Hoi! Welke onderdelen miste je precies? Zou het er ook misschien mee te maken kunnen hebben dat de lesstof is veranderd? Groetjes Lianne
Leerboek psychiatrie voor verpleegkundigen H1+2
1. Het biopsychosociale model
1.1 Historisch perspectief
1.1.1 Op weg naar een biologische psychiatrie
Doelstelling: maatschappelijke opvattingen en (voor)oordelen ten
aanzien van psychiatrische patiënten benoemen.
De psychiatrie is het medisch specialisme dat zich bezighoudt met de
behandeling van psychiatrische ziekten. De geboorte van de psychiatrie als
medisch specialisme heeft plaatsgevonden in het Europa van de tweede helft van
de 18e eeuw.
Oudheid en Middeleeuwen
Voor die tijd komt men in de geschiedenis de meest uiteenlopende visies op ‘gek’
gedrag tegen. Soms hanteerde men al wel een ziektemodel en zocht men de
oorzaak ervan in een lichamelijke aandoening. Echter, heel vaak koesterde men
totaal andere opvattingen. Gekte werd in de Middeleeuwen vaak in verband
gebracht met bezetenheid door de duivel en in de renaissance met behekst zijn.
Vanaf het einde van de 14e eeuw werden psychiatrische patiënten ondergebracht
in ‘dolhuizen’ of ‘zinnelooshuizen’. Daar verbleven ze samen met andere die het
maatschappelijk niet meer konden redden. Van behandeling was geen sprake.
Achttiende eeuw
In de tweede helft van de 18e euw kwam er internationaal een brede beweging op
gang die de krankzinnige primair als lijder aan een ziekte en als patiënt zag en
ook als zodanig wilde behandelen. De voortrekkers van deze beweging werden
gedreven door humanitaire motieven. Ze wilde patiënten vooral menselijk
behandelen en eigenlijk heropvoeden: psychotherapie. De bekendste persoon
van deze beweging is Philippe Pinel, hij werd de voorman van een beweging die
de ‘krankzinnigen’ scheidde van de delinquenten en andere
‘onmaatschappelijken’ en ze opnam in een psychiatrisch ziekenhuis.
19e en begin 20e eeuw
In de 19e en het begin van de 20e eeuw was de pas geboren psychiatrie vooral
inrichtingspsychiatrie. In de inrichtingen gingen naar verpleegkundigen ook
steeds meer artsen werken: het werden psychiatrische ziekenhuizen en men
streefde naar behandeling. Bij de artsen ontstond in toenemende mate de
behoefte wetenschappelijk inzicht te krijgen in de aard van de ziekten waar men
zich mee bezighield om tot rationele therapie te komen.
De dominerende visie: geestesziekten zijn hersenziekten.
De methode die men gebruikte om dat te onderzoek, was die van het
pathologisch-anatomisch onderzoek van de hersenen na de dood. Men ontdekte
veel neurologische hersenziektes ontdekte en men vond neurologische oorzaken
van gedragsstoornissen. Er kwam nog een tweede belangrijke ontwikkeling bij die
het mogelijk maakte in sommige gevallen iets te weten te komen over de
oorzaken van de gevonden afwijkingen.
Het infectieziektemodel dat toen werd ontwikkeld en leidde tot een serie
ontdekkingen in de psychiatrie maar vooral ook daarbuiten in de algemene
geneeskunde, kan men een monocausaal model noemen: men vindt ‘de enige en
echte oorzaak’ voor een aandoening met de daarbij behorende pathologisch-
anatomisch aan te tonen afwijkingen in het lichaam en kan dan op zoek gaan
naar de daarbij passende therapie.
1
,1.1.2 Opkomst van de psychologische benadering
Twee nieuwe benaderingen
De biomedische benadering bleek haar beperkingen te hebben. In het begin van
de 20e eeuw kwam men tot de conclusie dat deze benadering weliswaar voor
sommige psychische ziekten veel had opgeleverd, maar bij het merendeel van de
psychische stoornissen tekortschoot: men vond dan geen afwijkingen in de
hersenen en/of een infectie dan wel een deficiëntie of een andere oorzaak die het
ontstaan ervan konden verklaren. Twee personen hebben de psychiatrie uit deze
impasse geholpen door de introductie van twee nieuwe benaderingen: Emil
Kraepelin en Sigmund Freud
Kraepeling
Beschrijving van klinisch beeld en beloop
Kraepelin is beroemd geworden omdat hij de nadruk legde op het belang van een
nauwkeurige beschrijving van het klinische beeld en vooral ook het beloop op de
langere termijn van psychische ziekten. Hij beschreef van alle cliënten die hij
opnam in zijn kliniek heel systematisch het ziektebeeld en hielp bij hoe het afliep,
de eerste klinische epidemioloog. Hij heeft zo de hele psychiatrie in kaart
gebracht. Uit deze beschrijvingen van zijn patiënten leidde hij een aantal
indelingsprincipes af, die tot op heden nog gelden, en die men nog terugvindt in
moderne classificatiesystemen zoals de DSM-IV en de ICD-10. Zo benadrukte hij
het verschil tussen aandoeningen die door aantoonbare hersenafwijkingen
werden veroorzaakt en die waarbij dat niet het geval was.
