Samenvatting KERN ABC periode 5 (KTF5)
Inhoud
Les 1a – Kennismaken met het werkveld geestelijke gezondheidszorg..................................................2
Les 1b – Resultaten en Beschrijvende statistiek.....................................................................................3
Les 1c – Kennismaken met motiverende gespreksvoering.....................................................................6
Les 2a – Sociale wijkteams......................................................................................................................8
Les 2b – Journal Club interventie onderzoek..........................................................................................9
Les 2c – Helpen bij verandering..............................................................................................................9
Les 3a – E-Health, thuis te verbeteren?..................................................................................................9
Les 3b – Werkles peer feedback resultaten..........................................................................................10
Les 3c – In gesprek met Dirk/Irene van Boek........................................................................................10
Les 4a – Ketenzorg................................................................................................................................10
Les 4b – Journal Club kwalitatief onderzoek.........................................................................................13
Les 4c – In gesprek met dhr./mevr. De Zwart.......................................................................................13
Les 5a – In gesprek met Evelien............................................................................................................13
Les 5b – Journal Club Diagnostisch onderzoek.....................................................................................13
Les 5c – Herstel Ondersteunde Zorg (HOZ)...........................................................................................13
Les 6a – In gesprek met Johan..............................................................................................................16
Les 6b – Werkles peer feedback conclusie en discussie.......................................................................16
Les 6c – Familieparticipatie..................................................................................................................16
Les 7a – Kwaliteit en integraal gezondheidsbeleid...............................................................................21
Les 7b – Eerste helft presentaties, peer feedback en consulten...........................................................25
Les 7C – Zorgethiek; kwaliteit door bewustzijn....................................................................................25
Les 8a – Motiverende gespreksvoering; bewijs van kennis, kunde en reflectie....................................26
Les 8b – Tweede helft presentaties, peer feedback, consulten en evaluatie........................................26
Les 8c – Zorgethiek; kwaliteit door samenwerking...............................................................................26
,Les 1a – Kennismaken met het werkveld geestelijke gezondheidszorg
Leerdoelen;
1. Beschrijft de zorgbranche GGZ en benoemt hoe de CanMEDS rollen ingevuld worden in de
rol van casemanager
De geestelijke gezondheidszorg staat voor geestelijke gezondheidszorg. De GGZ is voor het
begeleiden, behandelen en voorkomen van psychische problemen. Aanvankelijk van de ernst van het
probleem kan je hulp krijgen via de huisarts, basis GGZ of gespecialiseerde GGZ.
2. Verwoordt oorzaken van schaarste en schaarste verdeling en legt relaties met transities en
substitutie in de zorg en de maatschappelijke ontwikkelingen van verzorgingsstaat naar
participatiestaat
Schaarste
- Een beperkte beschikbaarheid van geld of middelen. Er zijn veel oorzaken voor de schaarste, denk
aan; een ongezondere leefstijl, grotere populatie, mensen worden steeds ouder, er komen steeds
meer ziekten, er zijn dan ook steeds meer behandelingen mogelijk.
Schaarste verdeling
- Hierbij wordt gekeken hoe bijvoorbeeld geld goed heringedeeld kan worden.
Substitutie
- Substitutie gaat over zorglijnen te verkleinen/verkorte (van 2 de lijns, meer 1ste lijns houden). Dit kan
worden gerealiseerd, door praktijkondersteuners in te zetten bij diverse soorten zorg, dit kan
voorkomen dat je anders naar een 2de lijnszorg doorgestuurd zou worden.
Transitie
- Hoe verloopt het een in/naar het ander. Denk aan de verandering van verzorgingsstaat naar de
participatiestaat. Hieronder staan verschillende soorten transities;
- Van intramurale zorg naar extramurale zorg
- Vroeger was er veel meer geregeld vanuit de overheid, nu wordt dit steeds meer verplaatst
naar regionaal zoals de gemeente
3. Verwoordt welke diensten betrokken worden bij de zorgverlening aan de cliënt van een
FACT-team en licht zijn keuzes toe
Wat is een FACT team
FACT staat voor Flexible Assertive Community Treatment
- Een FACT-team is een team dat bestaat uit verschillende disciplines, die de zorg per individu
aanpassen. Dit gaat vaak over mensen met een ernstige psychiatrische aandoening(EPA). De
behandeling bestaat vaak uit hulp binnen zeer diverse domeinen, denk aan wonen, financiën, werk
of relaties)
In een FACT-team zitten vaak de volgende hulpverleners
- Psycholoog, Psychiater, Casemanagers, Ervaringsdeskundige, Verpleegkundige, (IPS)
Trajectbegeleider
, Les 1b – Resultaten en Beschrijvende statistiek
Leerdoelen;
1. Maakt kennis met beschrijvende, verklarende en toetsende statistiek
Beschrijvend onderzoek
een onderzoek die gaat om registratie en systemische ordering van wat zich voordoet binnen een
onderwerp. Het in kaart brengen van de situatie is het belangrijkste doel. Het geeft nog weinig
inhoud weer, je hebt dan ook weinig voorkennis.
Verklarend onderzoek
een verklarend onderzoek/statistiek bevat bijna altijd een ‘’waarom’’ vraag. Kun je een juiste
conclusie trekken uit de gegevens? Vaak op basis van een steekproef een voorspelling doen voor de
gehele populatie.
Toetsend onderzoek
een toetsend onderzoek ontstaat vaak door een hypothese, oftewel de verwachtingen van een
onderzoek. Je toetst of je steun kunt vinden voor een van de geformuleerde verwachtingen. Een
groot verschil met beschrijvend is dat je hier al een theorie of voorkennis hebt. Vaak met behulp van
statistische toetsen kan bepaald worden of een gevonden verschil/verband mogelijk wel of niet
berust op een toeval
2. Verwoordt in eigen woorden het verschil in de vier meetniveau’s (nominaal, ordinaal,
interval en ratio)
Meetniveau’s ook wel meetschalen, deze zeggen iets over de data in een onderzoek. Hoe nauwkeurig
zijn de variabelen gemeten. Er zijn 4 verschillende meetniveau’s
Nominaal = discreet
= de data kunnen bij nominaal enkel worden gecategoriseerd zonder rangorde. Er zijn dus vaak wel
verschillen aan te duiden binnen verschillende categorieën, maar geen verschillen tussen deze
categorieën. (vb. gender, geboorteplaats, automerken, geloofsovertuiging, etniciteit) dus losse
categorieën, zonder volgorde.
Ordinaal = discreet
= de data kunnen worden gecategoriseerd en er is sprake van een duidelijke rangorde. Echter is er
niet te zeggen over de intervallen (vb. top 10 boeken, top 5 winnaars) dus losse categorieën met een
natuurlijke volgorde
Interval = continue
= de data kunnen worden gecategoriseerd en er is sprake van een rangorde. Daarnaast zijn de
intervallen tussen de categorieën gelijk, echter is er geen nulpunt (vb. score persoonlijkheidstest,
temperatuur, toets score) dus gelijke intervallen, zonder een nulpunt
Ratio = continue
= de data kunnen worden gecategoriseerd en er is sprake van een rangorde. Daarnaast zijn de
intervallen tussen de categorieën en er is een duidelijk nulpunt (vb. lengte, leeftijd, gewicht,
percentage) dus intervallen van getallen, met een nulpunt.
Interval en ratio worden samen ook wel scale genoemd