Psychopathologie
---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Delier
Definitie Delier
- Een acute, voorbijgaande, wisselend verlopende psycho-organische stoornis
- Gekenmerkt door het falen van het cerebrale metabolisme ( door een stofwisseling in
de hersenen, bijvoorbeeld door een infectie) (neuropsychiatrisch).
- Op basis van een somatische aandoening of intoxicatie
- Een delier is een syndroom, een groep verschijnselen die vaak samen voorkomen.
Verpleegkundige diagnose
‘het plotseling optreden van fluctuerende verstoringen van bewustzijn, aandacht,
waarneming, geheugen, oriëntatievermogen, denken, slaap-waakritme en psychomotorisch
gedrag’
Oorzaken Delier:
- Slechte voedingstoestand en deficiënties
- Intoxicaties met medicijnen of alcohol
- Onttrekkingsreactie: alcohol, sedativa, opiaten (als je dan opeens stopt met veel
drinken)
- Cardio-vasculaire stoornissen
- Respiratoire insufficiëntie = gasuitwisselende stoffen bij de longen
- Plotseling ontstane anemie = bloedstoornissen
- Wanneer sprake is van een groot trauma
- Endocriene stoornissen, zoals DM, hyperthyreoïdie
- Metabole stoornissen, zoals uremie, leverfunctiestoornissen
- Ruimte-innemende processen in de schedel, zoals tumoren e.d.
- Beschadiging van de hersenen
- Infecties
- Het ondergaan van een grote operatie
Risicofactoren:
- Leeftijd boven 60 jaar
- Visus- en/of gehoorstoornissen
- Zelfverwaarlozing
- Misbruik van alcohol, drugs of medicamenten (of in de voorgeschiedenis)
- Polyfarmacie = gebruik van 5 of meer geneesmiddelen
- Verandering van meer dan drie geneesmiddelen op een dag
- Dementie
- Delier in de voorgeschiedenis
- Bestaande - of vroegere psychiatrische stoornissen
Beïnvloedende factoren:
- Angst, stress (bijv. rond een ziekenhuisopname/ operatie)
- Slaapproblemen
- Slechte voedingstoestand
- Te weinig of juist overprikkeling van de zintuigen
, - Blaasretentie of obstipatie
- Hevige pijn / koorts
- Immobiliteit
Voortekenen:
- Slapeloosheid
- Rusteloosheid
- Nachtmerries
- Lichte desoriëntatie
- Moeite met begrijpen
- Schrikachtigheid
- Achterdocht
- Angst
- Verlies van structuur/ orde in kleding, bed, kast
Kenmerken/symptomen:
1. Verstoring van het bewustzijn
2. Verstoring van oriëntatie en waarneming
3. Verstoring in denken en stemming
4. Verstoring van lichaamsfuncties
5. Neurologische symptomen
1. Verstoring bewustzijn:
- Wisselend in helderheid
- Verhoogde of verlaagde waakzaamheid
- Verminderd vermogen tot concentratie en de aandacht vast te kunnen houden
2. Verstoring van orientatie en waarneming
- Gestoorde oriëntatie m.n. in plaats en tijd
- Stoornissen in de inprenting (vergeetachtigheid)
- Persoonsmiskenningen (een bekend persoon wordt voor onbekend aangezien of
andersom)
- Illusionaire vervalsingen en hallucinaties (Mensen/dieren/dingen zien, voelen,
horen, die er niet zijn) = illusionaire vervalsing is dat je denkt dat er iets is wat er
niet is en hallucinatie is dingen die je waarneemt die er niet zijn.