Voorloper van neurowetenschappers
Kraepelin was een voorloper van de moderne neurowetenschappers, die immers
steeds meer de eenvoudige en meer complexe psychische fucnties trachten te
correleren met bepaalde neuronale circuits in de hersenen. Hij liet daarmee het
simpele neurologische model van psychische stoornissen los: er was wel een
relatie tussen hersenafwijkingen en gedrag, maar die zat niet zo simpel in elkaar
als die tussen de gewone neurologische ziekten en de daarbij gevonden
hersenafwijkingen. Psychiatrie was voor Kraepelin iets anders dan neurologie.
Toch stond hij nog wel onder invloed van het infectieziektemodel. Op den duur
hoopte hij op deze wijze een echte ziekteleer e kunnen ontwerpen, bestaande uit
ziekte-eenheden. Dit was voor hem een bepaald patroon van symptomen, met
een specifiek beloop, een specifieke oorzaak en een specifieke stoornis in de
hersenfuncties.
Freud
Hysterische patiënten
Freud liep vast in de behandeling van patiënten met onverklaarbare
neurologische klachten: klachten waarbij geen lichamelijke afwijkingen gevonden
werden.
Psychoanalyse
Freud ontwikkelde een nieuwe behandelmethode en een daarbij passende
theorie: psychoanalyse. De centrale hypothese van deze theorie was dat de
klachten en symptomen van zijn hysterische patiënten berustten op onbewust
gemaakte innerlijke conflicten. Zij konden worden genezen door deze conflicten
weer bewust te maken.
2
,Hij ontwikkelde aan de hand van zijn behandelingservaringen gedurende zijn
leven een indrukwekkend theoretisch bouwwerk over het ontstaan van het
menselijk gedrag. Het was in feite de eerste goed uitgewerkte psychologische
theorie, die breed toepasbaar was in de psychiatrie en daarbuiten. Deze bood
een mogelijke verklaring voor het ontstaan van psychische stoornissen en een
daarbij passende therapie.
Psychotherapeutische benadering
Populair bij psychiaters
Bij veel psychiaters die zich bezighielden met de inrichtingspsychiatrie werd de
psychotherapeutische benadering erg populair. Ten slotte bleek de biologische
psychiatrie nog niet veel aan geloofwaardige theorieën en therapeutische
mogelijkheden te hebben opgeleverd. De psychotherapie was bovendien veel
humaner.
Experimentele therapie voor Tweede Wereldoorlog
Op basis van vage en onbewezen theorieën over mogelijke stoornissen in de
hersenfuncties probeerde men met nogal grove ingrepen de hersenfunctie te
beïnvloeden en zo genezing of verbetering van bepaalde psychische stoornissen
te bewerkstelligen.
Achteraf kan men zich verbazen over wat men zich in die tijd veroorloofde
tegenover de psychiatrische patiënt op basis van vage en slecht onderbouwde
biologisch-psychiatrische theorieën. Men was toen echter in de geneeskunde in
het algemeen veel minder kritisch.
In de hele westerse wereld begon men zich in de jaren 30 van de vorige eeuw
zorgen te maken over de kwaliteit van de erfmassa van het volk en dacht men er
over psychiatrische patiënten te gaan steriliseren.
1.1.3 Opkomst van sociale psychiatrie
Meyer
Nog voor de Tweede Wereldoorlog kwam een derde benadering tot ontwikkeling
die vooral werd gestimuleerd door Adolf Meyer. Hij wordt beschouwd als een van
de vaders van de sociale psychiatrie. Hij begon zich in de loop van zijn leven
steeds meer bezig te houden met de nazorg van uit inrichtingen ontslagen
patiënten en stimuleerde hun resocialisatie: herintrede in de maatschappij.
Daarnaast hield hij zich bezig met onderzoek naar ziekmakende factoren in de
moderne maatschappij en het in een vroeg stadium behandelen daarvan om
opname te voorkomen: preventie. Hij hanteerde derhalve als een van de eersten
een duidelijke biopsychosociale benadering van de psychiatrische patiënt:
psychobiologie.
1.1.4 Na de Tweede Wereldoorlog: drie invalshoeken
Na de Tweede Wereldoorlog komt de psychiatrie in een stroomversnelling. De
ontwikkelingen voltrekken zich vanuit de drie invalshoeken.
Biologische invalshoek
De biologische psychiatrie krijgt een enorme impuls door de ontdekking van de
psychofarmaca in de jaren 50. Men krijgt niet alleen middelen in handen om
onrust en onhanteerbaarheid van het gedrag doeltreffend te kunnen beïnvloeden,
maar ook stoffen waarvan men de werking op de hersenen kan bestuderen en
daarmee de relatie van hersenfuncties met het gestoorde gedrag.
