INLEIDING OP HET JAARREKENINGENRECHT
Relevante actoren in het jaarrekeningenrecht
Ondernemingen
Bestuurders (verantwoordelijk, verplicht om een jaarrekening op te maken) commissarissen (toezien dat de
jaarrekening tijdig wordt opgemaakt), aandeelhouders (stellen de jaarrekening uiteindelijk vast).
Opstellers van jaarrekeningvoorschriften
o Formele wetgevers
Nationaal: regering en parlement
Europees: Europese Commissie, lidstaten en Europees Parlement
o Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ): een niet-wettelijk orgaan dat een bundel uitbrengt met allerlei
voorschriften over hoe een jaarrekening eruit zou moeten zien.
o International Accounting Standards Board (IASB): vaardigt internationale jaarrekeningvoorschriften uit.
Toezichthouders, zoals de AFM en de Nederlandsche Bank
Accountants(organisatie)
o Big Four: Deloitte, EY, KPMG en PwC
o Overige accountantsorganisaties die ‘wettelijke controles’ (mogen) verrichten (vergunningstelsel). In de wet is
voorgeschreven dat jaarrekeningen van (middel)grote ondernemingen gecontroleerd moeten worden door
accountants.
Waar kan het jaarrekeningenrecht in wetgeving worden gevonden?
Titel 9 van Boek 2 BW
o Formele bepalingen: administratieplicht, termijnen voor opmaken jaarrekening, termijnen voor openbaar
maken jaarrekening via Kamer van Koophandel (handelsregister)
o Materiële bepalingen: inhoud van de jaarrekening
o Jaarrekeningprocedure: procedure bij de Ondernemingskamer om te klagen over de inhoud van de financiële
verslaggeving
Europese IAS-verordening (2005): mechanisme dat internationale jaarrekeningvoorschriften verplicht voorschrijft voor
geconsolideerde jaarrekening beursvennootschappen.
Sectorale wetgeving: in bepaalde sectoren vind je voorschriften van jaarrekeningenrecht. Bijv. Wet op het hoger
onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (met daarop gebaseerde Regeling verslaggeving onderwijs) en Wet toelating
zorginstellingen (met daarop gebaseerde Regeling verslaggeving WTZ).
Wet op het financieel toezicht (Wft)
Voor financiële ondernemingen/beursvennootschappen gelden aanvullende publicatieverplichtingen:
o Halfjaarcijfers publiceren, kortere termijnen
o Openbaarmaking van beloningen aan bestuurders in bestuursverslag
Wet toezicht financiële verslaggeving (toezicht van de AFM op financiële verslaggeving beursvennootschappen)
Wet toezicht accountantsorganisaties (toezicht van de AFM op accountantsorganisaties)
Op het terrein van het jaarrekeningenrecht doen zich met name Europese ontwikkelingen voor. Eén van die ontwikkelingen is
dat er steeds meer aandacht komt voor duurzaamheid in de financiële verslaggeving: hoe kan men in businessmodellen de
economische impact laten zien van het gegeven dat het klimaat aan het veranderen is? Voor een verzekeraar doet het er bijv.
toe hoe groot de kans op een overstroming is. Daarnaast doen zich internationale ontwikkelingen voor, zoals de IAS-verordening
die ertoe dient om tegenstrijdige jaarrekeningvoorschriften te laten verdwijnen. Deze wereldwijde standaard is in tal van landen
vrijwillig overgenomen.
Bij veel procedures kunnen jaarrekeningen, of cijfers op basis daarvan, een rol spelen. Zo klaagt men steeds meer het werk van
accountants tuchtrechtelijk aan. Ook houdt de AFM bestuursrechtelijk toezicht op accountants(organisaties) en kan het boetes
opleggen als zij de kwaliteit niet op orde hebben, maar wel over een vergunning beschikken. Daarnaast spelen jaarrekeningen
een rol bij procedures over overnames en fusies, maar ook bij procedures over misleidende financiële verslaggeving.