- Achterdocht
3. Verstoring in denken en stemming
- Versneld of vertraagd denken, onsamenhangend, ongericht
- Angst
- Somberheid
- Agitatie
- Overgevoeligheid voor licht en geluid
- Boosheid
4. Verstoring van lichaamsfuncties
- Verwijde pupillen
- Tachycardie
- Hypertensie
, - Transpireren
- “Plukken”
- Vaak motorische onrust, met name ‘s nachts
5. Neurologische symptomen
- Oogbeving (nystagmus)
- Uitspraakstoornis (dysartrie)
- Coördinatiestoornissen bij het lopen (ataxie)
- Myoclonieën (spiersamentrekkingen
- Tremoren
Taken van de verpleegkundige:
- Vroegtijdig signaleren van delirant gedrag (bijv. d.m.v. DOS schaal)
- Zorg dragen voor bescherming van de patiënt (att. Beschermende maatregelen)
- Familie informeren en begeleiden
- Treffen van preventieve maatregelen (zie volgende slides)
- Zie omgangsadviezen
Preventieve maatregelen:
- Herhaling oriëntatie
- Herhaling en stimulatie cognitieve functies
- Maatregelen treffen t.b.v. een goede slaap
- Mobilisatie, oefeningen
- Tijdig verwijderen van katheters, slangen (van bijv. O2) en fixatie
- Gebruik bril, gehoorapparaat of juist oordopjes
- Vocht toedienen
- Verminderen herrie, licht
Omgangsadviezen:
- Ondersteunen van de realiteit en de oriëntatie (kalender, klok ,krant)
- Emotionele ondersteuning
- Prikkeldosering
- In ziekenhuis: eenpersoonskamer
- Foto’s van bekenden
- Let op bril en gehoorapparaat
- In contact letten op oogcontact
- Bij de naam noemen
- Op oogniveau gaan zitten
- Leg uit wie je bent en wat je gaat doen
- Vertel de dag en het tijdstip
- Leg uit waar de patiënt is
- Korte, duidelijke zinnen, wees concreet
- Controleer of je begrepen wordt
- Leg uit welke geluiden te horen zijn en wat dat is
- Verklaar de verwardheid
- Niet meegaan in hallucinaties
- Bij agressie: rust, vriendelijkheid, neutraliteit, zo nodig beschermende maatregelen
, Behandeling:
- Opsporen van organische oorzaak en deze behandelen
- Medicatie: psychofarmaca, zoals Haldol en Temesta
Schizofrenie
= Ernstige psychiatrische ziekte, die zich meestal tussen het 15de en 30ste levensjaar voor
het eerst openbaart. Waarin de zorgvrager zich bevindt in de meest ernstige psychose.
- Schizofrenie is een ziekte v/d hersenen. (kan je aantonen in de hersenen)
- Schizofrenie is de meest ernstige psychotische stoornis
- Schizofrenie is, zover nu bekend, niet te genezen, maar vaak wel redelijk onder
controle te houden.
- De eerste verschijnselen doen zich vaak voor tussen het zestiende en het dertigste
levensjaar
- Schizofrenie is niet cultuurgebonden> (komt overal op wereld in ongeveer gelijke
mate voor)
- Schizofrenie is niet sekse specifiek
Misverstanden rond schizofrenie:
- Mensen die aan de ziekte lijden hebben:
- Geen gespleten persoonlijkheid
- Geen hersenen die gespleten werken
- Schizofrenie wordt niet veroorzaakt door de manier waarop ouders, of m.n.
moeders met hun kinderen omgaan.
- Schizofrene mensen zijn over het algemeen niet agressief.
- Intelligentie is geen maatstaf, je kan schizofreen zijn en gw hartstikke slim.
De kern:
- Het denken, het gevoelsleven en het gedrag van de persoon zijn ernstig verstoord.
Prevalentie:
- 1% van de bevolking gediagnosticeerd.
- 25% “herstelt”.
- 50% kan zich maatschappelijk handhaven
- 15% is aanmerkelijk invalide
- 10 % eindigt met suïcide
Klinisch beeld:
De eerste verschijnselen lijken op gedragingen die in de puberteit normaal zijn, zoals
dagdromen, terugtrekgedrag, overgevoelige reacties, apathisch reageren.
- Patiënt uit zich vaak chaotisch en bizar.
Schizofrenie wordt gekenmerkt door: > in toets
- Negatieve symptomen (negatieve symptomen blijven er altijd, meer/minder)
- Positieve (psychotische) symptomen (positieve symptomen blijven tijdelijk,
psychotische symptomen gaan dan weg > psychose zelf gaat dan weg.) Normale
psychose hebben meestal een positieve symptoom, want het gaat na een tijdje weg.