Verpleegkunde ziekenhuis
Hoofdstuk 1
Klinisch redeneren = kritisch denken en formuleren van antwoorden. Door klinisch
redeneren kun je bepalen welke zorg een zorgvrager nodig heeft en waarom. Klinisch
redeneren is een denkproces en moet leiden tot een besluit: wat ga je als verpleegkundige
doen bij die ene zorgvrager? Voor klinisch redeneren heb je kennis, praktische ervaringen en
reflectievaardigheden nodig.
Gezondheid = het vermogen om zich aan te passen en zichzelf te managen, ondanks sociale,
fysieke en emotionele uitdagingen. In deze omschrijving staat niet de aandoening (of de
afwezigheid daarvan) centraal, maar het persoonlijk aanpassingsvermogen en het vermogen
tot zelfmanagement wanneer iemand te maken krijgt met problemen en uitdagingen op
sociaal, lichamelijk en emotioneel gebied.
Verpleegkunde is een combinatie van vakbekwaamheid (art) en wetenschap (science).
De vakbekwaamheid (art) van verpleegkunde:
Verplegen kan opgevat worden als kunst: door een combinatie van theoretische kennis en
technische vaardigheden ben je in staat om veilig zorg te verlenen. De kunst van verplegen
gaat echter verder. Ze omvat gevoeligheid, creativiteit, empathie en het vermogen de zorg
aan te passen. De kunst vergt het vermogen om:
1 betekenisvolle relaties met zorgvragers te ontwikkelen en te begrijpen; dit vraagt
sensitiviteit, kwetsbaarheid en aanpassingsvermogen van de verpleegkundige.
2 de zorgvrager holistisch te benaderen, gebruikmakend van persoonlijke en professionele
kennis om de zorgvrager te kunnen ondersteunen.
3 de verpleegkundige activiteiten deskundig uit te voeren.
4 rationeel te denken in het verlenen van zorg aan de zorgvrager.
Vakbekwaamheid is niet zo zeer wat je weet of wat je doet, maar hoe en waarom je doet
wat je doet.
Het doel van verplegen is het bevorderen van gezondheid, herstel, groei en ontwikkeling, en
het voorkomen van ziekte, aandoening of beperking. Wanneer mensen ziek of gehandicapt
worden, is daarnaast het doel van verplegen lijden en pijn te minimaliseren en mensen in
staat te stellen hun ziekte, handicap, de handeling en de gevolgen daarvan te begrijpen en
daarmee om te gaan. Wanneer de dood nabij is, is het doel van verplegen het handhaven
van de best mogelijke kwaliteit van leven tot aan het eind.
Verplegen:
- Dient een specifiek doel.
- Omvat een specifieke manier van interveniëren.
- Vindt plaats in een specifiek domein.
- Is gericht op de persoon als geheel.
- Is gebaseerd op ethische waarden.
- Betekent commitment aan partnerschap.
,CanMEDS-competentiegebieden:
1. Vakinhoudelijk handelen: de verpleegkundige als zorgverlener.
2. Communicatie: de verpleegkundige als communicator.
3. Samenwerking: de verpleegkundige als samenwerkingspartner.
4. Kennis en wetenschap: de verpleegkundige als reflectieve professional die handelt
naar de laatste stand van wetenschap.
5. Maatschappelijk handelen: de verpleegkundige als gezondheidsbevorderaar.
6. Organisatie: de verpleegkundige als organisator.
7. Professionaliteit en kwaliteit: de verpleegkundige als professional en
kwalitietsbevordereaar.
Zelfmanagement is het zodanig omgaan met de chronische aandoening (symptomen,
behandeling, lichamelijke, psychische en sociale consequenties en bijbehorende
aanpassingen in de leefstijl) dat de aandoening optimaal wordt aangepast in het leven.
Zelfmanagement betekent dat chronisch zieken zelf kunnen kiezen in hoeverre ze de regie
over het eigen leven in eigen hand willen houden en mede richting willen geven aan hoe
beschikbare zorg wordt ingezet, om een optimale kwaliteit van leven te bereiken of te
behouden. In deze definitie komen de 4 centrale elementen van zelfmanagement naar
voren:
1. Omgaan met de uitdagingen die de ziekte geeft (de lichamelijke, psychische en
sociale consequenties van de chronische aandoening).
2. Inpassen in het dagelijkse leven.
3. Voeren van eigen regie over het zorgproces.
4. Streven naar optimale kwaliteit van leven.
Samen beslissen vormt een belangrijk onderdeel van zelfmanagement. Bij het samen
beslissen hebben de volgende voorwaarden en belangrijke rol:
- Delen van informatie.
