Samenvatting criminologie
Hoorcollege 1: Inleiding criminologie
Hoorcollege 2: Aard en omvang van criminaliteit
Hoorcollege 3: Criminologische onderzoeksmethoden
Hoorcollege 4: Biosociale en psychologische verklaringen voor criminaliteit
Hoorcollege 5: Sociologische verklaringen voor criminaliteit
Hoorcollege 6: Nieuwe en kritische perspectieven op criminaliteit en victimologie
Hoorcollege 7: Preventie, penologie en beleid
Hoorcollege 8: Witteboordencriminaliteit, internationale misdrijven en terrorisme
Hoorcollege 9: Georganiseerde criminaliteit, corruptie, drugs en cybercrime
Hoorcollege 10: Migratiecriminaliteit
,Hoorcollege 1: Inleiding criminologie
[1] Wat is criminologie
[2] Wat is criminaliteit?
[3] Geschiedenis van de criminologie
[4] Inhoud van het vak
[1] Wat is criminologie?
Criminologie is een wetenschap
- Een objectwetenschap (denk aan psychologie, sociologie)
- Het object: criminaliteit en de reacties hierop (reacties vanuit de staat, ook vanuit de
maatschappij)
- Praktijkgerichte wetenschap (bestuderen om richting oplossingen te gaan)
- Een multidisciplinaire wetenschap
o Maatschappijwetenschappen (sociologie, geografie, economie, bestuurskunde)
o Menswetenschappen (psychologie, biologie)
o Natuurwetenschappen (natuurkunde, scheikunde)
o Juridische wetenschappen (strafrecht, civielrecht)
Criminologie is GEEN RECHTSWETENSCHAP
- Criminologie is geen normatieve wetenschap (zoals bijvoorbeeld rechtsgeleerdheid, we zeggen
niks over hoe dingen moeten zijn), maar juist objectief
- Centraal staan:
o Theorieën Serie ideeën of algemene principes waarmee we de werkelijkheid proberen te
verklaren. Die theorieën worden door empirisch onderzoek getoetst. Steeds
wisselwerking theorieën en empirisch onderzoek.
o Empirisch onderzoek. Empirische bestudering. Elke wetenschappelijke
onderzoeksactiviteit die directe eigen waarnemingen gebruikt. Betekenis van die
onderzoeksresultaten worden beredeneerd en geïnterpreteerd aan de hand van
theorieën
De hoofdvragen van de criminologie
- Wat verstaan de onder criminaliteit en waarom?
- Wat is de aard, omvang en ontwikkeling van criminaliteit? (Descriptieve criminologie: statistiek,
cijfers) (criminaliteit daalt al jaren, maar cybercrime bv niet)
- Wat zijn verklaringen voor (verschillen in) criminaliteit? (Etiologie)
- Hoe reageert de overheid en de maatschappij op de criminaliteit? (in de VS hoort dit niet bij de
criminologie, dat hoort daar bij criminal justice studies)
Sub-disciplines van de criminologie
- Criminografie of beschrijvende criminologie
o Ook wel criminele epidemiologie. Behelst de statistische verdeling van criminaliteit in de
tijd en ruimte.
- Etiologie (oorzaken)
o Toetst theorieen die verklaringen geven voor de oorzaken van crimineel gedrag en
criminaliteit
- Reacties op criminaliteit en penologie (de leer van het straffen)
- Criminaliteitspreventie
- Victimologie (wat zijn de effecten op slachtofferd e.d.)
, - Niet-commune criminaliteit (commune = gewone. Niet-commune is bijvoorbeeld terrorisme,
witteboordencriminaliteit, georganiseerde, hiervoor zijn aparte theorieen en vakgebieden)
[2] Wat is criminaliteit?
Wat is criminaliteit?
