tentamen : waarom komen veel bedrijven in het rood te
staan?
Veel bedrijven komen in het rood te staan door de betaalethiek. Mensen
wachten met betalen tot ze zelf betaald worden.
Bij de prijs kijk je naar
⁃ Wat wil de klanten betalen
⁃ Concurrentie
⁃ Wat kost het om te maken (kostprijs)
1. Investeringsplan
Je gaat een sportwinkel beginnen, wat je nodig hebt is : pand, kassa,
inventaris, voorraad, bank, promotie, personeel, klanten, website etc.
Echter is de helft geen investering want je moet je afvragen : is het van jou /
heeft het waarde
Vb. Vraag tentamen : welke van de volgende is geen investering
⁃ Leverancier, klanten, promotie —> NIET.
⁃ Kooppand, kassa, voorraad, inventaris, bank, te vorderen BTW
—> WEL
, ⁃ Pand —> Ligt eraan of het huur of koop is
⁃ Brand / website —> ligt aan het merk, als je een bestaand
bedrijf/brand mag overnemen is het een investering, maar bij een startup
zeker niet.
⁃ Personeel —> is een lastige. Spelers van Ajax kunnen verkocht
worden, want zij zijn het kapitaal/investering. Dan zijn ze dus een investering,
maar een leraar bij de HvA is geen investering. Een speler vanuit de
jeugdopleiding staat 0 euro op de balans, ofwel niet op de balans, maar een
gekochte spits staat met volle geld op de balans.
Let op: te vorderen BTW dus een investering!!!
Vb. Vraag tentamen : Wanneer ben je eigenaar?
= Koopacte tekenen, dan ben je eigenaar
Kosten onderscheiden weten voor tentamen
⁃ Constant-Variabel
⁃ Direct - indirect
Direct = rechtstreeks verband kosten en product
Indirect = geen rechtstreekse verband
Een timmerman zijn directe kosten, verzekeringspremie/docent indirecte
kosten
⁃ De homogene massaproduct : rechtstreeks verband kosten en product
dus allemaal direct (Steenkool)
⁃ Stukproductie : Geen indirecte kosten (kunst)
⁃ Heterogene massaproductie : wel te maken met indirecte kosten (er
worden allemaal verschillende producten gemaakt)
Tentamen gevoelige vragen
Aanloopkosten maak je voordat je bedrijf start, bijvoorbeeld testen.
Hoort bij vaste activa
Voorfinanciering BTW = vlottende activa
Op het multiple choice tentamen, moet je in een financieel plan de
‘fouten’ kunnen zien.
Dus bijvoorbeeld:
⁃ Er staat iets op wat niet voldoet aan de criteria: heeft het
waarde en is het van jou.
⁃ Of er staan kosten op.
⁃ Bij ‘lening van de bank’ bij vreemd vermogen moet er altijd iets
staan van : 5% van 600000 over 5 jaar en niet alleen een bedrag