- Nagaan van verwachtingen en prioriteiten.
- Delen van verantwoordelijkheid.
- Creëren van onderling vertrouwen.
Kernset patiëntenproblemen
Lichamelijk:
Bedreigde of verstoorde vitale functies (ademhaling, circulatie, hersenfuncties)
Koorts
Smetten
Jeuk
Wonden
Pijn
Vermoeidheid
Verlies van eetlust
Misselijkheid, braken
Gewichtsverlies
Gewichtstoename
Uitdroging, verstoorde vochtbalans
Uitscheidingsproblemen (mictie, diarree, obstipatie, overmatige transpiratie, incontinentie)
,Psychisch:
Bewustzijnstoornissen
Stemmingsstoornissen
Stoornissen in geheugen
Stoornissen in denken en waarnemen (achterdochtig, wanen, hallucinaties)
Persoonlijkheidsstoornissen
Stoornissen in gedrag (agitatie, agressie, claimen, obsessie, automutilatie)
Angst, paniek
Stress
Verslaving
Verlies
Rouw
Onzekerheid
Kennistekort
Ineffectieve coping
Zingevingsproblemen
Functioneel:
Tekort zelfmanagement
Tekort zelfredzaamheid
Zinttuigelijke beperkingen
Verstoorde mobiliteit
Vallen
Slaap-waakproblemen
Sociaal:
Seksualiteitsstoornissen
Participatieprobleem
Sociale incompetentie
Eenzaamheid
Gebrek aan sociaal netwerk
Tekort aan mantelzorg
Overbelaste mantelzorg
Een verpleegkundige theorie is een manier om naar (gezondheids)problemen te kijken. Een
theorie in een vakgebied toont een manier om in duidelijke, expliciete bewoordingen naar
de discipline te kijken en kan aan anderen worden overgebracht. Verpleegkundige theorieën
helpen unieke plaats te verklaren die de verpleegkundige inneemt binnen het
multidisciplinaire team.
In het algemeen beschrijven verpleegkundige modellen en theorieën de verpleegkunde als:
- Een vakbekwaamheid en een wetenschap met een eigen kennisgebied.
- Holistisch: de verpleegkunde heeft betrekking op de fysieke, psychosociale, culturele
en spirituele behoeften van de zorgvrager.
- Betrekking hebbend op zorg.
- Voorkomend in verschillende omgevingen.
, - Betrekking hebbend op gezondheidsbevordering, voorkoming van ziekte en zorg
tijdens de ziekte.
Kernpunt: verpleegkunde is een unieke mengeling van vakbekwaamheid en wetenschap
(kennis en probleemoplossende processen) binnen intermenselijke relaties. Het doel van
verpleegkunde is het bevorderen van welbevinden, het voorkomen van ziekte en het
herstellen van de gezondheid van individuen, gezinnen en gemeenschappen.
Verpleegkundige die de zorgvrager holistisch beschouwen, houden zich bezig met menselijke
reacties, reacties op een gebeurtenis of een factor die stress veroorzaakt, zoals een ziekte of
letsel. Artsen richten zich op het vaststellen van de ziekte en het behandelen ervan, en
schrijven indien nodig medicatie voor. Verpleegkundigen diagnosticeren, behandelen en
voorkomen mogelijke reacties van de zorgvrager op ziekten in plaats van de ziekte zelf.
Artsen richten zich op de diagnose en behandeling van ziekte, verpleegkundigen richten zich
op preventie of het verlenen van zorg tijdens de ziekte.
Kernpunt: alle teamleden dragen op gelijkwaardige wijze bij aan de uitvoering van een
zorgplan.
Het verpleegkundig proces is een benaderingswijze waarin het denken en doen van
verpleegkundigen wordt toegepast. Het is een systematische, creatieve methode die
gebruikt wordt om feitelijke, dreigende of mogelijke gezondheidsproblemen vast te stellen,
te voorkomen en te behandelen. Het is een vermogen waarmee je de vermogens van de
zorgvrager vaststelt. Het biedt een richtinggevend kader waarin verpleegkundigen hun
competenties toepassen bij het verlenen van zorg.
Kernpunt: het verpleegkundig proces biedt een kader waarbinnen verpleegkundigen hun
competenties gebruiken bij de zorg die ze leveren.
Voordelen verpleegkundig proces:
- Bevordert samenwerking.
- Kosteneffectief.
- Verhoogt de participatie van de zorgvrager in het zorgproces.
- Het is nodig voor de professionele standaard.
- Het verhoogt participatie van de zorgvrager in de zorg en bevordert de autonomie
van de zorgvrager.
- Het bevordert individuele en persoonsgerichte zorg.