100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na betaling Zowel online als in PDF Je zit nergens aan vast
logo-home
Keuzeonderwijs Immunologie (thema 5) aantekeningen €7,49   In winkelwagen

College aantekeningen

Keuzeonderwijs Immunologie (thema 5) aantekeningen

 69 keer bekeken  2 keer verkocht

In dit document vind je mijn aantekeningen van de hoorcolleges tijdens keuzeonderwijs thema 5 over immunologie.

Voorbeeld 4 van de 49  pagina's

  • 23 januari 2022
  • 49
  • 2021/2022
  • College aantekeningen
  • Versnel
  • Alle colleges
Alle documenten voor dit vak (1)
avatar-seller
Anna15
Keuzeonderwijs - Immunologie

HC.1 - Opbouw en functie van het immuunsysteem

Behalve virussen zijn er ook bacteriën die binnenkomen via het luchtwegsysteem, het
maag/darmsysteem en de huid. Ook via de
voortplantingsorganen kunnen zij binnenkomen. Hier zijn
barrières voor:
● Mechanisch: epitheelcellen spelen een belangrijke rol
die verbonden zijn door tight junctions en vormen een
directe barrière. Ook is er een longitudinale luchtflow
aanwezig. Dit is ook bij de darm. Cilia spelen een rol
op verschillende plaatsen.
● Chemisch: Surfactant, lage pH, enzymen, enzymen in
saliva (lysozymen)
● Microbiologisch: normal microbiota (competitie met
pathogenen en stimulatie van epitheel tot secretie van
antimicrobiële peptiden)

Kinetiek
Er zijn een aantal fasen die we kunnen onderscheiden:
● Innate immunity: reageert het snelst op een immuunsysteem. Reageert met productie van
factoren die al klaar liggen (0-4 uur na infectie).
● Early induced innate response: activatie van effectorcellen en moleculen. Deze duurt binnen
4-96 uur.
● Adaptieve immuunsysteem: resulteert uiteindelijk in effectorcellen die antilichamen maken of
T-killer cellen. Dit duurt langer dan 96 uur. De B- en T-cellen zijn de belangrijke cellen die hier
een rol spelen.

Het lichaam reageert op schade met acute inflammatie die gekenmerkt wordt door een aantal
factoren: pijn, roodheid, warmte, zwelling en functieverlies. Bij inflammatie moeten er een aantal
dingen gebeuren: systeem van vijf R’s
● Recognition: innate en adaptive immuunsysteem activeren inflammatie
● Recruitment: cellen moeten bij elkaar komen
● Removal: neutralisatie van de stimulus
● Regulation: regulatie van de immuunrespons
● Restoration: herstel, soms met fibrose, van de situatie

Leukocyten in het bloed bestaan uit verschillende typen: polymorfe nucleaire cellen, eosinofiele
granulocyten, basofiele granulocyten, lymfocyten, monocyten, neutrofiele granulocyten. Neutrofiele
granulocyten zijn de grootste groep en komen van het innate immuunsysteem.

Innate vs adaptive
Het adaptive immuunsystem bevat B-cellen en T-cellen die receptoren hebben die ontstaan door
recombinatie. Bij het innate immuunsysteem zijn de receptoren genome-encoded. Bij de innate cellen
heb je macrofagen en dendritische cellen (presenteren antigenen aan adaptieve immuunsysteem).
Hiermee vormen ze de brug tussen innate en adaptive cellen.

Antigenreceptoren van innate en adaptive zijn hetzelfde opgebouwd. Ze bestaan allebei uit een
constant en variabel deel. Zij ontstaan door recombinatie. Een aantal gensegmenten zijn V, D, J en C.
Hier wordt een ketting van gemaakt die in een unieke combinatie gelegd wordt. Dit
recombinatieproces vindt plaats om antilichamen te vormen en ook bij T-celreceptoren.

,Er zijn losse antigenen en celgebonden antigenen. De losse antigenen noemen we de humorale
respons en dit zijn o.a. B-lymfocyten. De T-lymfocyten herkent de celgebonden antigenen = cellulaire
immuunrespons. De dendritische cel presenteert het antigeen aan de T-cel.

Cellulaire immuunrespons
Er zijn een aantal stappen:
● Activatie: De T-cel met het MHC-molecuul wordt geactiveerd
● Co-stimulatie
● Cytokinen gemaakt waardoor de cel gaat differentiëren tot effector cel
Bij CD8+ cellen wordt IL-2 gemaakt die ervoor zorgt dat de cel gaat prolifereren en differentiëren.

De CD4+ T-helpercel wordt geactiveerd door de drie stappen is hij in staat andere cellen ook te
activeren. Hij kan de B-cel helpen om verder uit te rijpen en de B-cel is dan ook geactiveerd. Ook kan
de CD8+ T-cel geactiveerd worden nadat hij geactiveerd is door de APC door de CD4+.

