Colleges Media & Maatschappij
Hoorcollege 1: inleiding
Waarom kritische mediatheorie?
Representatie = voel ik mij gezien, hoe herken ik mijzelf erin.
3 vormen van aanpak:
- Social science: menselijk handelen is complex maar voorspelbaar
- Interpretatieve: aandachtig te bestuderen van teksten
- Critical: niet geïnteresseerd in voorspellen wat mensen gaan doen, maar we zien
onszelf als onderdeel van de maatschappij
‘’Critical theories are concerned with how the construction of social relationships is
embedded in the exercise of power.’’ (Carah & Louw p. 7).
Machtsrelaties zijn verstrengeld met media: voorbeeld Grease, Brexit Boris Johnson &
Donald Trump. Politiek commentaar.
“Critical theories offer ways of developing a detailed understanding of the relationship
between meaning and power. This relationship is the business of professional
communication. ‘’ (Carah & Louw p. 7).
Kernconcepten
- Betekenis/macht:
1. Ideologie = iets waar je voor kiest, bewust van politiek, macht, betekenissen. Ik
heb bepaalde waarden en ideeën. Begint wanneer jouw ouders jouw geboorte
vieren met roze/blauwe ballonnen. Dan ben jij al onderdeel van ideologie. Is
afhankelijk van de samenleving waarin jij opgroeit. De waarde die jij
vanzelfsprekend krijgt in de maatschappij zonder daar kritisch over na te denken.
2. Hegemonie = meesterschap. Macht werkt op basis van overtuiging, niet op basis
van dwang. Overtuiging dat het systeem zoals dat is, het beste systeem is en dat
je daar geen vragen over hoeft te stellen. Als je opzoek gaat naar de beste,
goedkoopste hypotheek betekent dat, dat hegemonie heeft gewerkt. Proberen
macht uit te drukken d.m.v. te overtuigen, maar er is altijd tegenspraak.
3. Discours = de manier waarop de woorden die wij ergens voor gebruiken, realiteit
construeert. Een voorbeeld is dat er mannen en vrouwen wc’s zijn. dat er twee
geslachten zijn is iets dat als normaal wordt gezien, maar wat nou als iemand zich
gender neutraal voelt?
Winkels bevestigen de rollen die jij kunt spelen: winkels die volhangen met ‘’prinsessen-
merchandise’’. Allemaal in hun eigen ideologische wereld: geen contact met elkaar.
Macht en betekenis in media:
1. Representatie = het presenteren/herproduceren van mensen. Als je een bepaald
soort iemand niet in je film laat voorkomen, wordt die identiteit ook niet
, aangesproken. In veel films komen geen vrouwen van 50 jaar voor, omdat de film
niet voor die doelgroep bedoeld is.
Organisatie van mediamacht:
1. Cultuurindustrie = de manier waarop cultuur wordt gemaakt, gebeurt door:
2. Professionele communicators
21e eeuw: verschuiving van massacultuur naar participatiemaatschappij. Onderscheid tussen
vroeger: zagen we allemaal hetzelfde. Tegenwoordig: algoritme.
Vragen bij artikel “how to read Iron Man”:
Wat voor soort vraag wordt er gesteld?
Is Iron Man een afspiegeling van de Amerikaanse machten?
Waar probeert de auteur ons van te overtuigen?
Iron Man ondersteunt dus de Amerikaanse economische macht, de militaire macht in de VS
en culturele macht.
Wat voor argumenten zet hij in?
Iron Man levert heel veel geld op voor de Hollywood industrie, het is in samenwerking
gemaakt met de DOD en houdt “militainment” in stand en het steunt het buitenlandse
beleid van Amerika
Waarom zou je dit een vorm van ideologiekritiek kunnen noemen?
Iron Man geeft de ideologie van Amerika weer en in dit artikel wordt het met een kritische
blik aan het licht gebracht
Kernbegrippen:
- Meaning: betekenis staat nooit vast – op basis van sociale en culturele concepten
kan betekenis veranderen
- Discursieve formatie: binnen bepaalde instituten heb je bepaalde discursieve
formaties, op de uni praat je bijvoorbeeld formeler dan in de kroeg. Vindt niet alleen
binnen instituten plaats maar ook in de samenleving. Bijvoorbeeld grappen maken
over homo’s wordt in sommige samenlevingen wel en in sommige niet geaccepteerd.
Laat zien wat er normaal wordt gevonden in de samenleving of in een instituut en
wat niet.
- Mediatisering: communicatieprocessen gaan steeds meer via media. vroeger
haalden mensen informatie uit gesprekken, debatten, etc. tegenwoordig halen
mensen hun informatie uit de (sociale) media.
Massih stelt dat macht gaat om macht en organisatie van mensen. Hij vindt dat mensen die
nu de macht hebben sukkels zijn die geen verstand hebben van mensen die ze niet kennen,
maar dat je een nog grotere sukkel bent als je niet stemt om er iets aan te veranderen.
Mark Rutte zegt dat de macht bij de samenleving ligt en dat we met zijn alle iets aan de
problemen moeten doen. Door gebruik te maken van woorden zoals ‘wij’ identificeert Mark
Rutte zich met de ‘normale’ Nederlander.
, Analyse opdracht Temptation Island:
Hoe kun je op basis van deze twee filmpjes in kaart brengen hoe mannelijkheid en
vrouwelijkheid worden geconstrueerd? Hoeveel variatie bestaat er binnen deze
categorieën?
Ideaalbeeld mannelijkheid:
- Tattoos
- Gespierd lichaam
- Stoer
Ideaalbeeld vrouwelijkheid:
- Mooie billen
- Mooie borsten
- Zelfverzekerd
- Lust object
- Piercings
- Nepheid
- Popjes
Hoorcollege 2 – belangrijke slides
Waar komt macht vandaan?
Toegang tot middelen, om jezelf te kunnen profileren, om imago op te bouwen.
Sociale posities, door de juiste mensen te kennen, door de juiste discours te
gebruik kun je jezelf opwerken op de sociale ladder en macht krijgen
Gebruik van taal (discours), als je mensen goed kan overhalen, tot dingen kan
aanzetten
Dominante groepen behouden macht door:
(dreiging van) geweld, sancties
Legitimiteit creëren, men accepteert dat er een dominante groep is en die groep
is dus legitiem
Rutte Massacommunicatie
Eenrichtingsverkeer (top down)
Belangen heersende klassen worden vanzelfsprekend
Media bepalen de discussie
Tegenstrijdigheden (dialectiek) worden onzichtbaar gemaakt
Commerciële cultuurindustrie
“most of the media we consume on a daily basis is produced by an organization that
intends to make a profit from us as an audience” (Carah & Louw p.41)
Cultuurindustrie is dus eigenlijk altijd ‘biased’, want het moet het publiek informeren
maar ook entertainen
De interactieve cultuurindustrie
“new technologies might make it technically possible to say whatever we like; it
appears though that most people either circulate ideas already produced by the