- Menselijk gedrag
- Het overtreden van een regel (vaak uit het wetboek van strafrecht)
- Met ernstige gevolgen voor samenleving/slachtoffer(s)
- Aantasting rechtsgevoel/rechtsorde
Criminaliteit bestaat zowel uit een juridische als een sociale constructie. Binnen de criminaliteit zijn
er verschillen tussen groepen of personen, criminaliteit verschilt in de tijd (toen en nu) en er zijn ook
verschillen tussen landen in wat zij bestempelen als criminaliteit. In Nederland zijn bijvoorbeeld
softdrugs legaal, terwijl in veel landen dit illegaal is. Andere voorbeelden zijn homoseksualiteit,
prostitutie, overspel, illegaal verblijf en wapenbezit. Daarnaast vindt er ook criminalisering en
decriminalisering plaats. Criminalisering houdt in dat het vroeger niet strafbaar was en nu wel, zoals
internetfraude, milieuovertredingen en dierenleed. Decriminalisering betekent het
tegenovergestelde, voorbeelden hiervan zijn abortus, prostitutie en maken en verkopen van
voorbehoedsmiddelen.
Smalle vs brede definitie van criminaliteit
- Smal: in relatie tot het strafrecht
- Breed: deviant (afwijkend) gedrag)
[3] Geschiedenis van de criminologie
Vroeger tot nu
- ……..-1700: theologische benadering
o Romeins recht: ging meer over crimineel gedrag tegen de staat
o In de middeleeuwen en daarna werd crimineel gedrag niet meer gezien als conflict
tussen burgers, maar als een manifestatie van het kwade
- 1700-1800: filosofische benadering
o Door de verlichting
o Klassieke school
- 1800-1900: wetenschappelijke benadering
o Leunde in 19e eeuw vooral op natuurwetenschap
- 1900- nu: modern wetenschappelijke benadering
o Vooral gebaseerd op sociale wetenschap
- Klassieke school: Sterk filosofisch ingestoken. De mens wordt gezien als een rationeel
handelende actor, die zelf overwogen keuzes maakt voor criminaliteit. Criminaliteit wort
verklaard als een keuze van een rationeel handelende actor. Gericht op wijsgierige en sterk
normatieve kader. Lost criminaliteit op met een eerlijke en concrete strafrechtspleging.
- Positivistische school: zoekt oorzaken van criminaliteit in het biologische en sociale domein.
Sprake van een deterministisch wereldbeeld. Gericht op bestudering van waarneembare
feiten (natuurwetenschappelijke methode). Wetenschap wordt gezien als een belang voor
criminaliteit
, o De Italiaanse antropologieschool: (biologische domein) Lombroso was een grote
naam binnen deze school. Er werd gezocht naar biologische verklaringen voor het
plegen van criminaliteit. Gaat er vanuit dat criminaliteit aangeboren is
o Franse milieuschool: (sociale domein) meer statistisch wetenschappelijk, valt een
beetje samen met sociologie. Keek naar factoren in omgeving en maatschappij. Zoekt
naar verband tussen criminaliteitspatronen en de kenmerken van de samenleving
om zo te proberen bepaalde wetmatigheden te ontdekken.
o Deze twee scholen hebben een wetenschappelijke benadering gemeen
- Socialistische criminologie: ideologische insteek. In de tijd van het communisme.
Geschiedenis van de Nederlandse criminologie
1900-1930
- Strafrecht
- Eerste hoogleraar criminologie was in 1922 Willem Bonger (socialistisch getinte criminoloog,
liet zien dat er een verband was tussen prijs van brood en criminaliteit)
1930-1960
- Strafrecht
- De ‘ nieuwe richting’
- Utrechtse School (Willem Pompe): hieruit is TBS voortgekomen, maatregelen en behandelen
in plaats van straffen
1960-2000
- Criminologie
- Instituten en vakgroepen
- WODC & NSCR
- Onderzoek (voornamelijk door instanties, amper bij universiteiten)
Criminaliteit steeg enorm in deze tijd. Vrouwen gingen de arbeidsmarkt op (niet meer thuis),
consumenten elektronica groeide (meer te stelen)
2000-heden
- Criminologie
- Bacheloropleidingen
- Masteropleidingen
- Professionalisering
- internationalisering