Gedrag correleren met neuronale circuits
3
, Aangezien ook de psychologie in toenemende mate de beschikking krijgt over
methoden om de basale psychische functies in kaart te brengen die ten
grondslag liggen aan het complex gedrag, kan een aanvang worden gemaakt
met het programma waar Kraepelin al van droomde: het correleren van
gedragscomponenten met cerebrale neuronale circuits. Zo langzamerhand wordt
duidelijk welke delen van de hersenen betrokken zijn bij het tot stand komen van
ons gedrag.
Een bijzondere variant van biologisch denken in de psychiatrie is die waarbij men
de studie van het gedrag van dieren (etiologie) gebruikt om inzicht te krijgen in
de structuur van het menselijk gedrag.
Psychologische invalshoek
Nieuwe psychotherapievormen
Ook vanuit de psychologische invalshoek worden aanzienlijk vorderingen
gemaakt. De psychoanalytische behandelmethode blijkt niet zo doeltreffend en
doelmatig te zijn als men had gehoopt, vooral niet voor de zware psychiatrie. Er
komen een aantal andere psychiatrievormen tot ontwikkeling: client-centered
therapy, de groepstherapie, de gedragstherapie en de systeemtherapie. Uit de
oorspronkelijke gedragstherapie heeft zich de cognitieve therapie ontwikkeld.
Empirisch onderzoek
Belangrijker is dat het wetenschappelijk onderzoek naar de werkzaamheid van de
psychotherapie een grote vlucht heeft genomen. Het belangrijkste resultaat is
dat in de laatste halve eeuw onomstotelijk is komen vast te staan dat
psychotherapie in zijn algemeenheid een werkzame interventie is. Daarnaast is
het wetenschappelijk onderzoek naar de verschillende psychologische functies,
hun onderlinge samenhang, maar ook de samenhang met de hersenfuncties en
het sociaal functioneren tot bloei gekomen.
Ook een aantal thema’s die oorspronkelijk door de psychoanalyse aan de orde
waren gesteld en waarover veel theorieën bestonden, wordt nu empirisch
onderzocht. Met name is duidelijk geworden dat het grootste deel van onze
psychische activiteiten onbewust verloopt. Ook de ontwikkeling die Freud en zijn
navolgers zo belangrijk vonden en waarvoor zij veel gespeculeerd hebben, wordt
nu empirisch onderzocht.
Sociologische invalshoek
Antipsychiatrie en de-institutionalisering
De activiteiten van Meyer zijn voortgezet, maar dan veel intensiever. Een
belangrijke bijdrage daaraan wordt geleverd door de antipsychiatrie, een
beweging onder patiënten en hulpverleners uit de jaren 60 en 70 die zich fel
verzette tegen de inrichtingspsychiatrie. Deze beweging beschouwde het als een
repressiemiddel van de gevestigde orde tegen afwijkend gedrag en streed voor
de erkenning van de rechten van de patiënt als een autonoom individu. Dat
laatste heeft mede geleid tot een ingrijpende wijziging van de wetgeving rondom
de gedwongen opname in 1994 toen de Wet BOPS na vele jaren van kracht werd.
De rehabilitatie en maatschappelijke integratie van psychiatrische patiënten
kregen steeds meer aandacht, vooral sinds het op grote schaal terugplaatsen van
chronisch opgenomen patiënten n de maatschappij: de-institutionalisering.
Sindsdien probeert men opnamen zoveel mogelijk te voorkomen en mensen zo
snel mogelijk weer te ontslaan.
Wetenschappelijk onderzoek
Uiterst belangrijk is ok hier de sterke groei van het wetenschappelijk onderzoek
geweest. Er werd zichtbaar hoe frequent psychiatrische stoornissen in de
4
Voordelen van het kopen van samenvattingen bij Stuvia op een rij:
Verzekerd van kwaliteit door reviews
Stuvia-klanten hebben meer dan 700.000 samenvattingen beoordeeld. Zo weet je zeker dat je de beste documenten koopt!
Snel en makkelijk kopen
Je betaalt supersnel en eenmalig met iDeal, creditcard of Stuvia-tegoed voor de samenvatting. Zonder lidmaatschap.
Focus op de essentie
Samenvattingen worden geschreven voor en door anderen. Daarom zijn de samenvattingen altijd betrouwbaar en actueel. Zo kom je snel tot de kern!
Veelgestelde vragen
Wat krijg ik als ik dit document koop?
Je krijgt een PDF, die direct beschikbaar is na je aankoop. Het gekochte document is altijd, overal en oneindig toegankelijk via je profiel.
Tevredenheidsgarantie: hoe werkt dat?
Onze tevredenheidsgarantie zorgt ervoor dat je altijd een studiedocument vindt dat goed bij je past. Je vult een formulier in en onze klantenservice regelt de rest.
Van wie koop ik deze samenvatting?
Stuvia is een marktplaats, je koop dit document dus niet van ons, maar van verkoper liannewildeman. Stuvia faciliteert de betaling aan de verkoper.
Zit ik meteen vast aan een abonnement?
Nee, je koopt alleen deze samenvatting voor €4,49. Je zit daarna nergens aan vast.