Dit gebeurt allemaal in de lymfoïde organen. Primaire lymfoïde organen zijn thymus en beenmerg.
Secundaire lymfoïde organen zijn de andere lymfoïde organen. Lymfeklieren draineren het weefsel.

De lymfeklier brengt de cellen bij elkaar. Hij is opgebouwd uit:
● Outer cortex: follikels
● Paracortex
● Medulla
De afferente lymfeklieren is waar het lymfe binnen komt en de efferente klieren is waar het lymfe de
klier weer verlaat. B-cellen zitten in de buitenste rand (outer cortex). De T-cellen zitten in de
paracortex. De macrofagen liggen aan de rand. B-cellen zitten dus in de follikels maar ook in de
medulla. De dendritische cellen zitten in de paracortex. B-cellen gaan uiteindelijk uitrijpen tot
plasmacel en gaat antistoffen maken. T-cellen helpen de B-cellen en vormen cytotoxiciteit.

Fibroblast-achtige cellen zitten in ieder orgaan. In de lymfeklier noemen we het de reticulumcellen en
zij vormen een weg met buisjes waardoor de cellen makkelijker kunnen migreren. Folliculaire
dendritische cel is een andere cel, is van fibroblastische afkomst, en presenteert antigenen in het
centrum van de follikels.

Er zijn ook cellen in ieder orgaan. In ieder
orgaan zitten macrofagen en dendritische
cellen. In de huid is ook nog een aparte
populatie cellen: Langerhans cellen. Zij
vormen een netwerk die antigenen
kunnen oppakken en deze celgebonden
naar de lymfklieren kunnen brengen.

Aan het randje van de lymfeklier zit een
hele losmazige structuur waar de cellen
doorheen kunnen.

Cellen die kanaaltjes vormen = conduits. Dit zijn een soort snelwegen. 15-30 seconden na een
antigeenblootstelling is dat antigeen al in zo’n lymfeklier. Cel-gebonden kost meer tijd (18-24 uur).




De lymfeklier wordt ook doorbloed door een arterie en een vene. Er is en hele specifieke structuur =
hoog endotheliale venule. Dit is de plek waar cellen uitstappen uit de bloedbaan in de lymfeklier. Dit is
de lymfocyt extravasatie die bestaat uit meerdere stappen:

, 1. Entry
2. Rolling
3. Integrin activatie
4. Vaste adhesie
5. Diapedesis
Chemokinen = chemotactische cytokinen. Zij regelen het ‘verkeer’. CCL21 en CCL19 worden in de
paracortex gemaakt die naïeve T-cellen en centrale memory T-cellen aantrekken. Daar, op die plek,
zullen deze cellen dus uittreden. Ook verkeer buiten de lymfeklieren worden door chemokinen
gedaan. Langerhans cellen worden aangetrokken vanuit de huid naar de lymfeklier. Als zij antigenen
opgenomen hebben veranderen ze hun chemokinen zodanig dat ze makkelijk aangetrokken worden
tot de lymfeklier. CXCL13 bevindt zich in de outer cortex en trekt B-cellen aan.

Dendritische cellen hebben veel uitlopers om
zoveel mogelijk contact te maken met T-
cellen die eromheen liggen.

De dendritische cel in continu bezig.
Dendritische cellen bewegen heel langzaam
in het T-cel gebied, maar hun uitlopers zijn
heel actief. De T-cellen bewegen sneller dan
de dendritische cellen. De Dendritische cel
heeft ongeveer met 250 T-cellen tegelijkertijd
contact. Dit resulteert in 95% kans dat binnen
6 uur een antigeen specifieke T-cel wordt
geactiveerd.


Samenvatting van primaire immuunrespons
1. Enkele antigeenspecifieke T-celclusters rond DC in paracortex + reductie van oppervlakte
IgM in antigeenspecifieke folliculaire B-cellen
a. Dag 1
2. Hoger aantal antigeenspecifieke T-celclusters rond DC in paracortex + interactie van
antigeenspecifieke T- en B-cellen in follikels
a. Dag 2
3. Hoger aantal antigeenspecifieke T-celclusters rond DC in paracortex + hoger aantal Ag-
specifieke T-cellen in follikels + hoger aantal Ag-specifieke B-celclusters in follikels + migratie
van geactiveerde B-cellen naar de medulla
a. Dag 3-4
4. Ig-secreterende plasmacellen in mergstrengen + vorming van B-cel follikelcentra
a. Dag 4-6

Stappen van lymfocyten maturatie:
● Rustende lymfocyt: klein, gecondenseerd chromatine
● Geactiveerde lymfocyt: wordt groter
● Plasma cel: nog groter, groot cytoplasma, negatief Golgi-systeem en heterochromatine
In de follikel vinden een heleboel moleculaire processen plaats en er wordt gecontroleerd of cellen
goed zijn en er gaan ook een hoop cellen dood. De B-cel kan testen op het folliculaire dendritische cel
of hij goed is of niet.