1
, HOOFDSTUK 1
De stakeholders die geïnteresseerd zijn in de financiële gang van zaken van een onderneming zijn: het management (directie
en raad van bestuur), toezichthouders (Raad van Commissarissen), eigenaren van de onderneming (aandeelhouders), vreemd
vermogensverschaffers (schuldeisers), werknemers(organisaties), afnemers en leveranciers, de fiscus en actie- en
pressiegroepen (bijv. vanwege milieu en diversiteit)
De (enkelvoudige) jaarrekening
De (enkelvoudige) jaarrekening bestaat uit:
De balans
De winst- en verliesrekening (resultatenrekening)
De toelichting (op de balans en de winst- en verliesrekening)
De jaarrekening geeft inzicht in de financiële positie (middels de balans, hetgeen een momentopname is) en het resultaat
(middels de winst- en verliesrekening, gaat daarentegen over bepaalde periode) van de onderneming.
De balans
Een balans geeft een overzicht van bezittingen, eigen en vreemd vermogen van een onderneming op een bepaald moment.
Vaste activa: gaan langer dan één productieproces (of één jaar) mee
Vlottende activa: gaan één productieproces (of één jaar) mee
De winst- en verliesrekening
Een winst- en verliesrekening (resultatenrekening) geeft een overzicht van kosten, opbrengsten en resultaat (winst of verlies)
over een bepaalde periode.
Scontrovorm: Staffelvorm:
Kosten: geldswaarde van de (doelmatig) opgeofferde productiemiddelen.
Opbrengsten: vergoeding voor geleverde goederen of verleende diensten omzet (afzet * prijs)
Het resultaat (winst of verlies) verandert het eigen vermogen.
Privémutaties (privéinbreng en privéonttrekking) veranderen het eigen vermogen. Privémutaties mogen niet worden
opgenomen in de winst- en verliesrekening.
Het resultaat van een onderneming kan worden bepaald door:
Winst- en verliesrekening
Vermogensvergelijking
Vermogensvergelijking
EV 1.1.2020 + winst 2020 + privé-inbreng 2020 – privé-onttrekkingen 2020 = EV 1.1.2021
Staat van baten en lasten
Geeft een overzicht van kosten, opbrengsten en
(exploitatie)resultaat van een niet-commerciële organisatie
over een bepaalde periode. Bijv. een gemeente of museum.
Twee vormen: scrontrovorm en staffelvorm.
2
, Liquiditeitsoverzicht
Een overzicht van ontvangsten en uitgaven over een bepaalde periode.
Ontvangsten: toename van liquide middelen
Uitgaven: afname van liquide middelen
Kasstroomoverzicht: overzicht van de liquide middelen die in een periode beschikbaar zijn gekomen en van het gebruik dat van
deze liquide middelen is gemaakt. Het kasstroomoverzicht geeft een verklaring voor de mutatie in de liquide middelen die in een
bepaalde periode (meestal 1 jaar) is opgetreden.
Ontvangsten/opbrengsten?
Ontvangst van debiteuren: wel ontvangst, géén opbrengst
Contante verkoop van goederen: wel ontvangst, wel opbrengst
Verkoop goederen op rekening, géén ontvangst, wel opbrengst
Privéstorting: wel ontvangst, géén opbrengst
Opnemen van een lening: wel ontvangst, géén opbrengst mutatie liquide middelen en eigen vermogen
Uitgaven/kosten?
Aankoop van vaste activa: wel uitgave, géén kosten
Vooruitbetaalde verzekeringspremie: wel uitgave, géén kosten
Betaling aan crediteuren: wel uitgave, géén kosten
Aflossen op lening: wel uitgave, géén kosten
Afschrijvingskosten: géén uitgave, wel kosten
Laten verrichten van diensten op rekening: géén uitgave, wel kosten
Voorziening: géén uitgave, wel kosten
Inkoop van goederen op rekening: géén uitgave, géén kosten mutatie voorraad en crediteuren
Contant betaalde vrachtkosten: wel uitgave, wel kosten
De aan het eind van een periode betaalde nettolonen: wel uitgave, wel kosten
Huisvestigingskosten: wel uitgave, wel kosten
Huur: wel uitgave, wel kosten
Rente op lening (interestkosten): wel uitgave, wel kosten
Privéonttrekking: wel uitgave, géén kosten mutatie liquide middelen en eigen vermogen
Dividend: wel uitgave, géén kosten
Vennootschapsbelasting: wel uitgave, géén kosten
3