Memory
Je hebt primary en secondary immune respons. Na de eerste blootstelling van een antigeen zie je
een piek in antistoffen, omdat naïeve B-cellen uitrijpen tot plasmacellen. Zij maken vervolgens
antistoffen. Bij de tweede blootstelling aan een antigeen:

, ● Kortere latentieperiode
● Langere productie van antistoffen
● Hogere antistof concentratie
● Verschillende isotypen
● Verhoogde antistof affiniteit
Lymfocyten recirculeren en zwerven dus constant door het lichaam heen. Bij een infectie in de voet
zorgt de drainerende lymfeklier voor activatie. Cellen worden geactiveerd en verlaten de lymfeklier en
gaan naar het hart. Via de ductus thoracicus komt het lymfe weer in de bloedbaan.

De milt is eigenlijk de lymfeklier van het bloed. De milt filtert al het bloed dat door je
lichaam gaat. Niet alle antistof-contacten leiden tot een immuunactivatie. Het
immuunsysteem is er vooral om tolerantie te induceren. Functioneel inactivatie van auto-
reactieve of teveel → auto-immuunziekte. Dit heb je op twee niveaus:
● Centraal: in primaire lymfoïde organen zoals thymus en beenmerg
○ Vooral via klonale deletie
● Perifeer: in secundaire en perifere organen via
○ Activatie-geïnduceerde dood
○ Immuniteit negeren (door geen co-stimulatie)
○ Suppressie (vooral door Treg)
○ Gelijke inhibitie (bijvoorbeeld TH1 en TH2 die elkaar inhiberen)

Er zijn verschillende soorten T-helper cellen: TH1 en TH2-cellen. TH1-cellen zijn
cytokineproducerende cellen die een set cytokinen maakt. TH2 maakt andere cytokinen. TH1 maakt
bijvoorbeeld IFN-gamma, IL-10, IL-3 en GM-CSF en is zorgt daarnaast voor expressie van de
receptoren voor IL-12-beta en van IL-18. De macrofaag-activatie door TH1 wordt beschouwd als
klassiek. TH2 produceert IL-4, IL-5, IL-13, IL-10, IL-3 en GM-CSF en breng geen cytokine-receptoren
tot expressie. De macrofaag-activatie door TH2 wordt beschouwd als alternatief.

Dit heeft te maken met de verschillende functies van de
cellen. TH1 is vooral voor cellulaire immuunrespons en
TH2 voor humorale respons. In een normale situatie zijn
ze in evenwicht. Als je teveel cellulaire immuniteit =
auto-immuniteit. Heb je te veel humorale immuniteit =
allergie. Er is nog een balans: balans tussen immuniteit
en tolerantie. Er zijn namelijk ook T-suppressorcellen
die suppressie van het immuunsysteem geven. Deze
moeten in balans zijn met de effectorcellen.

Het cytokine milieu bepaald wat voor T-cel er is.
Bijvoorbeeld: door IL-4 krijg je een TH2-cel. Dat komt
doordat IL-4 zorgt voor bepaalde transcriptie van genen
waardoor de cel die ene kant op wordt gestuurd.

Take home messages
● Adaptieve immuunsysteem initieert een snelle en directe respons
● Lymfeklieren zijn super belangrijk omdat ze APC en lymfocyten bij elkaar brengen
● Activatie van adaptieve immuunsysteem is een step-wise proces
● Adaptieve immuunsysteem heeft geheugen (innate heeft ook wel een klein beetje geheugen)
● Adaptieve immuunreacties zijn gebalanceerd
● Antigeenpresenterende cellen spelen een belangrijke rol in het reguleren van
immuunresponses

Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Verzekerd van kwaliteit door reviews

Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!

Snel en makkelijk kopen

Snel en makkelijk kopen

Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.

Focus op de essentie

Focus op de essentie

Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!

Veelgestelde vragen

Wat krijg ik als ik dit document koop?

Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.

Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?

Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.

Van wie koop ik deze samenvatting?

Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper Anna15. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.

Zit ik meteen vast aan een abonnement?

Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €7,49. Je zit daarna nergens aan vast.

Is Stuvia te vertrouwen?

4,6 sterren op Google & Trustpilot (+1000 reviews)

Afgelopen 30 dagen zijn er 67474 samenvattingen verkocht

Opgericht in 2010, al 14 jaar dé plek om samenvattingen te kopen

Start met verkopen
€7,49  2x  verkocht
  • (0)
  Kopen